Patagonië, here I come!

30 november 2015 - El Chaltén, Argentinië

Zo, dat is een paar maanden geleden. Ik ben inmiddels anderhalve maand terug thuis. Het zal duidelijk zijn dat het er niet van is gekomen tussentijds nog updates te publiceren. Toch is het m'n bedoeling om de hele reis te verslaan. Hier kun je voorlopig weer vooruit.

Het was mijn bedoeling in dit hoofdstuk vijf weken te verslaan, maar dat kan ik niemand aan doen, mezelf incluis. Zodoende hak ik het stuk Patagonië in twee. Ik doe niet vijf weken over Patagonië, maar de week ervoor en de week erna hebben nog een en ander dat het vermelden waard is. Daarnaast ben ik fan van landschappen en zal het aantal foto's dat deze verhalen vergezeld omvangrijk zijn. Want mooie landschappen waren er veel. 'Prachtig', 'mooi' en 'geweldig' zullen termen zijn die de komende verhalen regelmatig gebruikt worden. 

In de tijd tussen Santa Marta en begin Patagonië had ik vooraf niks gepland. Dat was zo'n periode waarin ik te zijner tijd zou beslissen wat te gaan doen. Ik had besloten het te gebruiken om niet veel te doen. Relaxen en opladen. Zoveel rust momenten heb ik nog niet gehad. Ik had alleen de vlucht naar Santiago in Chili geboekt. Dat is vanaf waar de Patagonië reis begint.

Onderweg naar Santiago had ik een klein, misschien zelfs wel redelijk groot, eureka momentje. Op het moment dat ik in Santa Marta in het vliegtuig zou stappen wist ik dat ik voorlopig van de hitte verlost zou zijn. Bogota, waar ik een tussenstop had, ligt op meer dan 2 kilometer hoogte en daar is het aangenaam en vervolgens vlieg ik een paar uur in zuidelijke richting en zal het alleen maar aangenamer worden. Van daaruit ga ik nog verder zuidelijk naar het zuidelijkste puntje van het continent. Ruim twee maanden geen hitte meer!

In Santiago had ik een ruim appartement geboekt met zithoek, -bank en keukentje om het gevoel van een soort van thuis te hebben. Dat was gelukt, een appartement op de 18e verdieping. Helaas niet echt uitzicht, want tussen de bergen gelegen kan het uitzicht in Santiago heel mooi zijn. 

Ik was nog niet helemaal ontdaan van ellende en onzorgvuldigheid. De ermee geassocieerde kosten waren wel drastisch gereduceerd. In Santa Marta had ik mijn opblaaskussentje in het hotel laten liggen, tussen de andere dingen van mijn bagage die ik bewust had achtergelaten. Er zaten nog een aantal kampeerovernachtingen aan te komen en het komt mijn nachtrust absoluut ten goede als ik een 'fatsoenlijke' kussen heb. Na hulp van Google kon ik in Santiago rondwandelen combineren met het vinden van een opblaaskussentje. En dat was gelukt. Voor 2 Euro.

Santiago was een relaxte stad. Zo relaxt dat het bijna saai was. Dat was de indruk die ik had in het kleine beetje tijd dat ik niet binnen in het appartement doorbracht. De rust was fijn. Boodschappen doen, wasje draaien, werken aan m'n blog, wandelingetje maken. In een korte broek de straat op was gewoonte geworden terwijl het hier in de ochtend nog best fris kon zijn. Dat zag ik als een luxe. De zon overdag was niet meer iets om aan te ontsnappen, maar waar je bewust in ging staan om lekker van de warmte te genieten. Iets anders waar ik aan moest wennen was de lengte van de dagen. Gedurende mijn hele reis ben ik tot nu toe op plekken geweest waar het winter was of die dicht op de evenaar lagen en waar het altijd tussen 18u en 19u donker was. Hier was het ineens licht tot een uur of negen en dat kan ik wel waarderen.

Om in de dag of tien die ik hier ben toch wàt te doen had ik besloten om naar Mendoza in Argentinië te gaan, met als enige doel de busrit er naar toe. Ik had begrepen dat het een hele mooie busrit door de Andes is waarbij je onderweg - op afstand - Aconcagua passeert. Met een kleine 7000 meter de hoogste berg van Zuid-Amerika. Oftewel, een mooi verzetje zonder te veel poespas voor de drukte van de Patagonië reis. Het zou een heel duur uitstapje naar Mendoza blijken te worden.

Mijn grote rugzak kon ik in het appartement achterlaten zodat ik voor de paar dagen met alleen een kleine rugzak op pad kon. Treinen kennen ze hier niet echt en bussen zijn een voorname manier om te verplaatsen. De busterminals zijn groot en zijn een soort mini-vliegvelden, waar verschillende busmaatschappijen hun eigen kraampje en stations hebben. De bussen zijn van goede kwaliteit met stoelen die breed zijn, ver achterover kunnen en goed ge-airconditioned zijn. Er werd zelfs koffie met een koekje geserveerd.

