Samen door Cambodja en Vietnam - Deel 1

26 september 2015 - Ha Long Bay, Vietnam

(waarschuwing: ik heb me wederom overtroffen in omvang van het verslag. Blijkbaar zo lang dat het niet in één update past... Komende updates zullen vermoedelijk korter zijn)

Na Don Det verlies ik mijn laatste reisgenoot. Hij gaat terug naar Bangkok, ik ga naar Siem Reap. Dat is nog een hele dag rijden met vrijwel meteen de grensovergang met Cambodja. Misschien de vreemdste die over gegaan ben. Aan de Laos kant staat een mooi gebouw met een service luikje, krijg je een stempel en je kunt door naar Cambodja. Te voet. Een paar minuten lopen naar de Cambodjaanse zijde. Daar staan een paar, tja, kramen en houten krotten. Om onduidelijke redenen moet je eerst bij het kraampje iets invullen waarvoor je een Dollar moet betalen. Naar wie die Dollar uiteindelijk gaat, is me niet duidelijk. Al heb ik wel een vermoeden. Dan moet je in één van die krotjes, waar mannen in uniform druk bezig zijn met internet filmpjes kijken en liever niet gestoord worden, weer wat invullen en betalen voor je visum. Dat is meer dan ik alom op internet heb kunnen vinden, maar die bronnen waren niet allemaal eenduidig. Als ik dat deed dan hoefde ik in ieder geval bij de stempelpost niet nog eens te betalen. Een beetje tegengestribbeld heb ik wel, maar ik was me er van bewust dat het uiteindelijk niet zoveel zou baten… Ik kreeg mijn visum en moest naar het volgende krakkemikkige kioskje waar ik m'n stempel kreeg.

Een 18-personen bus stond klaar met een nieuwe chauffeur om mij en mijn reisleider naar Siem Reap te rijden. De bus was representatief voor de weg gedurende de eerste uren: rot en versleten. Geen schijn van het vervoer dat ik in Thailand en Laos had. Met feitelijk de hele bus voor mezelf, was mijn keuze was gevallen op een bank die wel op dezelfde plek bleef staan als door een onvermijdbare kuil in de weg werd gereden. De zandweg werd op den duur asfalt en stukje bij beetje werd de kwaliteit van de weg beter.

Onderweg valt me op dat alles zo verlaten en er zo weinig gecultiveerd is. Cambodja is 30% kleiner dan Laos en er wonen 2,5x zoveel mensen. In Laos zag je overal bewoning en mensen. De reden ervoor blijkt te zijn dat waar in Laos de mensen niet naar de steden trekken en verspreid over het land wonnen, is dat in Cambodja wel gebeurd. Wat je wel ziet is veel landbouw. Er wordt onder andere cassave, banaan, soja, appel en rijst verbouwd op de vele plantages in het glooiende landschap waar we doorheen rijden.

Ik ben enigszins verrast door de ogenschijnlijk lagere levensstandaard hier ten opzichte van Laos, waar ik dacht dat Laos het armere zusje was in deze regio. Het is schijnbaar zo dat Cambodja als land rijker is dan Laos, maar meer van dat geld komt terecht bij de bevolking in Laos dan in Cambodja het geval is.

Mijn bedoeling is om in deze episode de volledige drie weken samen met Griet te verslaan dus ik zal een einde maken aan deze lange introductie die slechts een halve dag representeert.

Na een kilometer of 400 kwamen we rond zes uur 's avonds aan in Siem Reap. Griet had voor ons vooraf een hotel geboekt voor de overnachtingen hier en onze stopplaats zou er niet ver vandaan moeten zijn. Ik was alleen vergeten uit te zoeken hoe ik daar kwam of het in m'n Garmin te zetten. Ik wist ook niet of Griet al aangekomen was of niet. Een tuk tuk wilde me afzetten bij het hotel waarvan hij zei dat het een eindje rijden was. Vreemd. Ik had goed en wel m'n enorme rugzak in de kleine tuk tuk weten te proppen en was klaar om in te stappen toen ik een hele bekende "Hela!" achter me hoorde. Het klonk een beetje als een "verrek, ken ik jou niet ergens van?". Daar was Griet! Oh, wat was ik blij dat ik haar vast kon houden. Ze was in Bangkok een andere Stray reiziger tegengekomen waarmee ze optrok en zodoende was ze bij het hotel waar Stray stopt met de bus.

Griet had al ingecheckt in ons hotel en het bleek inderdaad om de hoek te zijn. Ik haalde mijn rugzak uit de tuk tuk en lachte vriendelijk naar de bestuurder. "Naaierd!", dacht ik daar bij. We liepen samen naar het hotel druk de oren van elkaars hoofd babbelend. Dat ging nog door en door en door tijdens het eten en het wandelingetje dat we glunderend door het centrum maakte. We hebben er duidelijk zin in om de komende weken er samen op uit te gaan.

Van de deugd dat Griet kwam had ik een nog grotere deugd gemaakt. Ik had besloten dat het voor mij het makkelijkste was om een nieuwe camera en telefoon te bestellen in Nederland. Dat heeft onder andere te maken met reservebatterijen die ik die ik bij heb en gewenste specificaties van die apparaten en dat soort dingen. Zodoende had ik de afgelopen weken zowel een camera als een telefoon besteld in Nederland en bij Griet laten bezorgen. Die had ze bij zich en alsof ik nog niet blij genoeg was met haar aanwezigheid op zich, was ik ook nog voorzien van werkende apparatuur. Tevens kon ik haar m'n verzamelde plaksels, knipsels en souvenirs (als ik hier 'bier doppen' typ klinkt dat voor sommigen wat raar), andere overbodig gebleken spullen meegeven en m'n foto's back-uppen op haar meegenomen externe harde schijf.

We wilde een kleine aanpassing maken in de reis zoals Stray die aanbiedt. We wilde een homestay overslaan omdat die schijnbaar niet zoveel zou toevoegen en meteen naar de stranden gaan in het zuiden van Cambodja. Daarvoor moesten we zelf plekken op een lokale bus regelen. Dat hebben we 's morgens eerst gedaan. Daarna tijd voor de tempels. Die zijn te vinden over een uitgespreid gebied een paar kilometer buiten Siem Reap. Tijdens onze lunch tegenover ons hotel was er een ogenschijnlijk willekeurig persoon die ons er op attendeerde dat het beter was om een tuk tuk via het hotel te regelen omdat dat betrouwbaarder is. Voor het geld maakt het geen verschil want het tuk tuk-Angkor Wat-kartel is een stevige. Gratis advies is nooit weg. Dus in plaats van een willekeurige tuk tuk aan te houden op straat gingen we terug naar het hotel om een tuk tuk te regelen. Vijf minuten wachten. Daar was ie. De kerel van de overkant had een helm opgezet en was onze tuk tuk rijder. Haha! Goed gedaan! Hoe dan ook, saampjes op pad in de tuk tuk.

Je kunt waarschijnlijk een hele dag of zelfs meerdere dagen uittrekken om alle tempels te bekijken. Wij hadden een halve. We hadden een uitdagende selectie gemaakt van wat we wilde gezien gebaseerd op… eigenlijk geen idee. In ieder geval begonnen we bij de populaire Angkor Wat. Die moesten we gezien hebben. Voor zover onbekend, het is een hindoeïstische tempel uit de 12e eeuw uit de Khmer periode en wordt schijnbaar gezien als het grootste religieuze bouwwerk ter wereld. Het is in relatief goede staat, niet op de laatste plaats vanwege restauraties. Ik kan niet anders zeggen dan dat het een indrukwekkend en mooi bouwwerk is. Er valt vast veel te vertellen over de bouw en symboliek en zo, maar enige diepgang moet ik schuldig blijven. Ik weet dat Angkor Wat op de vlag van Cambodja staat.

Het was zonnig en zo heet dat als je een ei brak en liet vallen het gebakken was voor het de grond kon raken. Als je een slok water uit een fles nam zonder de opening af te sluiten was het water verdampt voor het in je mond terecht kwam. Zo heet. Echt waar. Geen pretje. Eigenlijk zonder te haasten waren we mooi op tijd bij onze tuk tuk om naar de volgende tempel te gaan, de Preah Khan was de eerste, ten noordoosten van Angkor Wat. Om daar te komen rijdt je door Angkor Thom, een ommuurd gedeelte met tempels dat werd gebouwd in de 12 eeuw. Het ritje kan niet lang genoeg duren omdat het voor een aangename verkoeling zorgt. Door alle bouwwerken waar we langsreden al een mooie rit op zichzelf. Zal niet meer dan een kwartier geweest zijn. De Preah Khan tempel is een tempel waar het beduidend minder druk is dan bij Angkor Wat. Deze ligt erg mooi. Het ligt in een bos en het bos komt soms tot aan de tempel. Het bos en de tempel zijn op sommige stukken één geworden. Er groeien bomen òp de tempel en de wortels daarvan lopen als pilaren die bij het gebouw horen de grond in. Het had iets heel mysterieus. Je zou er een Indiana Jones film op kunnen nemen. Schijnbaar was de overwoekering voorheen nog veel uitgebreider.