Toen de bus vertrok was het in eerste instantie bewolkt. Dat is niet wat je wilt als het doel van de reis het uitzicht onderweg is. Het zag er veelbelovend uit en inderdaad, naarmate de reis vorderde werd het weer steeds beter. De bergen werden steeds hoger en de uitzichten steeds mooier. Van de 500 meter hoogte waarop Santiago ligt klommen we uiteindelijk naar 3200 meter. Onder andere via een stuk of 30 haarspeldbochten achter elkaar. Dan was het een stuk relatief vlak en was er de grenspost. Op 2800 meter gelegen in het bergachtige landschap de mooist gelegen grensovergang die ik me kan herinneren. De Chileense en Argentijnse douanebeambten zaten gebroederlijk naast mekaar in een hokje wat de grensovergang sneller deed verlopen. Bagage moest de bus uit, door de scanner en weer de bus in. Eens temeer blij dat ik m'n grote rugzak niet bij me had. We reden nog uren door dit geweldige landschap. Op den duur werden de bergen wat minder hoog, lag er minder sneeuw op en veranderde het meer en meer in steppe als we de Andes uitreden. Ik kan er nog een tijd superlatieven op loslaten maar ik kan beter de foto's voor zich laten spreken. Alhoewel de pracht en praal zich niet altijd goed laat vangen in een foto. Zeker niet als je die uit een rijdende bus moet nemen.

Na een rit van zo'n acht uur kwam ik na zo'n 365 kilometer te hebben afgelegd in Mendoza aan. Aangezien ik geen haast had stapte ik als laatste de bus uit nadat ik gekeken had of ik niks had vergeten. Ik liep door de terminal heen zoekend naar de juiste uitgang toen ik me afvraag waar mijn moneybelt was gebleven. Die had ik niet om en ik herinnerde me niet dat ik die in m'n tas heb gestoken. Dit keer schoot wèl zo'n scheut door me heen, me beseffende dat ik 'totally f*cked' was. Ik had Venezuela overleefd, Colombia was prima verlopen en Santiago voelde veilig. Ik was er lui, onachtzaam en eigenlijk gewoon superstom van geworden. Ik had mijn paspoort, al mijn passen en mijn cash voorraden - voor het gemak – weer bij elkaar in de moneybelt gestoken. Als ik die kwijt ben, hèb ik helemaal niks meer en kàn ik helemaal niks meer. Ik rende terug de bus in. Daar lag het niet. Ik heb m'n tas binnenstebuiten gekeerd waarvan ik wist dat het niet veel uit zou halen. F*ck! De buschauffeur had me de bus in zien lopen en vroeg me wat er aan de hand was. Ik geen Spaans en hij geen Engels sprekend, werd het me duidelijk dat iemand wat gevonden had en het afgegeven bij de balie van de busmaatschappij. Ik snelde er naar toe en daar bleek het te zijn. In eerste instantie intense blijdschap en opluchting. Ik zag meteen dat m'n paspoort er nog in zat, als ook al mijn passen. In tweede instantie zag ik dat alle cash er uit was gehaald. Dat was ruim 600 Dollars plus alle geldbriefjes die ik uit landen meeneem als souvenirs. In eerste instantie was ik erg blij dat iemand de moneybelt gevonden had en daar had afgegeven. Nadat de rust was teruggekeerd en ik er over nadacht werd me meer en meer duidelijk dat het niet zo was dat ik blij moest zijn dat iemand het gevonden en afgegeven had, hij had was simpelweg van me gejat. De moneybelt heb ik altijd om gehad of heeft naast me gelegen in de bus op de vrije zitting. Ik ben veel van mijn plek af geweest om foto's te maken, ben naar de wc geweest en heb wat liggen dutten. De eikel die mijn moneybelt had afgegeven bij de balie heeft op een onbewaakt moment dat ding gejat, op zijn gemak leeggeroofd en daarna afgegeven. Ik heb nog een rondje gelopen door de terminal om te kijken of ik die kerel kon vinden, maar die was uiteraard gevlogen. Om stoom af te blazen heb ik eerst drie kwartier met Griet gebeld en daarna even lang met ma. Dat luchtte erg op. Gezien de situatie kon ik beter blij zijn dat de leeggeroofde moneybelt was teruggeven dan dat hij hem in zijn geheel had meegenomen. Snel vergeten en weer verder.

Onderweg naar de hostel die ik geboekt had, had ik een paar keer gepind. Duur pinnen, want de limiet per transactie was niet hoog en je mag mooi iedere keer kosten betalen aan zowel de bank waar je pint als de bank waar je thuis bij bent. Veel keus had ik niet, want ik had sowieso geen Argentijns geld, had een hoop cash verloren en ik was alles bij elkaar nog een aantal weken in Argentinië. De dag erop liep ik met een jongen die ik had leren kennen in de hostel langs de banken om weer cash te halen. Hij verklaarde me voor gek en legde me uit dat net als in Venezuela, er in Argentinië een zwarte markt voor geld was. Dat zou betekenen 15 Argentijnse Peso voor een Dollar in plaats van iets minder dan 10. Dat is niet zo mooi als in Venezuela maar zou een onverwachte meevaller zijn. Die kon ik wel gebruiken na het verlies van m'n cash gisteren. Ik besloot niet te pinnen en er terug in Santiago nog eens goed naar te kijken.

Met die knul, die uit Honk Kong kwam, was ik onderweg naar Maipú, een bekende wijnstreek rond Mendoza. Ik deelde met hem de dorm in de hostel. Hij was net als ik voor lange tijd aan het reizen. Hij nodigde me uit om met hem mee te gaan naar de wijnstreek aangezien hij het anders alleen moest doen. Ik was er voor slechts één dag. Zonder plan. Als naar een wijnmakerij gaan het ding is te doen, dan ben ik voor. We hebben veel met elkaar gebabbeld. Van mijn kant zal dat deels gekomen zijn door het feit dat ik inmiddels bijna een week met bijna niemand had kunnen babbelen.

De wijnmaker waar we uitkwamen was Trapiche. Het proces van wijn maken is nog simpeler dan dat van bier, dus een hele lange excursie was het niet. Een leuke en toch ook leerzame rondleiding was het wel. Zo leerde ik hoe je eenvoudig het onderscheid kunt maken tussen de 'goedkope' en de wat betere flessen wijn. De wijntjes die we konden proeven waren smakelijk. Eigenlijk was het de eerste keer ooit dat ik me met de smaak van wijn had bezig gehouden. Het zou een voorbode blijken te zijn.

Met de knul had ik maar kort contact gehad en we konden het goed met elkaar vinden. Ik waardeerde zijn aanbod om voor ons samen te koken na het uitstapje en zelfs kreeg ik van hem een aantal bankbiljetten van de landen waar we allebei geweest waren en die van mij gejat waren. Ten slotte had hij uitgezocht bij welke geldautomaten in Santiago je het meeste per keer kon pinnen en waar de wisselkantoren met de gunstigste koersen zaten.

De dag er op weer terug met de bus naar Santiago. Dezelfde mooie rit. Dit keer waren er verschillende gewapende militairen aan boord. Waren die er op de heenweg maar geweest, dacht ik, dan was de kans een stuk kleiner geweest dat die eikel m'n geld gejat had. In Santiago was mijn missie voor de dagen die ik had tot het begin van de Patagonië reis er voor te zorgen dat ik op een zo gunstig mogelijke manier van cash voorzien zou zijn.

Een aantal dagen op rij heb ik de maximale dag limiet opgenomen om cash te verzamelen. Enigszins tot mijn verbazing kon ik die gepinde Chileense Peso bij een officieel wisselkantoor tegen een betere koers omwisselen naar Argentijnse Peso dan ik in Argentinië op de zwarte markt met Dollars kon. Dus nog maar Chileense peso pinnen, want ik ging er van uit dat hoe lager je op het continent komt, hoe afgelegener het is en hoe slechter dat voor de wisselkoers is. Dit was geen moment meer dat ik nog eens van mijn contante geld beroofd wilde worden!

Een halve dag had ik nog ingepland om het centrum van Santiago te bekijken. Ik kon daar moeilijk een week geweest zijn en er helemaal niks van hebben gezien. Dat gebied was nota bene op loopafstand. In een lekker zonnetje struinde ik door de parkjes, winkelstraten en pleintjes. Niks bijzonders tegengekomen, maar het was een gezellige wandeling en ik was een paar uurtjes zoet. Het was vrijwel de eerste keer dat ik in een restaurant ging eten want de andere dagen heb ik zelf wat klaargemaakt - lees: pizza in de oven gegooid - of wat kleins op straat gescoord. Het interessante is, dat restaurants vaak voor acht uur 's avonds niet open zijn. Lekker om zes uur eten zit er niet zomaar in. Het werd alleen al later om iets gevonden te krijgen dat open was. Afijn, uiteindelijk iets gevonden waar ik degelijk kon eten.

Nou heb ik allemaal dingen verteld over een ruime week waarin ik eigenlijk niet zo heel veel bijzonders heb gedaan. Aan Patagonië moet ik nog beginnen. Laat ik dat maar gauw doen.

De details kende ik niet, maar het deel Patagonië was eens een stuk van mijn reis waar ik wèl van wist wat ik ervan kon verwachten. Het is een plek waar ik al vele jaren heen wil en al verschillende pogingen heb ondernomen om dat te doen. Er was altijd een reden waarom het uiteindelijk niet is doorgegaan.

Over G Adventures ben ik erg positief geweest, de drie reizen die ik met hen heb gedaan tot nu toe zijn erg goed bevallen. Voor een groot gedeelte kwam dat door de begeleiders die vaak uit de buurt kwamen en serieus wat toevoegde aan de reis. Door hun enthousiasme, hun (lokale) taalvaardigheden, hun kennis van zaken, de omgeving en de activiteiten. Deze keer ga ik met Dragoman op pad. Misschien voel je hem al aankomen, niks van dat alles was het geval bij deze reis van Dragoman. De crew - een Engelse en een Nederlander - begonnen met de strekking: "We zijn hier relatief nieuw en kennen het hier vrijwel niet." Een enthousiaste aanvulling over hoe gaaf ze Patagonië vonden, hoe graag ze allerlei dingen wouden doen en hoe graag ze wilden leren en er voor ons het beste van maken, zat er niet in. Het zou uiteindelijk blijken dat het ook zo was. De één was er vooral in geïnteresseerd wanneer er weer een kroeg was waar ze heen kon en de ander waar je bij de lunch de grootste portie friet kon krijgen. Voor mij betekende het 'Dragoman avontuur' niks meer en niks minder dan vervoer van Santiago naar Ushuaia. Die irritatie heb ik nu van me afgeschreven. Dan kan ik verder gaan met te zeggen dat Patagonië te mooi en te gaaf is om er niet van te genieten. En ik heb er veel van genoten. Voor het gemak, Patagonië is grofweg het onderste gedeelte van het Zuid-Amerikaanse continent, het stuk onder de 41e breedtegraad.