Na goed drie kwartier wekte we onze tuk tuk rijder om naar de volgende stop te gaan. Terug de ommuurde Angkor Thom in waar de Bayon tempel is. Die staat prominent in het midden van Angor Thom. Ook hier is het niet heel druk  met toeristen. In tegenstelling tot Angkor Wat is dit een boeddhistische tempel. Met een vleugje hindoeïstische stijl er in verwerkt. Ook dit is een mooi bouwwerk. Het mooiste aan deze zijn de vele gezichten die er in verwerkt zijn. Die zijn niet uit één stuk steen gehouwen maar zijn tot stand gekomen met het stapelen van de muren. Knap gedaan.

We hadden juist genoeg tijd om deze te bewonderen en op tijd bij de laatste stop te zijn. Die stop was maar een klein beetje verderop, de Phnom Bakheng tempel. Hier moest je een eindje voor omhoog lopen om te komen. De reden om hier op dit moment van de dag te zijn is de zonsondergang. Die zou spectaculair moeten zijn. Viel tegen. De tempel zelf was een bouwval en stond voor het grootste deel in de stijgers. Om er in en op te komen moest je in een eindeloos lange rij staan. Aangezien het niet overdreven spectaculair was en de zon ook nog eens niet aan het ondergaan was besloten Griet en ik om effe lekker rustig te gaan zitten en wachten tot de zon wel onderging. Het wilde dat tegen die tijd de rij verdwenen was en we besloten toch de tempel in en op te gaan. Nog niet overweldigend maar wel de moeite. We waren er toch.

Zon onder betekent dat de tijd vordert. Tegen de tijd dat we terug waren in ons hotel hadden we geen zin om uitgebreid op zoek te gaan naar een restaurantje. We zijn voor het gemak gaan eten in hetzelfde tentje als gisteren waarna we door het gezellige centrum van Siem Reap over de verschillende nachtmarktjes zijn gestruind. Daar waar afdingen een sport is. Een olifant-knuffel gekocht voor de helft van de beginprijs waarbij ik het idee heb dat ik er nog steeds te veel voor betaald heb. Maar het is voor m'n pasgeboren neefje dus het mag wat kosten. ;-)  Voor afgedongen tot 2 Dollar een mouwloos shirtje gekocht met de tekst 'no tuk tuk today or tomorrow' er op. Die zou de nodige glimlachen van tuk tuk rijders nog op gaan leveren.

Om de bus naar Sihanoukville, strand in het zuiden van Cambodja, te nemen werden we tussen 6:45u en 7:15u met een shuttle opgehaald bij het hotel en naar de terminal gebracht waar de bus vertrekt. Niet geheel verwacht stond die shuttle om 6:45.00u voor de deur en wij stonden om 6:45.25u buiten waarmee we die gemist hadden. Voor we er achter waren dat we de shuttle gemist hadden werd ons verteld dat we naar een kruispunt moesten lopen om de shuttle te nemen. Waarom we daar heen moeten lopen? Omdat we om 6:45u niet klaar stonden. Lopen dan maar. Dat was gelukkig maar een paar minuten.

Volgens de ticket zou de reis ongeveer 12 uur duren en met een vertrektijd van 7:30u (uiteindelijk 8:30u) kom je uit op ongeveer 19:30u dat je aankomt op de bestemming. In Phnom Penh moesten we bus wisselen. De reis ernaar toe, in de rijkelijk met gekleurde gordijntjes en allerlei tierlantijntjes versierde bus, verliep uitermate soepel. Tegen 14:30u waren we al in Phnom Penh en dat ligt op goed tweederde van de hele rit. Dat ging geen twaalf uur duren dachten lachten we. Maar ja, de vervolgbus vertrok pas om 16:45u, nog een paar uur wachten dus. Misschien toch 12 uur dan. Gelukkig was het bloedheet en een feest om buiten te wachten. In de geairconditionde nabijgelegen pizzeria hebben we onze tijd gedood en om 16:45u waren we weer op pad. Althans, we zaten in de bus. Het was spitsuur en er zat geen beweging in. Om 19:30u zouden we niet aankomen in Sihanoukville, om 20:00u was de bus nog niet eens de stad uit. Dat gaat een latertje worden. Na in totaal 550 kilometer te hebben afgelegd vandaag rijden we rond 23:30u Sihanoukville binnen. We hadden geen idee waar we zouden stoppen en hoe we bij ons hotel zouden gaan komen. We stopten maar een kilometer of twee van ons hotel en verschillende tuk tuks probeerde ons meteen te strikken. Die begrepen dat er met een late bus geld was te verdienen. Geen zorgen om bij het hotel te komen. Voor 'slechts' 8 Dollar waren ze bereid ons te brengen. Het was volgens hun namelijk heel ver naar het hotel. Vanwege mijn Garmin wist ik dat dat gel…, onzin, was en dat het maar twee kilometer was. Daarnaast is het hun eigen sport om aan onderhandelen te doen dus ik was bereid er 3 Dollar voor te betalen. Dat weigerden ze. Griet en ik gooide onze rugzakken op de rug, lachten en zwaaiden vriendelijk en begonnen te lopen richting hotel. Toen was 3 Dollar wel genoeg en in 5 minuten stonden we met de tuk tuk voor ons hotel. Ik vond dat ik het spelletje gewonnen had en heb 4 in plaats van 3 Dollar afgerekend.

De dag was een stuk langer dan verwacht. Om toch nog wat te relaxen hebben we een biertje en een frisje gedronken in het naast gelegen café. Het goedkope tapbier werd geschonken in hele mooie pullen met Angor Wat er op. Zelf kan ik niks meenemen want ik moet het dan nog maanden meeslepen. Maar Griet… Ik zou zo'n glas best willen hebben…

Al een paar weken was het geleden dat er iets stuk was gegaan en ik was dankzij Griet weer helemaal voorzien van alles dat ik nodig heb. Blijkbaar was het tijd om wat kwijt te raken. Ik concludeerde dat de wandelstok die al twee maanden ongebruikt aan de buitenkant van mijn tas zat, daar niet meer zat. Bij vertrek uit Siem Reap nog wel. Met het in- en uitladen in de bussen en met het heen en weer geschuif in de bagageruimte is die waarschijnlijk blijven hangen en achtergebleven in de bus. Hoe dan ook, ik heb hem niet meer. Ik heb, had, die stok bij voor de trektochten die ik ga maken verderop in mijn reis. Als ik in de vorm van mijn leven zou zijn zou ik me er niet zo druk over hebben gemaakt dat ik het kwijt ben. Echter, ik heb de afgelopen twee maanden in een truck gezeten en niks gedaan dat te maken heeft met fysieke inspanning. Hier in Zuidoost-Azië zit ik twee maanden toch ook veel in een busje en geldt min of meer hetzelfde. Het gebruik van een wandelstok tijden mijn aanstaande trektochten is dus gewenst. Weer iets waarvoor ik op pad moet…

Sihanoukville is een toeristisch strandplaatsje in het zuiden van Cambodja. Ook hier is het laagseizoen dus het is lekker rustig. Naast een plan maken voor de morgen hebben we de rest van de dag op het strand genoten van samen zijn op een strand en alles dat daar bij hoort. Een strandwandeling, zwemmen in de zee, een drankje op het terras, zonsondergang en een diner bij kaarslicht. Heerlijk.