De reis strekte van Santiago, Chili, naar Ushuaia, Argentinië. In totaal hopte we een keer of vijf van Chili de grens over in Argentinië en van Argentinië weer terug in Chili. Goed voor het aantal stempels in je paspoort. Dat gebeurde in een 'overland truck' zoals ik ook door Afrika heen ben gereisd eerder in mijn reis. Het ging hier over 'slechts' 4000 kilometer. De eerste dag deden we er zo'n 800 van in twaalf uur tijd. We waren dus weer eens vroeg op pad. Om half zes in de ochtend om precies te zijn. De truck was iets anders dan die in Afrika. Deze leek wat ruimer, had 2 in plaats van 1 tafeltjes en de cabine en het passagiersgedeelte hadden een open verbinding met elkaar. De stoelen hadden verwarming. Stel je daar niet te veel bij voor. Een warmte unit onder een paar stoelen. We hebben ze niet nodig gehad, maar afhankelijk van waar je zit heb je of verbrande billen of heb je het nog steeds koud. Deze truck had ook een reservoir voor drinkwater aan boord. Laadcapaciteit voor de door iedereen meegedragen gadgets was daarentegen een stuk minder.

We reden door de bergen van de Andes die we later uitreden. We reden langs vele wijnvelden. Allemaal over een goede snelweg, dus dat ging vlot. Dan werd het weer heuvelachtiger en was er veel bos en landbouw. Veel velden met het gele koolzaad. We kwamen uiteindelijk uit in het op zo'n 200 meter gelegen Pucon, nog steeds in Chili. Het is een mooie omgeving met als hoogtepunt de Villarica vulkaan. Er werd overal druk gebouwd. Het was duidelijk een bestemming die in opkomst is.

Meteen een plek waar we drie nachten blijven. In een hostel met grote kamers en ruime bedden. Alleen wij zijn er dus genoeg ruimte. Lokale top activiteit is het beklimmen van de Villarica. Het hing er om of we er op konden aangezien sinds een uitbarsting eerder het jaar de vulkaan gesloten was. Pas sinds kort was de vulkaan weer open en het was zodoende druk met mensen die er graag op wilden. Na een hoop gebel bleek er nog ergens plek voor ons te zijn. Om gemiste inkomsten van de maanden dat de vulkaan gesloten was goed te maken, was het wel meer dan twee keer zo duur dan het voorgaande jaren was. Dat vond ik te prijzig worden voor een wandeling op een vulkaan (en al vaker gedaan) dus ik besloot mee te doen met een andere activiteit: canyoning.

Dat was voor de dag er op, eerst naar de supermarkt. Gewoon een grote moderne supermarkt. Super handig dat die tot 1 uur 's nachts open is. Alcohol en snacks halen. Hier is het dat de overgave aan wijn echt begon. Bevoorraad naar het lokale strandje van vulkanisch steen, twee blokken verderop. Mooi uitzicht over het meer van Pucon. Onder het genot van een drankje en een hapje babbelde we wat en zagen we de zon ondergaan. Daarna zijn we downtown Pucon met de hele groep gaan eten. De eerste avond op pad met deze nieuwe groep.

Voor het canyoningen was er een rondwandeling door Pucon. Zo staken we wat op over de geschiedenis van het plaatsje  terwijl het lekker weer was om buiten te wandelen. Met kans op een bui. Het was te bewolkt om de top van de vulkaan te zien. Het weer was ´s middags niet beter. Voor canyoning niet erg want je wordt in een wetsuit gehesen en dan valt het al gauw mee. En een helmpje op. Met 13 van de groep gingen we dat doen wat mede gezien het scala aan mogelijke activiteiten blijkbaar verrassend veel was. Ik wist eigenlijk niet wat 'canyoning' was. Het komt er op neer dat je een kloof(je)/rivier volgt dan wel afdaalt met alle middelen die daar voor nodig zijn. Lopen, klauteren, over land, door het water, op je billen als van een glijbaan, abseilend of je laten afzakkend. Dat was erg vermakelijk. Al duurt het lang voor de hele groep ergens van ge-abseild was en er sommigen stonden te blauwbekken van de kou. Zo zijn we 3 tot 4 uur zoet geweest om een paar kilometer af te leggen.