Dat plan dat we gisteren gemaakt hebben is dat we wat eilanden gaan bezoeken in de buurt van Sihanoukville. Daarvoor hebben we niet veel meer hoeven dan een boeking plaatsen. :-)  Op een niet zo grote maar wel relaxte, en gelukkig overdekte boot, gaan we met een stuk of zes anderen het water op. Drie niet zo'n grote eilanden staan op het programma, de grootste en de enige waar ik de naam nog van weet is Koh Russei, ofwel Bamboo Island. Daar krijgen we op het strand een lunch geserveerd. Gezien de eenvoud van het dagtripje was die lunch met gebarbecuede kip, baguette, salade en een blikje Fanta® niet verkeerd. Na een kilometer of tien varen komen we bij het eerste eilandje aan. De eilandjes doen paradijselijk aan. Helder water, mooie stranden, licht heuvelige beboste eilandjes en kleine dobberende bootjes. We gaan een klein stukje voor het eiland voor anker om een uur snorkelen. Niet fenomenaal, maar toch het nodige aan koraal en wat vissen. Daar en dan is het erg plezierig. Op het grotere eiland waar we de lunch hebben meren we aan en hebben ruim de tijd om van het strand en het heldere zeewater te genieten. Als ik mag kiezen welk gedeelte van m'n reis Griet en ik samen doen dan ben ik blij dat dat hier is. Op de terugweg snorkelen we nog een klein uurtje dichtbij het derde eilandje. Daarna terug. Het was een heerlijk dagje samen op pad.

's Avonds voegde we ons bij de rest van de Stray reisgroep die inmiddels was aangekomen in Sihanoukville. Die bestond op dat moment overigens uit niet meer dan mijn 'favoriete' reisleider en de Canadese die Griet onderweg van Bangkok al had leren kennen en mee opgetrokken had. Zij zou met ons verder reizen tot in Hanoi in Vietnam. Het was dezelfde avond dat Nederland met 3-0 ging verliezen van Turkije. Het wordt tijd om een shirt van de Rode Duivels aan te schaffen die op het moment van schrijven ook nog eens op nummer 1 staan op de FIFA wereldranglijst.

Zo, nog wat kreten over opvallende dingen hier tussendoor. Het fenomeen van gebrek aan wisselgeld doet zich hier ook regelmatig voor. Toch is hier minder moeite om het uiteindelijk wel te krijgen. Het komt zelfs voor dat je uiteindelijk minder hoeft af te rekenen en is het afronden in je voordeel. Iets anders is een populaire outfit hier. Komt toch echt het dichtst bij een pyjama. Ik kan het niet anders omschrijven. Kan wel, maar pyjama is de beste omschrijving. Het ziet er raar uit om mensen zo over straat te zien lopen.

In de ochtend aangevuld met een Nederlander, rijden we in een uur of twee zo'n honderd kilometer naar het oosten naar Kampot, meer landinwaarts maar nog altijd dicht aan de kust. Vanwege de korte rit arriveerde we al vroeg bij het hotel. De opties voor vandaag waren een toer naar zout en peper boerderijen en voor de avond naar vuurvliegjes gaan kijken. Met ons reisgezelschap van vier besluiten we al die dingen te doen. Na de smakelijke lunch bij het naast het hotel gelegen restaurant, tevens activiteiten bureau, vertrokken we van aldaar met zijn vieren in een tuk tuk. Na een ritje van slechts een minuut of tien stonden we bij een paar grote witte vierkanten. Daar stonden we dan. De tuk tuk rijder sprak geen woord Engels en maakte het zich gemakkelijk, waarbij zijn tuk tuk functie als loungebank deed. Verder was er niks of niemand. En nu? Dat je zout wint door zout water op te laten droge wist ik van tevoren al. Daarvoor hoefde ik er niet op uit te gaan. Ik wil graag weten hoeveel zout er gewonnen wordt en hoe groot de boerderij is. Waar het voor gebruikt wordt cq. naar toe gaat. Hoeveel man er werkte en hoeveel van die boerderijen er in de buurt zijn. Nee, geen gids. Achteraf zou blijken dat we wel een Engelssprekende gids hadden kunnen meekrijgen, maar onze briljante superreisleider had voor ons besloten dat we dat niet wilde, zonder ons daar naar te vragen. Tot zover niet echt een succes. Op naar de peper. Een minuutje of 45 over zandweggetjes door het platteland van Cambodja. Het ritje alleen was eigenlijk al vermakelijk. Zo kwamen we uit bij de Starling Farm. Het verbouwen van peper gebeurde hier iets anders dan ik in Afrika had gezien. Daar gebruikte ze bomen waarlangs de peper als een klimop omhoog groeit. Hier zetten ze een park van betonnen of houten palen neer waar ze de peper tegenop laten groeien. Ook hier ontbrak verder enige vorm van uitleg of toelichting maar we konden in ieder geval wat bolletjes peper plukken en proeven. Tezamen met de rit er naar toe was het toch een geslaagde middag.

Nog voor de zon onderging liepen we naar de nabij gelegen rivier waar we met de maaltijden van het eerder genoemde restaurant een boot op gingen. Het was een grote simpele motorboot waar een dusdanig grote constructie overheen was geklust dat die niet meer als zodanig te herkennen was. Sfeervol. Het leek er lang op dat we de boot voor ons alleen hadden maar helaas kwam er op het laatste moment een rumoerige familie bij. De zonsondergang vanaf de nog aangemeerde boot was prachtig. Genietend van die ondergaande zon voeren we de rivier af. Of op. Niet op gelet. Na een tijdje varen gingen alle lichten op de boot uit en na drie kwartier zagen we de vuurvliegjes. Op een paar plekken voeren we naar de kant zodat we er dicht opzaten. Het was net kerstverlichting in een kerstboom waarbij de lampjes in willekeurige volgorde aan en uit knipperde. In het donker, enigszins afgelegen. Het had zo mooi kunnen zijn als het ook nog doodstil was geweest. Alleen die eikels van de familie aan boord vonden het belangrijker om druk over van alles en nog wat te blijven ouwehoeren, te appen en computerspelletjes te spelen. Jammer. Eenmaal terug aan land hebben we een drankje gedaan voor we voldaan onze bedjes inkropen.

Van tevoren wist ik het niet, maar de eilandjes in Cambodja kunnen nog idyllischer zijn dan we al beleefd hadden. Eerst stopten we bij een vismarkt waar we krab en garnalen insloegen om later voor de lunch te gebruiken. Daarna reden we door naar een haventje dat maar 25 kilometer van Kampot vandaan ligt om naar het eiland Koh Tunsay te gaan. Dit eiland is lang niet zo toeristisch als de eilanden waar je vanaf Sihanoukville naar toe kunt. Er zijn maar een paar resorts en omdat het laagseizoen was waren we vrijwel alleen op het eiland. Op het eiland is niet veel. Allereerst loop je over een klein paadje door de begroeiing om bij de resorts uit te komen. Er is alleen in de avonduren een paar uur elektriciteit en er zijn dus ook geen zaken als wifi en airco's en dat soort dingen. Wat er wel is, zijn zeer eenvoudige bungalows van bamboe waarvan als je de luiken openzet je uitkijkt over het strand en de zee. En open, overdekte hutten met hangmatten om net te doen alsof het daar echt genieten is. Het is daar tot rust komen. Dat hebben we gedaan. Het is een plek waar we graag langer hadden willen blijven.

Hadden willen, want in ons strakke reisplan was daarvoor geen ruimte. Van het rustieke eilandje was het door naar de drukke hoofdstad van Cambodja, Phnom Penh. 180 kilometer op de teller vandaag. Tevens de laatste stop in Cambodja. Voor we de hoofdstad inreden maakte we een stop zo'n 15 kilometer ten zuiden van de hoofdstad bij de Killing Fields van Choeung Ek. Het was me bekend dat de Rode Khmer verantwoordelijk is voor een enorme slachtpartij. Maar het was iets met klok en klepel. Daar wordt het haarfijn uitgelegd hoe onder Pol Pot hier tienduizenden mensen zijn afgeslacht. Bijna de helft van de bevolking is op gruwelijke wijze afgemaakt op tientallen killing fIelds als deze in de periode 1975 tot en met 1979. In totaal 3 miljoen mensen op een bevolking van 8 miljoen. Kort door de bocht, iedereen die z'n lagere school had afgerond werd gezien als potentiele bedreiging van het regime en moest worden geruimd. Dat gebeurde op de killing fields. Kogels waren te duur dus het moorden gebeurde door mensen de schedel in te slaan of in stukken te hakken. Baby's werden bij de beentjes gepakt en, als een honkballer die met een knuppel zwaait, met hun hoofdjes tegen een boom aan geslingerd. De betreffende boom staat er nog. Het ging er gruwelijk aan toe. Er werd zo luid mogelijk (propaganda) muziek op het terrein gespeeld om de het geluid van wat gaande was te maskeren. Resten van wat zich daar heeft afgespeeld zijn daar nog volop te zien. De kuilen van massagraven waar honderden lijken in werden gestopt. Over een aantal hebben ze een overkapping gezet. Kledingstukken van begraven personen die na regenbuien nog steeds boven komen drijven. De opgegraven schedels en beenderen zijn vermeld en in een monument geplaatst. Het zijn er zo veel dat er geen plaats meer is om wat nu nog gevonden wordt bij te plaatsen. Het resultaat is er niet anders door, maar veelal valt land 1, land 2 aan en maken ze elkaar af. Hier is zo dat het eigen volk er aan moest geloven, dat maakt het wat mij betreft nog bizarder. Het bezoek hier maakte veel indruk op me. Het begon te regenen. Dat paste er helemaal bij.

Het volgende bezoek deed er nog een schepje boven op. We reden door naar het in Phnom Penh gelegen S21. Een school die onder Pol Pot werd omgedoopt tot gevangenis. Hier werden mensen (meestal vals) beschuldigd van allerlei zaken en werden gemarteld om dat te bekennen. Hoe dan ook was het resultaat dat een killing field je volgende stop was. De rondleiding kregen we van een mevrouw die het van dichtbij heeft meegemaakt. We liepen door ruimtes waar de martelingen plaatsvonden en te zien waar en hoe de gevangenen werden gehouden. Er waren veel foto's. Van gemartelden en slachtoffers. Wat voor martelmethodes werden gebruikt. Het was een dag met veel cultuurhistorisch besef waar we allemaal stil van waren.

Het goede van deze dag was dat het de laatste was met de huidige reiseider. We hadden een dag extra in Phnom Penh waar we niet veel gedaan hebben (voor mij Japanse nostalgie door naar een Aeon mall te gaan) en die we wat mij betreft liever ergens anders hadden gehad. Onbegeleid cq. met regulier openbaar vervoer gaan we van Phnom Penh, Cambodja naar Ho Chi Minh City, Vietnam. De laatste ook bekend als Saigon al heet het blijkbaar al tientalen jaren officieel niet meer zo. Het Engels koppel dat in Luang Prabang was uitgestapt heeft de stranddagen overgeslagen en is op eigen gelegenheid naar Phnom Penh gereisd waar ze weer aansluiten voor de rest van de trip door Vietnam. Het is leuk om weer met hen samen te reizen en zij maakten voor het eerst kennis met Griet over wie ik het al vaak had gehad.

De busreis van zo'n 230 kilometer, in een prima bus waar we ontbijt kregen en wifi aan boord was, verliep spoedig tot na de lunch. Dat was een paar kilometer voor de grens met Vietnam. Toen de bus in zijn achteruit werd gezet klonk het alsof de versnellingsbak er onderuit viel. Hoe dan ook, die bus ging nergens meer heen. Het was wachten, wachten, wachten. Het gerucht was dat er een vervangende bus uit Phnom Penh moest komen. Aangezien we inmiddels zo'n 6 uur op pad waren, was dat niet iets waar we op zaten te wachten. Ja, wel letterlijk, maar niet figuurlijk. Er was ook nog eens een kerel met onze paspoorten vandoor die er vast mee naar de grens zou gaan om het soepeler te laten verlopen tegen de tijd dat we er over wilden. Die kwam na een uur terug. Met de mededeling dat we naar de andere kant van de grens moesten en dat daar een andere bus klaar zou staan. Dat klonk beter dan die zes uur wachten. Alleen hoe kwamen we bij, en aan die andere kant van de grens? Vrij simpel. Op motortaxi's. Met m'n grote rugzak op de rug en de kleine ergens weggemoffeld wrong ik me achterop. Dat ging beter dan verwacht. Voor Griet was het nog spannender. Ze moest met de Canadese èn hun rugzakken op een motor. Door Cambodja-uit en Vietnam-in heen, badend in het zweet, stond daar ons vervolgvervoer klaar. Misschien was het toch beter om zes uur op een bus uit Phnom Penh te wachten. Een bus die van Rotterdam naar Amsterdam is gereden met Ajax-fans aan boord nadat ze met 15-0 van Feyenoord hebben verloren tref je waarschijnlijk in een betere staat aan dan deze. Ook een stuk kleiner dan de oorspronkelijk bus waar we met evenveel man/vrouw weer in moesten. En bagage. Opeengepakt hing ik over Griet heen om het beetje lucht dat uit een toevallig nog werkende ventilator kwam over me heen te laten blazen.

Ten opzichte van Cambodja valt op dat daar veel krakkemikkige huizen zijn en af en toe hele nette moderne huizen. In Vietnam, voor zover er na zo kort wat over te zeggen is, zijn veel nette moderne en af en toe krakkemikkige. Het ziet er in het algemeen allemaal stukken ontwikkelder uit dan in Cambodja. Dan rijden we de stukje bij beetje Ho Chi Minh City in. Wow… Ik heb nog nooit zoveel scooters bij elkaar gezien. Ik denk dat ik in één seconde rondkijken meer scooters heb gezien dan alle gazellen in Afrika bij elkaar. Shiiiit! In sommige straten zijn er rijstroken alleen voor scooters. Als je uit de relatieve rust van Cambodja komt dan is het overweldigend hoe druk het ineens is. Het is iedere keer leuk om te zien wat de verschillen zijn als je van het ene land het andere in reist.

De uitstraling van Ho Chi Minh City is gezellig. Een prima plek om te vertoeven. Een stad waar 10 miljoen van de 90 miljoen Vietnamezen wonen en waar naar schatting 9 miljoen van de totaal 39 miljoen scooters rondrijden. Aangezien de dag al ver gevorderd is blijven we hier twee nachten alvorens we de nieuwe toerleider ontmoeten en misschien nieuwe mensen die hier opstappen. Het hotel dat we geboekt hebben is dicht bij de bus stop en dichtbij het hotel waar we verzamelen voor vertrek. We eten en doen een drankje op een dakterras en zien dat het goed is. De rest blijft daar wat langer hangen maar ik loop met Griet naar het hotel. Hoe gaaf het ook allemaal is, ik ben moe van de vele lange dagen.

We kunnen uitslapen en dat doen we. Daarna gaan we naar de tunnels van Cu Chi, twee uur rijden ten zuiden van Ho Chi Minh City. Weer een stukje cultuur en historie. Een aantal van ons haakten af omdat zij er de voorkeur aan gaven om wat van Ho Chi Minh City te zien in de beperkte tijd die we hier hadden. De aangekondigde kortere terugweg tijd ten opzichte van de heenweg tijd klonk vreemd. Het werd vanzelf duidelijk waarom. Er op uit in een communistisch land betekent ongewenste excursies. Dat herinner ik me nog al te goed uit China. Halverwege stopte we bij een handwerk fabriekje met een grote exhibitie hal. In- en uitgang zijn niet hetzelfde, nee, de bus dropt je aan de ene kant af en vertrekt vanaf de andere kant zodat je door de hal heen moet om op te kunnen stappen. Als het nog niet duidelijk was, de bedoeling is dat je daar spullen koopt. De stop van 25 minuten die uiteindelijk drie kwartier wordt, wordt verkocht als een (louter) sanitaire stop. Ik spuwde wat gal over Griet hierover die, zoals wel vaker, zich afvroeg waar ik me zo druk om maakte.

De tunnels. De welbekende tunnels uit de Vietnamese oorlog. Terwijl ze al gegraven zijn eind jaren '40 toen Vietnam bezet was door de Fransen. Uitgebreid tijdens de Vietnamese oorlog. Het complex van tunnels daar is ongeveer 200 km groot. Er zijn meerdere gebieden met tunnelcomplexen in Vietnam. Hier scholen de Noord-Vietnamezen en voerde verrassingsaanvallen tegen de Amerikanen uit waarna ze in het niets leken te verdwijnen. De tunnels zaten vol boobytraps om ongewenste bezoekers buiten te houden of als ze binnenkwamen er voor te zorgen dat niet meer naar buiten kwamen. Er was goed over nagedacht hoe de tunnels te bouwen. Het hele complex ligt hoger dan de omliggende rivieren dus bij hevige regen stroomde de tunnels vanzelf leeg. Rook, als gevolg van stoken in de ondergrondse keuken, werd via een maas van kleine schoorsteentjes naar boven geleid. Hierdoor ging de rook, uhm… in rook op en was het noch visueel noch met camera's te detecteren. Dit allemaal kregen we te zien. Evenals een heel scala aan vallen waar je in kon vallen die ieder een andere manier van gruwelijk lijden als gevolg van doorboord worden door bamboestokken hadden. Zittend, hangend, staand of een interessante combinatie. Ze lieten zien hoe de ingangen van tunnels er uitzagen, hoe ze die camoufleerden en hoe ze de kleine smalle tunnels indaalde. Op het einde konden we zelf door een stukje tunnel lopen, een meter of 40. Oi, oi, oi. Dat was geen pretje. Wat was dat krap. Deze stukjes waren nota bene zowel hoger als breder gemaakt dan ze oorspronkelijk waren, speciaal voor toeristen. In kikkerloop was het nog steeds krap en na de 40 meter was het meer dan genoeg. Licht claustrofobisch werd je er vanzelf. Te bedenken dat mensen in zulke krappe tunnels leefden…