Een kilometer of 20 van Pucon is Huerquehue National Park. Zo heette dat ja. Met de bus makkelijk te bereiken en genoeg wandel opties. Dat was de invulling van de tweede volle dag in Pucon. Met een groepje van een man of 8 reden we er heen. Genietend van het landschap. Het zou zo maar in de Alpen kunnen zijn, of in Nieuw Zeeland, of Canada. Heldere meren met rotsen of heuvels er omheen. Met langs de rand van die moerassige stukken of stukken waar van dat riet staat als overgang van water naar land. Grote groene bossen met kronkelende bospaadjes waar je je via trappen van door regen bloot gelegde boomwortels een weg omhoog baande. En dag flinke arbeid. Ik realiseerde me dan, dat dit toch het type landschap en natuur is waar ik het meeste van geniet. Niet op de laatste plaats vanwege het bijbehorende klimaat. Het was zalig weer om actief te zijn en als je effe stilstaat was het eerder een zorg dat je het niet koud kreeg dan hoe je van de hitte af moest komen. Dat maakt omhoog lopen een stuk plezieriger. Onderweg waren er verschillende punten waar je uitzicht hebt op Villarica. Alleen niet vandaag. Ik was benieuwd hoe het de reisgenoten verging die op dat moment bezig waren haar te beklimmen. We wandelden een paar uur omhoog en omlaag door het park tot een meer zoals hierboven beschreven. Het was op zich best lekker weer met zo nu en dan zon, maar met een briesje wind op 1300 meter was het stilzittend zonder jas wat fris. Op sommige plekken lag nog sneeuw. Best veel sneeuw. Sommige paden waren gesloten omdat er te veel sneeuw lag. Sommigen besloten terug te gaan om de middag bus te halen. Met een paar andere bleef ik. Heerlijke plek hier. En het moordtempo waarin je dan terug moest om de bus te halen stond me niet zo aan. We wandelden nog wat verder door de bossen en langs de meertjes voor we richting uitgang moesten om de laatste bus niet te missen. Dat was het moment dat we de groep tegenkwamen die de vulkaan op zouden gaan. Zouden gaan. Dus niet gebeurd. Ze hadden alle voorbereidingen getroffen en waren net begonnen. Ze zagen geen hand voor ogen. Ze hadden daar de keus om terug te gaan en hun geld terug te krijgen of door te gaan. Met een hele grote kans dat je onverrichterzake terugkomt en wel hebt moeten betalen, werd de keuze teruggaan. Zodoende waren ze ook naar het Nationale Park gekomen. We misten uiteindelijk onze bus maar de groep van de vulkaan was met privé vervoer gekomen. Zo konden we allemaal met hetzelfde vervoer mee. De chauffeur van dat busje zag zijn monopolie positie al te goed in en wilde dat we voor het meenemen van ons extra betaalden. Want ja, extra benzine en zo... We hadden 16 kilometer en in totaal 1000 omhoog en weer omlaag gelopen. Ik was best gaar en de optie hot spring klonk me als muziek in de oren. Ook al is die nog een stukje rijden. Tot mijn verbazing was ik op een groep van ruim 20 man (m/v) de enige die het genot van de hot spring inzag. Met als resultaat geen bezoek aan een hot spring. Wel lekker uit eten en wat wijn. In de grote huiskamer van de hostel. Met de laptop op schoot en een film op de achtergrond. Daarna op tijd naar bed. Het zal half elf niet gehaald hebben.

De volgende stop op de reis door Patagonië was Bariloche. Zo'n 375 kilometer rijden waar we een uur of vier over hebben gedaan. Na twee uur was de eerste grensovergang van Chili naar Argentinië. Deze keer zaten de douanebeambten niet gebroederlijk naast elkaar maar ieder in een gebouwtje aan hun eigen kant van de grens. De grensovergang was een klein weggetje door een berglandschap. Het grensgebouw stond naast een vulkaan. Het was een bewolkte dag, dus veel zagen we er niet van. Wel dat het hier mooi was. Na de grens klaarde het stukje bij beetje op en kwam de schoonheid van het landschap langzaam tot leve. We kwamen onderweg onder andere roofvogels, vossen en vooral regelmatig guanaco's tegen. Dat zijn lama's, maar dan anders. We reden door weidse toendra's zoals in Groenland, valleien zoals je ze in Zweden ziet, steppe als in Mongolië, bossen, meren en ruige grijze rotsen met af en toe witte toppen zoals je het ziet in Nieuw Zeeland, Alaska of de Europese Alpen. Het is de bedoeling dat het enigszins poëtisch en wel-bereisd overkomt om te onderschrijven hoe mooi het was. Er zouden in dit gebied veel condors moeten zijn maar die zijn we niet tegengekomen. Het was allemaal prachtig en er werden veel foto's gemaakt. Op sommige wegen kunnen we niet harder dan 20 of 30 kilometer per uur. Lunch was zoals dat, net als in Afrika, bij 'overlanden' gaat ergens op een willekeurige mooie plek langs de route. Tafels en stoeltjes naar buiten en terwijl de keukenploeg groente en fruit snijdt kan de rest zich vergapen aan de omgeving. Tot zover leken de zuidwaarts afgelegde kilometers evenredig met de windsterkte. Vrijwel nergens ontkom je meer aan op zijn minst een bries. De rit verliep soepel en we waren rond een uur of vier in het aan een groot meer gelegen Bariloche. De stad met meer dan 100.000 inwoners is een populaire bestemming in Patagonië. Zodoende relatief druk. We zouden het zien. Eerst installeerden we ons in een hostel waar we ook uitleg kregen over wat we hier konden doen, de ene volle dag we hier waren. Via bier en wijn liep dat over in een heerlijke barbecue. Lamsvlees staat in deze contreien gegarandeerd op het menu. Gesmuld hebben we.