Als je Ho Chi Minh City uitrijdt merk je pas hoeveel mensen er wonen en hoe groot het is. Er staan al vele grote woontorens en er staan vele hoogwerkers die bezig zijn om nog veel meer van deze gebouwen uit de grond te stampen. Er wordt sowieso veel gebouwd. Het gaat schijnbaar voor de wind met Vietnam. Het land heeft helemaal niks weg van een communistisch land. Er is veel economische bedrijvigheid en er is een hoop middenstand. Het komt best kapitalistisch over. De volgende stop is Da Lat. In een andere bus, in prima staat, met een nieuwe reisleider en aangevuld met nog een Engels koppel en een eenling. De bus is groot genoeg dat we allemaal een eigen tweezits hebben. Tegen drie uur en we er al een paar kilometer op hebben zitten maken we een stop bij de waterval Datanla. Een waterval in een afgesloten park met entree. De waterval is wat lager gelegen en om er te komen kun je met een rodelbaan naar beneden. Dat zag er geinig uit en dat hebben we gedaan. Dat is zo'n ritje dat best een tijd langer had mogen duren. De waterval zelf was niet spectaculair - ik heb er natuurlijk al heel wat gezien de afgelopen maanden. Toch een paar kiekjes gemaakt voor de collectie.

Da Lat is een eindje verderop. Vandaag hebben we zo'n 300 kilometer afgelegd voor we er zijn. Ook weer heel modern. Het zou zo een modern Frans of Italiaans stadje kunnen zijn. Misschien dat dat een beetje raar klinkt. Omdat de stad op zo'n 1500 meter ligt is het er erg aangenaam wat temperatuur betreft.

Ontbijten deden we tegenover het hotel. Daar waar de Vietnamezen zelf hun koffie en broodje scoren. Een kopje koffie, Turkse stijl, heb je voor 10.000 Dong wat gelijk staat aan 40 Eurocent. En dan krijg je er een kop thee gratis bij. Bij de broodjeskraam voor het koffiehuis heb je een warme baguette belegd met onder andere vlees en tofu voor 15.000 Dong, 60 Eurocent. Dat hebben we ons laten smaken voordat we met z'n zessen er met scooters op uit zouden gaan om de omgeving van Da Lat te verkennen. Dat deden we met de scooters van, en onder begeleiding van een hele vriendelijke, wat oudere man. De eerste stop was om te tanken en daar haalde de man poncho's voor ons die we hard nodig hadden om niet na al een paar minuten doorweekt te zijn. On the house.

Via een pagode met staande/zittende/liggende en hangende boeddha's komen we bij verschillende plekken waar verschillende vormen van landbouw worden bedreven. Eerst velden waar ze bezig waren wortelen te oogsten. Andere groenten die er verbouwd worden zijn onder andere bloemkool, aardappel en aardbei. Ondanks dat de man aangaf dat het boeren een onzeker bestaan was met grote risico's waren de nieuwe grote huizen en de vele huizen in aanbouw in de buurt van landbouw velden reden om niet echt medelijden te hebben. Van het einde van de Vietnamese oorlog tot 1990 was al het land staatbezit en loonde het niet om (hard) te werken. Eten kreeg je toch wel en winst ging naar de overheid. Dus de mensen waren lui. De opbrengsten waren laag. Te laag. De overheid besloot daarop de landen te privatiseren zodat het loonde om te investeren en hard te werken en daarmee opbrengsten te verhogen.

Een andere vorm van landbouw die in het heuvelachtige gebied om Da Lat wordt bedreven is bloemen kweken. Soms in kassen. Sommige bedrijven leggen zich toe op zaaien, andere op stekken en weer andere op het groeien van de bloemen.

De in Laos gemiste kans om een koffieplantage te bezoeken werd vandaag goed gemaakt. Met uitleg. Uitleg over wat voor koffiebonen er verbouwd worden, dat de verschillende soorten anders groeien (struiken versus bomen) en dat de opbrengst per soort anders is. Me nooit van bewust van geweest. Wat ze er ook hadden is weasel koffie. Het drong pas veel later tot de me door dat dat hetzelfde is als civet koffie, waarvan ik wel al eerder had gehoord. Dat is koffie van koffiebonen die door civetkatten zijn gegeten. De bonen gaan door het maag-darmkanaal van de kat en poept de intacte boon weer uit. Het proces door de maag verandert de smaak van de boon en dus ook de koffie die er van gemaakt wordt. Ik had daar het idyllische plaatje bij dat boeren er op uittrokken om wilde civetkatten te zoeken en hun ontlasting te verzamelen. Dat zal ook vast gebeuren, maar een groot deel wordt geproduceerd door opgesloten civetkatten. Het spreekt voor zich dat het totaal aantal bonen dat via de ontlasting van een civetkat 'geoogst' wordt zeer beperkt is. Naar men zegt wordt er per jaar wereldwijd maar een paar honderd kilo van deze koffie geproduceerd. Dat merk je terug in het prijskaartje. Griet en ik hebben voor 100 gram om thuis te gebruiken 16 Euro betaald. Op een groot terras dat uitkijkt over de grote koffievelden hebben we de weasel, of civet-, koffie daar op de plantage ook geprobeerd. Een kopje van de niet uitgepoepte koffie en een kopje van de uitgepoepte koffie van dezelfde bonensoort. Er is inderdaad verschil. Toch niet dusdanig om een fervent civet koffie liefhebber te worden. Overigens kan het zijn dat in al het bovenstaande 'boon' vervangen dient te worden voor 'bes' voor een correcte weergave.

Een ander bekend product waar nooit bij stil heb gestaan hoe het tot stand komt is zijde. In grote bamboe rekken worden zijderupsen gehouden die een dag of 10 lekker mogen eten voordat ze een cocon gaan maken. Die rekken staan soms in grote getalen langs de weg. Apart gezicht. Voordat ze in vlinders veranderen worden ze in een bak kokend water gegooid waardoor ze dood gaan en de zijde van de cocon gewonnen kan worden door de cocon af te wikkelen, te wassen en gecontroleerd op te rollen.

Zo hebben we alles bij elkaar 70 kilometer afgelegd in de omgeving van Da Lat en veel gezien en geleerd. Nog niet eens genoemd zijn de (Elephant) waterval waar je door een mini-jungle moest klauteren om te komen, de rijstwijn makerij en de granietblok hakkers langs de weg. Ondanks het veelal slechte weer was het een geslaagde dag. We hebben de man van de scooters, die overigens erg goed Engels sprak, bedankt voor leerzame tocht en hebben de dag met de hele groep afgesloten in een restaurantje.

We hebben weer een lange reisdag voor de boeg. Het heerlijke spotgoedkope ontbijt aan de overkant van de straat was voor herhaling vatbaar waarna we vertrokken uit Da Lat. We rijden langzaam de gedeeltelijk beboste, gedeeltelijk kaalgehakte heuvels en bergen om Da Lat uit over slingerweggetjes met mooie landschappen en uitzichten. De verschillende tinten grijs (stuk of 50) van de wolken van een opklarende lucht doen daar zeker geen afbraak aan. Van de 1500 m hoogte aan het begin van de dag komen we na 150 km aan in een bekende badplaats aan zee, Nha Trang. We hebben hier alleen lunch. Ik weet van niks, maar men vond het vreemd dat Stray geen stop heeft gemaakt van deze plek.  Griet en mij maakt het niet zoveel uit want terwijl de rest in een restaurantje zonder uitzicht gaat zitten, lopen wij richting strand omdat we nog genoeg eten bij hadden om een lunch op het strand te maken. Gedurende het wandelingetje van een minuut of 10 heb ik alleen maar Russisch gehoord. Blijkbaar kunnen Russen alleen hier in Vietnam zonder visum naar toe reizen en dat maakt het een populaire bestemming. Dat het toeristisch is, was inmiddels  duidelijk. Veel hotels, restaurants en souvenirs- en activiteiten shops. Omdat we er allemaal mee instemden werd besloten niet meteen na de lunch maar een paar uur later door te rijden. Om in die tijd uitgebreid te bespreken waarom we hier überhaupt niet blijven. Het weer was op dat moment best goed en we konden lekker verkoelen en dobberen in de zee. Precies op het moment dat we vertrokken begon het hard te regenen. Om die reden was het in ieder geval niet erg dat we verder moesten.