Wandelen en fietsen was wat ik in Bariloche ging doen. Niet in heel mooi weer. Fris en bewolkt was het vooral en af en toe een drup regen. Na een korte rit met een openbaar vervoer bus richting het nationale park klauterde we in een minuut of twintig een bergje op. De kabelbaan was niet nodig. Ondanks het frisse druilerige weer was het uitzicht de moeite waard. Weelderige kades, kleine eilandjes in een landschap van bergen, water en bossen in een grauwe verpakking. Veel hoger dan we waren moesten we niet komen want dan was er niet veel te zien. Vandaar dat fietsen de bezigheid van de middag werd. Niksen in de warme droge hostel was een alternatief maar dat is niet de reden dat ik naar Patagonië wilde. Met een man of 6 huurden we fietsen en deden een rondje van ongeveer 27 kilometer. Met redelijk wat hoogtemeters. Bij deze activiteit was het duidelijk dat de Nederlandse wortels een voorsprong gaven op de rest. Voor mij was het een fijn ritje door een mooie omgeving. Voor anderen was het een workout die ze nooit meer wensten te doen.

Hoewel de crew niet bepaald uitblonk in... wat dan ook, kenden ze hier in Bariloche wel een heel goed restaurant. Een sfeervol steak restaurant. Man, dat was steak zoals steak bedoeld was. 500 gram zalige en malse steak. Dit was steak zoals ik nog nooit op had en nooit meer zal hebben. En voor een prijs waar je in Nederland nog niet naar een bal gehakt kan kijken. Sjongejonge. Ik geniet er nu nog van.

In Patagonië zijn een paar schoonheden die je niet mag missen. Ze zijn populaire bestemmingen maar dat is niet voor niks. De volgende voor ons was (bij) El Chaltén. Dat was 1500 km verderop en dat betekende een paar dagen onderweg. Onderweg stonden wel een paar mooie locaties op het programma. Dat waren plekken waar je niet zo makkelijk zou komen als je niet met eigen vervoer zou zijn en dat was onder andere de bonus van deze manier van reizen.

Routa 40 is de weg te volgen. Zo heet de weg in ieder geval in Argentinië die je naar het zuiden brengt langs de grens met Chili. De eerste dag onderweg naar El Chaltén was het simpelweg kilometers maken. Aan het verslag tot nu toe valt denk ik op te maken dat dat geen straf was. Over kronkelwegen, soms asfalt en soms zand, door landschappen als hierboven beschreven hoef je je niet te vervelen. Je dutte af en toe in, ook al wilde je niet. Het einddoel van de dag was Futaleufu, dat in Chili ligt. Weer twee stempels in het paspoort. Chili en Argentinië zullen rijk vertegenwoordigd zijn in mijn paspoort aan het einde van mijn reis.

De komende dagen waren de eerste dagen dat we kampeerden. Ik deelde een tent met een Engelsman van 68 jaar. Respect voor de conditie waarin de man was. Op zich een nette, sympathieke man met klassieke normen en waarden. Zo stond hij in een drukke publieke bus op voor een mevrouw van zeker 25 jaar jonger dan hij om plaats voor haar te maken. Omdat het een mevrouw was. Daar stond tegenover dat hij wat onhandige en nukkige eigenschappen had. Een voorbeeld. Uit goed uitlegbare, praktische overwegingen had ik 's nachts in de tent mijn grote rugtas tussen ons in gelegd. Je deelt dan min of meer de tent in drieën. Daar was plek genoeg voor. Ruimte zat. Zónder uitlegbare reden stond hij erop dat zijn spullen aan zijn kant bleven liggen waardoor de tent dan in vieren werd gedeeld. Er bleef zo een stuk minder ruimte over voor slaap plek. Maakte hem schijnbaar niks uit, zijn spullen kwamen niet in het midden te liggen. En zoals je als 10-jarig jongetje met je broertje op de bank ruzie maakte als je over 'zijn' of 'mijn' helft kwam, werd ik er fijntjes op gewezen als mijn tas een stukje over het virtuele lijntje heen ging. Gelukkig kampeerden we niet iedere resterende dag van de trip.