Het is inmiddels halverwege de middag en we moeten in de stromende regen nog 200 km afleggen voor we in Bai Xep zijn. Die regen is een gevolg van de tyfoon die een stuk noordelijker over Vietnam heen trok. We komen aan als het al een tijd donker is. We stoppen bij een klein dorpje en moeten een eindje door dat dorpje lopen om bij de hostel uit te komen. De keuken bleef wat langer open zodat we nog konden eten en na een biertje en wat tijd rond het kampvuur was het tijd voor bed.

's Morgens werd duidelijk waarom we niet in het toeristische Nha Trang zijn gebleven. Het is hier namelijk een beetje paradijs! Het is een kleine baai waar bijna niks is behalve een paar resorts, een paar kleine eilandjes in de verte en (ronde) vissersbootjes. Een combinatie van Koh Tunsay (zie boven) en Zanzibar (zie Afrika). Wow, we waren allemaal blij dat we hier waren uitgekomen en niet in Nha Trang zijn gebleven. Weer zo'n plek waar je graag langer zou willen blijven om tot rust te komen. Dat kan ik nog steeds goed gebruiken, hoe gaaf het allemaal ook is. In ieder geval kunnen we er vandaag het beste van maken. Om te beginnen doen we dat door te dobberen in de zee. De nasleep van de tyfoon is weg en we hebben een dag met mooi weer. Om het hoekje van de baai is het water schijnbaar wat kalmer dus daar gaan we naar toe. Het strand loopt vrij snel af en de golven zijn eigenlijk best hoog die met smak op het strand landen. We maakten er een sport van wie het langste kon blijven staan en dat heeft hilarische momenten opgeleverd. Ik denk dat het dicht komt bij hoe het moet zijn om in een wasmachine te zitten. De rest van de dag hebben we gedaan wat je behoort te doen als je in paradijs bent. Relaxen, slapen, BBQ 'en, drinken, hangmatten, kampvuur en gezellig met elkaar babbelen.

Helaas, was het maar één zo'n heerlijke dag. We zijn al weer op pad richting Hoi An. Met een tussenstop bij het My Lai memorial. Wederom een voorbeeld van de gruwlijkheden van een oorlog. Hier is in 1968 vrijwel de hele bevolking van een onschuldig dorp uitgemoord omdat een Amerikaanse officier had bedacht dat al die mensen bij de Vietcong hoorden. Ouderen, kinderen, mensen die onbewapend over straat liepen, mensen die niks vermoedend op het land aan het werken waren, werden zonder pardon afgeschoten. Het was schijnbaar zo absurd en bizar dat een tevens Amerikaanse helikopterpiloot die het gade sloeg de vluchtende mensen probeerde te redden en op het punt stond om het vuur te openen op de eigen Amerikaanse soldaten die met de afslachting bezig waren. Bizar. Tussen de restanten van het dorpje kon je rondlopen om een wat realistischer besef te krijgen. Het begon ook weer te regenen. Dat paste er ook weer bij.

Over doden gesproken, ik heb me verbaasd over het absurde verkeer in met name Tanzania. Maar ten opzichte wat hier op de weg gebeurd was dat ordentelijk. 'Tweebaansweg' en 'tegenligger' lijken woorden die geen enkele betekenis hebben. Het is wonderbaarlijk dat het zo vaak goed gaat als je ziet wat voor inhaalacties er gedaan worden. Op een tweebaansweg met verkeer in beide richtingen wordt bijvoorbeeld een inhalende vrachtwagen ingehaald door een vrachtwagen. Als het typt klinkt het niet zo heftig, realiseer ik me.

Zoals gezegd waren we onderweg naar Hoi An en zoals voor de meeste plekken waar ik in Zuidoost-Azië ben geweest was me ook van deze plek niet duidelijk waarom dat een stop is. Het is een oude havenstad en was 3/400 jaar geleden een belangrijk internationaal handelscentrum. Mede daardoor is de architectuur een interessante mengeling met invloeden van overal en nergens. Dus UNESCO werelderfgoed. Heden ten dage is het schijnbaar vooral bekend als de maatpakken hoofdstad van de wereld. In het (oude) centrum alleen al zijn zeker 400 kleermakers te vinden. Ze zijn gewend aan toeristen die maar kort in Hoi An verblijven en zijn zodoende in staat om in een dag tijd een maatpak in elkaar de draaien. Dat kan dan net, want we blijven hier maar één dag. Niet onbelangrijke aanvulling: voor weinig geld. Het enige pak dat ik heb is inmiddels ruim 15 jaar oud dus ik had daar eigenlijk wel oren naar. Ik bedoel, Griet kwam met iets van 9 kilo aan bagage naar Azië, ik heb al wat spullen aan haar gegeven die mee terug kunnen, een Angkor Wat mok. Er kan dus nog een kilo of 7, 8 bij. :-)

Vanuit het hotel in het oude centrum waar we overnachten alleen al kun je zeker 15 kleermakers zien. Het is meer de vraag wáár dat te doen. Stray brengt ons naar één die schijnbaar één van de oudste is en hoog is aangeschreven maar voor een beetje stofje betaal je al gauw 200 USD. Voor een tweedelig pak, en ik wil een driedelig. Niet gek voor een maatpak, maar niet wat ik in gedachte had. Daarvoor hoef ik Griet niet met extra kilo's op te zadelen. We kwamen pas laat in deze zaak dus er was geen tijd meer om vandaag nog ergens anders te kijken wat mogelijk was. Kan ik morgen ergens een pak laten maken en die overmorgen ochtend meenemen? Het is hooguit meegenomen en zeker geen zorg. Dus gewoon van de avond genieten. Over avondmarktjes lopen waar je na twee kraampjes alle 150 andere ook hebt gezien, langs het water wandelen en de gezellige aanblik van alle lampionnen die hier 's avonds worden aangestoken.

Om het hele avontuur en de sport van de volgende dag beschrijven wordt tè uitgebreid. Ik zal semi-beknopte versie in elkaar proberen te flansen.

Twee dames van ons waren eerder dan Griet en ik op pad en hadden tegenover het hotel een kleermaker gevonden waar ze een goed gevoel bij hadden en waar ze geen aanbetaling hoefden te doen. Althans, dat hadden ze geweigerd en niet gedaan. Het leek me verstandig hier mijn kans te wagen. Met Griet zocht ik een mooi stofje uit en vroeg wat een driedelig pak zou kosten. 180 USD was het antwoord. Daar zat ik niet op te wachten en met een doortikkende klok en geen zin om er de hele dag mee bezig te zijn dacht ik dat het geen pak zou worden. De mevrouw van de kleermakerswinkel vroeg me wat ik in gedachte had en gaf aan dat dat in de ordegrootte van de helft van dat was. Zonder al te veel heen weer bieden kwamen we redelijk snel uit op 100 USD voor een driedelig pak. Ik had niet het idee dat ik het onderste uit de kan had, maar ik vond het niet gek van 180 USD naar 100 USD. Geen aanbetaling gedaan. Om vijf uur/half zes de eerste fitting. Best tevreden zo!

Nu konden Griet en ik ons richten op waarvoor we eigenlijk in Hoi An waren, de oude binnenstad bekijken. Tussen de kledingwinkels zijn wat oude gebouwen verstopt waarvan je er een aantal in kunt. Die laat je dan afstempelen op je 'oude binnenstad wandel kaart'. Van de plekken die de Stray begeleider had aanbevolen was de eerste dicht, de tweede verplaatst en de derde konden we in eerste instantie niet vinden. Het globale kaartje was wel heel erg globaal.

Ondertussen was ik me gaan bedenken dat ik misschien net zo goed schoenen kon laten maken aangezien ik die uiteindelijk toch nodig heb voor m'n nieuwe pak. Dat valt of staat bij de bereidheid van Griet om die in haar rugzak er bij te proppen en mee naar huis te nemen. Een gok gewaagd, een schoenenwinkel ingelopen en we kwamen er wat betreft schoen, stof, kleur en prijs wel uit. De voeten waren al gemeten. Alleen een aanbetaling weigerde ik te doen. Toen stopte de schoenmaakster er mee en konden we onverrichterzake verder. Helaas dan…

Rondstruinend over een markt ving ik op 'bloes voor 10 USD' en liep vervolgens door. Ik had nog schoenen in mijn hoofd. Een andere plek gevonden waar schoenen stonden in vorm en kleur die me wel aanstonden en het daar opnieuw geprobeerd. Uiteindelijk liep het weer spaak op de aanbetaling. Bij het pak ging dat best makkelijk, maar met schoenen kom je er blijkbaar niet onderuit. Maar ik was al vertrokken.

Inmiddels had ik me bedacht dat 10 USD voor een bloes op maat niet bepaald prijzig is. Tja, voor dat nieuwe pak… Omgedraaid en gevraagd hoe het zat. De 10 USD was voor korte mouw. 16 USD voor lange mouw. Hmmm… Een goede prijs voor twee dan? 28 USD. Al beter maar kan vast nòg beter. Ik wist er uiteindelijk 20 USD voor twee bloezen met lange mouw op maat van te maken. We hadden niks bij in de kleur van het pak maar we hadden het idee dat we twee kleurtjes gekozen die er goed bijpassen. De deal vond ik goed en voor in totaal 20 USD wilde ik het niet laten stuklopen op dezelfde gang van zaken over een aanbetaling als met de schoenen. Dus wat aanbetaald. 16:30u eerste fitting.

Blijkbaar was de mevrouw van de laatste schoenenwinkel ons (toch een eindje) achterna gelopen en zag dat ik aanbetaalde waarna ze me overhaalde terug te komen naar haar winkel. Tja, een beetje gelijk had ze ook wel, al voelde ik me een beetje betrapt. We waren er nu redelijk snel uit en vlak voor ik wilde aanbetalen bleek pas dat ze die kleur die we zo mooi vonden niet hadden. Als ze dat meteen had gezegd waren we er vast met een andere kleur uitgekomen maar ik voelde me op deze manier zo gefopt dat ik alsnog besloot het daar voor gezien te houden.

Van kleren kopen even over naar cultuur. Sommige van de oude gebouwen waar we in konden waren musea. Of een soort van. Je kon daar zien hoe ze vroeger leefden en hoe ze met vooral bamboe en hout werktuigen maakten voor bewatering, vissen, slapen. Hoe ze kleding maakten en zijde. Dat laatste hadden we al eerder gezien bij Da Lat.

Vlak voor we ons rondje gedaan hadden wilde ik toch aan schoenen nog een poging wagen. Bij weer een andere winkel het opnieuw geprobeerd. Ik wist dat het zonder aanbetaling niet zou gaan lukken. Zover was ik wel. De deal was scherp, ik had inmiddels twee paar schoenen, één voor bij het pak en één casual. De deal was zo scherp dat ik me er eigenlijk niet helemaal goed bij voelde. Of je tot het gaatje bent gegaan of er net voorbij weet je nooit, maar zo voelde het wel. Netjes aanbetaald en 18:30u fitten. Het was inmiddels halverwege de middag dus ik was eigenlijk verrast dat het nog kon.

Heel veel tijd hadden we terug in het hotel niet, want het rondje fitten ving al bijna aan. Eerst naar de bloezen. Die waren te krap op de schouder. Geen probleem, om 18u nog een keer terugkomen. Door naar het pak. Gilet OK, jasje ook bij de schouders wat te krap en broek wat te krap. Ook geen probleem. 18:45u terug. Kan mooi na schoenen. Weer terug naar de bloezen, nog te krap. Nog een keer terugkomen kon niet want ze gingen om 18u dicht en morgenvroeg vertrekken we. Toch geen probleem. Wordt wederom aangepast. Om 21u komt ze naar het hotel waar we verblijven. Nu naar de schoenen. De casuals zaten goed en waren OK en we moesten nog even wachten voor de leren er waren. Die kwamen een minuut of 10 later. Op beide schoenen bleken beschadigingen te zitten. De mevrouw van de winkel wilde het afdoen als lijmresten of iets dergelijks die vanzelf zouden verdwijnen na een paar dagen. Het waren duidelijk beschadigingen aan het leer en uiteindelijk ze stelde voor een nieuw paar te laten maken. Die zouden dan morgen voor wij vertrekken opgehaald moeten worden. Weer naar het pak. Eten met de groep was inmiddels geen optie meer. Jasje was nu OK en de broek is nog niet terug. Kunnen we in ieder geval een paar deuren verderop een hapje gaan eten. Na het eten was de broek er en was nu in orde. Meteen door naar het hotel en daar waren m'n bloezen net aangekomen. Ditmaal zaten ze prima. Dat was het voor vandaag. Gelukt om een pak te kopen en bloezen om er bij te dragen. Nog effe wachten hoe het met de schoenen af gaat lopen. Voor vanavond is het met de rest gezellig wat gaan drinken. Biertje, waterpijp en te luide muziek. Het was een interessante dag. Veel gewandeld en gehandeld. Toch één uur voor we in bed lagen. Mochten foto's van m'n pak het tot het album bij dit verhaal halen, het ziet er vast wat raar uit op blote voeten of crocs, maar de schoenen had ik op dat moment nog niet. :-)

We moesten wat vroeger op dan nodig was om met Stray weer op pad te gaan want we moesten de schoenen nog ophalen. Ook een paar dames moesten nog op pad om hun aanwinsten compleet te krijgen. Op de afgesproken tijd van 8:30u stonden we bij de schoenenwinkel. Niemand daar. Het winkeltje links ervan gaat open. Het winkeltje rechts ervan gaat open. Maar niet het winkeltje waar ik moet zijn. En om 9u vertrekken we. Voor ik zenuwachtig kon worden verschenen zowel de schoenen als de mevrouw van de schoenenwinkel. De schoenen zagen er goed uit! Het was toch wat lullig dat ze de schoenen over moesten doen terwijl het al zo'n scherpe deal was. Ook die had ik uiteindelijk toch nodig dus ik besloot om in dezelfde winkel een riem te kopen. Niet voor de hoofdprijs, maar zonder al te veel af te dingen. Dat was ook een beetje voor mijn eigen 'feel good'. ;-)  Een driedelig maatpak, twee maatbloezen, twee paar maatschoenen en een riem voor ruim minder dan 200 Euro.

Zoals je waarschijnlijk had verwacht heeft de beschrijving van dit kledingverhaal uiteindelijk niet heel veel ingeboet...

Aangevuld met een Noor rijden we verder naar het noorden. 120 km tot aan Hue. Het is een redelijk grote, moderne stad vooral bekend om de citadel die daar staat uit het keizerlijke verleden van Vietnam. We komen hier al rond lunchtijd aan. Dat geeft ons de middag om wat te doen en wederom is de activiteit van onze keuze op scooters rondrijden. Dat was de vorige keer goed bevallen. Het was minder lang en diepgaand als de rit rond Da Lat maar evengoed vermakelijk. Een uitzichtpunt op een heuvel met bunkers en uitkijk over de rivier, een colosseum waar gevechten tussen tijgers en olifanten werden gehouden, een kraampje waar ze wierrook stokjes maken en een pagode. Van de citadel zien we alleen de buitenkant. Daar heb ik vrede mee. Het paleis in de citadel schijnt een replica van de Verboden Stad in Peking te zijn. En ja, die heb ik al gezien, dus waarom naar een replica gaan. ;-)  De rit eindigt door het drukke centrum van Hue. Een vermakelijk stukje rijden. Eten doen we vanavond in een soort Engelse pub met in ieder geval Engels voetbal op de schermen. Potje bier erbij. Beetje poolen.

De volgende stop is ruim 200 kilometer noordelijker in Dong Hoi. Onderweg stoppen we onder andere bij de rivier die in de Vietnamoorlog noord en zuid scheidde. Naast de weg voor autoverkeer is er een voetgangersbrug. De brug is in twee kleuren geschilderd, de noordkant in een andere kleur dan de zuidkant. Aan beide kanten van die brug staan een groot monument dat je verwelkomt en je er op wijst hoe blij je moet zijn dat je aan de noord/zuid*-kant bent. De luidsprekers waarmee in de tijd van de oorlog de propaganda over en weer werd getoeterd staan er nog steeds.