Na de ongeveer 400 km van gisteren reden we verder zuidwaarts door de Carretera Austral. Zo heet het dan weer aan de Chileense kant. Vandaag zo'n 180 km af te leggen. Het was een echte druilerige dag en het was slechts gissen of het landschap vandaag zo mooi werd als de andere dagen. Bergen waren er wel, maar daar was niet veel van te zien. Dat was niet gunstig voor de tussenstop van vandaag als we in Queulat National Park naar de (hangende) Colgante gletsjer gaan kijken. Dat zal niet het hoogtepunt van Patagonië zijn, maar ten opzichte van de openbaar vervoer reizigers is het iets dat zij niet snel zullen zien; het is wat lastiger te bereiken. Na de lunch wandelden we ruim drie kilometer een paar honderd meter omhoog door het bos om bij een uitzichtpunt van de gletsjer uit te komen. In druilerig weer met smeltende sneeuw in een bos loop je nogal eens tegen een plas over modderpoel aan. Of eigenlijk er doorheen. Omheen is niet triviaal. In al die hete maanden en plekken bestond mijn schoeisel vooral uit mijn Crocs. Met serieus wandelen waren die de laatste tijd wel eens ingewisseld voor mijn lage wandelschoenen. Vandaag was het moment dat ik me realiseerde dat het tijd was mijn grote, hoge, stevige wandelboots voor de dag te halen. Te laat, dus modderige schoenen, sokken en broekspijpen voor vandaag. Dat wou overigens niet zeggen dat dat niet gebeurd zou zijn met hoge schoenen, maar toch in mindere maten en volgens een andere distributie.

Dat er een gletsjer was, was nog net te zien. Maar de gletsjer lag vrijwel in zijn geheel in de wolken. Een enkele keer zagen we sneeuw en ijs naar beneden rollen. Soms hoorde je het. Dat klinkt indrukwekkend, maar er valt dan niks meer te zien want tegen de tijd dat het geluid bij ons was, was het te laat om het te zien. Jammer van het gebrek aan uitzicht, maar het was een fijn boswandelingetje. Je hoopte dat het opentrok als je stond te kijken. Maar vroeg of laat is het tijd om terug te lopen omdat er nog gereden moest worden. Teruglopen via een tussenstop bij een meertje beneden. Heldere lucht was het zeker nog niet, maar het geluk wou dat tegen de tijd dat ik daar was de gletsjer zich liet zien. En die was mooi. Toch was de tevredenheid er meer omdat we toch nog wat van de gletsjer konden zien dat de schoonheid van de gletsjer zelf.

Ons kampeerterrein was niet veel verderop. Of eigenlijk iets terug. Het leek alsof we aan een binnenmeer kampeerden, maar de zilte geur van het water gaf aan dat het met de zee in contact stond. Met nog steeds slecht weer, de bergen en het meer was het geheel een dramatisch plaatje. Toch reden genoeg niet lang buiten te blijven vanwege de sandflies, midgets, of wat het ook waren, in combinatie met de lage temperatuur. 

De volgende ochtend was het weer niet veel verbeterd. Da's toch jammer in zo'n mooie omgeving. Het is nog een dag om kilometers te maken. Het eerste stuk hobbelden we met niet meer dan 20 km/u over een zandweg en klimmen we tegelijkertijd over een redelijk korte afstand van zeeniveau naar zo'n 1000 meter hoogte. Gelukkig begon het op te klaren. Tegen de tijd dat we op een comfortabele asfaltweg waren uitgekomen konden we weer uren volop genieten van de fantastische Patagonische landschappen. Nog meer besneeuwde bergtoppen, grote groene weides met gele en paarse bloemetjes en grazende koeien of schapen. Op een rustige plek aan de weg in dat landschap stopten we om te lunchen. Heerlijk. De kampeerplek waar we na ruim 400 kilometer rijden uitkwamen lag niet echt op de route maar de locatie was goed gekozen en de extra kilometers meer dan waard. We waren uitgekomen op een camping in Cerro Castillo National Park op een redelijk afgelegen plek. Hier zag ik voor het eerst van die bergtoppen die ik kenmerkend vind voor Patagonië: van die kleine hele scherpe, spitse toppen. Het ondergaande zonnetje straalde in een inmiddels vrijwel blauwe lucht en het uitzicht vanaf de camping op de bergen was fantastisch. Patagonië had al veel moois gebracht en die mooie plekken waarvoor ik specifiek kwam moesten nog komen.

De eerste daarvan kwam dichtbij, El Chaltén. Vanaf de kampeerplek reden we de 50 kilometer terug om op onze doorgaande route te komen en na nog zo'n 20 kilometer was er weer een grensovergang, Chili uit, Argentinië in. Het was vreemd genoeg ineens vlak. Van het asfalt aan de Chileense kant reden we verder over zandweg in Argentinië. Het was hier uitgestrekte steppe. Zoals al eerder gezegd waait het sowieso steevast in Patagonië en bij gebrek aan begroeiing was het nu behoorlijk harde wind. Honderd kilometer reden we over een kaarsrechte weg over de steppe. Al die prachtige bergen hier was waar ik Patagonië van kende, maar wist niet dat eindeloos vlakke steppes de bergketens met elkaar verbinden. Voor we El Chaltén bereikten hadden we nog een bushcamp overnachting en maakten we een stop in een groter plaatsje om te bevoorraden. Daar valt wijn ook onder. Zeker omdat die in Argentinië stukken goedkoper is (bij gelijkblijvende of betere kwaliteit) dan in Chili, waar we over een paar dagen weer zijn.