Iets ten noorden van de deze overgang zijn de Vinh Moc tunnels te vinden die tussen 1945 en 1975 zijn gegraven. Niet voor vechtdoeleinden zoals in de tunnels in het zuiden, maar puur als bescherming. Alles bij elkaar maar 1 kilometer aan tunnels in drie lagen met 13 ingangen. Door een stuk van deze tunnels hebben we gewandeld. De tunnels zijn stukken groter en wijder dan de tunnels nabij Ho Chi Minh City. Op de meeste plekken kun je net wel, net niet, rechtop lopen en er zijn ruimtes ter grote van een kleine slaapkamer waar mensen verbleven. Er waren tevens een waterput en een kraamruimte. Het was er hoe dan ook bloedheet als je er doorheen liep en eenmaal buiten door de inspanning was het niet veel beter.

Tegen de avond kwamen aan bij het resort dat een eindje van iedere vorm van beschaving af ligt. Het ligt er mooi aan een meertje. Het was boffen voor ons dat als je een double room had geboekt je een gratis upgrade naar een bungalow van 50 m2 kreeg. Met daarin en hemelbed, inloopdouche & balkon met uitzicht op het meer. Dat was echt super! Het resort had een zwembad en de verkoeling ervan was erg aangenaam. Ik moet zeggen dat Stray de plekjes weet te vinden.

Het einde van Vietnam komt in zicht maar we hebben nog een paar mooie dagen in het vooruitzicht. In de buurt van onze mooie bungalows in Phong Nha zijn een aantal grotten die we gaan bezoeken. Om daar te komen rijden we een kilometer of 25 door een landschap van karstbergen, of kalksteen bergen. Een beetje Ha Long Bay maar dan op land. De eerste grot die we bezoeken is Paradise Cave. Die doet zijn naam eer aan. Het is een grote grot waar je zo'n 45 minuten over trappen en bruggen/platformen in kunt lopen door grote hallen, gangen en etalages. Er zijn overal stalagmieten en stalactieten en allerlei soorten en maten. Wat het indrukwekkend maakt is dat er heel veel is uitgelicht met verschillende kleuren. Ziet er erg mooi uit. Een paar foto's hiervan zullen zeker het halen in het begeleidende album.

Na hier een kleine twee uur te hebben rondgelopen en talloze foto's te hebben gemaakt gaan we naar een andere grot van hele andere aard, zoals de naam ook doet vermoeden, de Dark Cave. Hier hebben we eerst lunch. Op het menu stonden maar twee (niet-vegetarische) gerechten, één met beef en één met garnalen. Alleen dat hadden ze niet. Wel die gerechten met kip of pork. Dus… Bij deze grot was wat meer activiteit in het spel. We werden in een harnas gehesen, kregen een zwemvest aan en een helm met lampje op. Eerst tokkelden we een rivier over. Ik ben inmiddels zoveel aangekomen dat ik dat nog maar net mocht doen. Anders had ik met een kayak naar de andere kant moeten varen. Daarna liepen we een stukje de grot in waarna we in het pikkedonker een eindje moesten zwemmen. Daarna weer een stukje lopen door smalle, van de natte klei, glibberige gangen naar een waar modderbad. Om daar te komen moest eerst door de modder geklauterd worden. Dat gaat niet bepaald vanzelf. Al probeer je in eerste instantie te voorkomen dat je vies wordt, is daar geen ontkomen aan. O, o o, wat hebben we daar met zijn allen gelachen over hoe dat er aan toe ging. Tegen de tijd dat we bij het modderbad zelf waren, was het niet lastig meer je over te geven en er in te badderen. Erg relaxt, eerlijk gezegd. Het is zo dik dat je er in kunt zitten zonder te zinken of liggen zonder onder te gaan. Daarna wandelden we terug, deden we een poging ons schoon te wassen en zwemmen en met een kayak gingen we terug de rivier over. Daar konden we met een ander tokkelbaantje nog wat in het water plonzen om daarna terug naar de bungalows te gaan. Dit was erg vermakelijk.

Onze trip eindigt over een paar dagen in Hanoi. We hebben dan geen tijd om naar Ha Long Bay te gaan dat alom gezien wordt als een must see als je in Vietnam bent. Met wat hulp en puzzelwerk hebben we besloten om wederom een kleine aanpassing te maken aan het Stray reisplan. We reizen morgen nog mee naar Ninh Binh waarna we met openbaar vervoer naar Hanoi zullen gaan. Met Stray slaan we dan een dag in Ninh Binh over en een toevluchtsoord voor apen in de buurt van Hanoi. Het zal achteraf blijken wat we gemist hebben in de omgeving van Ninh Binh heel mooi was. De apen lig ik niet zo wakker van. Die heb inmiddels genoeg gezien en die waren nota bene wild. Griet vond het uiteindelijk ook een betere keus om een cruise in Ha Long Bay te gaan maken dan de aapjes te zien. Het zijn tenslotte onze laatste paar dagen samen voor de komende maanden dus het leek ons een mooie manier die met een cruise af te sluiten. Zo ben ik aan het puzzelen en onderhandelen geslagen met het hotel waar we in Hanoi zouden verblijven en er een mooi package deal van kunnen maken over het verblijf, vervoer en een cruise. Dat gebeurde voor een groot gedeelte 's avonds in de bungalow onder invloed van uitermate goedkope, maar zeer drinkbare, Laotiaanse Whisky verstrekt door onze chauffeur in Vietnam. Een geweldige kerel die geen woord Engels spreekt maar met wie we een hoop lol hebben gehad. Het was sowieso één van de leukste dagen met de hele groep.

Een lange laatste rit met het Stray gezelschap van zo'n 350 kilometer verder naar het noorden naar Ninh Binh. Ondanks dat we steeds dichter bij Hanoi komen, rijden we door streken waar ze blijkbaar niet veel westerlingen zien. Bij een benzinestation waren we even onze benen aan het strekken en zo'n beetje iedereen die voorbij kwam stond ons aan te staren. Er was een scooter met een jongen en een meid er op die in tegengestelde richting aan het rijden waren. Toen ze Griet zagen zijn ze omgedraaid en teruggereden en vroegen aan Griet of de meid met haar op de foto mocht. Daarna stapten ze weer op en reden ze verder. Dat 'we' hier zo bijzonder waren verbaasde me, maar amusant was het.

Op papier zag het er naar uit dat Ninh Bing erg mooi gelegen is. De rit deed dat niet vermoeden. Zelfs toen we bij het hotel aankwamen was ik niet bepaald onder de indruk. Pas toen we op het balkon stonden voor onze kamer op de zevende verdieping was duidelijk dat het achterliggende landschap mooi was. Een vijvertje op de voorgrond en op de achtergrond een landschap vol karstbergen. Dat had ik niet zien aankomen. Veel tijd hadden we hier niet. We hebben onze bus ticket geregeld, hebben gegeten in het restaurant aan de overkant van de straat en onder het genot van een drankje hebben we min of meer afscheid genomen van de groep. Dit was een leuke groep waar ik soms al vele weken  mee op was getrokken. We waren een hechte club.

Om 5:30u moesten we op om de laatste ruim 100 kilometer af te leggen naar Hanoi met het openbaar vervoer. Ging vlot. Op het busstation in Hanoi namen we de taxi die het hotel voor ons zou betalen. Het hotel lag handig in het oude centrum van de stad. Geen idee met wie ik contact had gehad, maar in het hotel werden we ontvangen met een kopje koffie en ze wisten precies te vertellen welke afspraken er gemaakt waren. Ik was onder de indruk. Ondanks dat het pas 10:30u was konden we onze kamer al in.

Gezien onze verandering van de reisplannen hebben we nu niet een volle dag om wat van Hanoi te zien, maar alleen deze middag. Om 13u zijn we er op uit gegaan en hebben een uitgebreide ronde door het oude centrum kunnen wandelen. Eigenlijk was dat meer dan genoeg tijd om een indruk van de stad te krijgen. Het geluk wou dat het beroemde café waar je 'egg coffee' kunt krijgen om de hoek van het hotel was. Dat wilde we op aanbeveling graag proberen. Het is koffie waar een eigeel doorheen is geroerd. Klinkt vreemd, maar het was verrassend lekker. Wel zoet. En ondanks dat het min of meer een toeristische trekpleister is was het spotgoedkoop. Het was alles bij elkaar een lange dag die niet lang na het eten vlak bij het hotel werd afgesloten.

(Verder in Deel 2)

Foto’s

2 Reacties

  1. Erik:
    20 december 2015
    Ik lees wel dat het walhalla voor mij zou zijn met onderhandelen! De jood komt op de bank al naar boven haha
  2. Patrick (lange collega):
    21 december 2015
    Hee, ziet er fantastisch uit, mooi verhaal. Vietnam staat nog op mijn lijstje, ik zie dat je me goede tips kunt geven, doen we bij de koffie!