Na ruim 400 kilometer te hebben afgelegd waren we op de plek van het bushcamp. Op zo'n bushcamp is het vermaak beperkt en tegen etenstijd is ¾ van een fles wijn weggewerkt. Eigenlijk andere dagen ook. Je weegt dan af of je langzamer de rest van de fles leegdrinkt of de voorraad voor komende dagen aanspreekt. Ik realiseerde me zo'n keer dat ik altijd wat vond van mensen die zeiden dan ze op een avond een hele fles wijn leegdronken. "Die lust em gerre!", dacht ik dan. Ik realiseer me nu dat als je een beetje hebt geoefend een fles wijn zo naar binnen is gewerkt. En hoe meer je hebt geoefend hoe meer je denkt dat een enkele fles wel heel snel leeg is. Het heeft denk ik ook voordelen. Ik had een half jaar malariapillen geslikt en was eigenlijk vergeten om na Colombia de na-kuur af te maken. Ik had nergens last van - in termen van malaria symptomen – dus misschien dat een minimum concentratie van alcohol in je bloed malaria buitenboord houdt. ;-)

Na een kleine 500 km naderden we eindelijk El Chaltén. Je zag de opvallende en bekende Mount Fitzroy al van zo'n 50 kilometer liggen. Het weer was er prima voor. We wisten allemaal dat we er naar toe gaan maar toch vroegen we om de nodige stops om foto's te kunnen maken. Zo ook bij het bord "Welkom in Los Glaciares National Park" (maar dan is het Spaans) met Mount Fitzroy op de achtergrond.

 Het enige bestaansrecht van het afgelegen El Chaltén is dat het dè uitvalsbasis is om daar de omgeving te verkennen. Naast hotels, campings en restaurants zijn er feitelijk alleen een paar supermarktjes die vanwege de ligging niet goedkoop zijn. Na de lange reisdagen op rij zouden we drie nachten hier in El Chaltén blijven overnachten. Dat betekende twee dagen om er in de omgeving op uit te gaan. Hoe dat was en hoe dat er uit zag is voor de volgende keer. Ik heb het stuk tussen Colombia en de epische Antarctica cruise nu grofweg in tweeën gedeeld. Ook ben ik inmiddels al ruim een maand terug van mijn wereldreis (de hele route is op deze site onder het kopje 'kaart' te vinden). Ik heb denk ik al een maand of vier niks meer gepost heb, dus het wordt de hoogste tijd om mijn blog te updaten. Ook voor mijn trouwe volgers natuurlijk!

Adiós!

Foto’s

4 Reacties

  1. May en Jef:
    16 mei 2016
    Heel mooi verhaal, hele mooie foto's!!
  2. Marij:
    6 juni 2016
    weer met veel genoegen gelezen Robbert dat jij dat nog zo mooi kunt verwoorden na al die tijd ik zou iedere dag een dagboek bij moeten houden en het dan uit moeten werken zo ie zo ik geloof dat ik nu bij ben met lezen?!
  3. Yoko:
    31 juli 2016
    Hallee Bambi, leuk om te lezen/zien. Om de een of andere reden had ik dit deel gemist, dus las ik eerste deel 2 over Patagonie. Dit deel dus extra aandachtig gelezen, en ik vermoed dat er tussen twee alineas wat tekst is weggevallen: in de alinea over de Colgante gletsjer zeg je dat je weer verder moet omdat er nog een stukje moet worden gereden, en de volgende alinea begint ermee dat de kampeerplaats niet veel verderop is. Hoort daar niet nog wat tussen?

    Heb je tijdens het canyonen een jasja van iemand anders aan, of zat die bij de uitrusting? Hij zal in ieder geval niet van jou zelf zijn, veel te kleurrijk... ;-)

    Op foto 075-P1100041-Patagonie OTR zie ik dat ze in zuid Amerika ook lupine hebben, weet jij of die inheems is, of geimporteerd? Dat laatste is in IJsland het geval en hij woekert nogal bij gebrek aan een natuurlijke vijand/grazer.

    Groeten, Yoko
  4. Robert van Poppel:
    2 augustus 2016
    Hey Yoko, scherp opgemerkt! Hopelijk zijn dat de ergste fouten in de verhalen. :-) Er is niks weggevallen. Ik denk dat ik tijdens het creatieve proces wat te enthousiast ben geweest en is het er zo ingekomen. Onze kampeerplek was niet ver van de Colgante gletsjer. Is dat in ieder geval opgelost. ;-)

    Heb je al die andere foto’s van mijn reis waar ik op sta niet gezien? Ik kan ze zelf ook niet allemaal voor de geest halen, maar ik denk dat er maar weinig zijn waar ik in het (geheel) zwart ben gekleed. Ja, wennen is dat wel. ;-)

    Ik durf niet te zeggen of de lupine inheems of geïmporteerd is. Het staat mooi op de foto’s. :-) In mijn herinnering is het niet zo dat ik overal en in overvloede lupine heb zien groeien. Ook lopen hier aardig wat grazers grond. Die zijn dan wel weer geïmporteerd. Het kan zomaar zijn dat de lupine inheems is, of in ieder geval niet voor veel schade zorgt.

    Groeten, Bambi