De Falklandeilanden, Zuid-Georgia en Antarctica - Deel 2

9 januari 2016 - Lemaire Channel, Antarctica

Twee volle dagen op zee. Ik heb wat lezingen bijgewoond, aan foto's en aan m'n blog gewerkt. De klok ging weer een uurtje terug. Er was een bio-screening waarin alles dat je meeneemt aan land wordt gereinigd van alle sporen die het ecosysteem kunnen aantasten, zoals we ook hadden voor we in Zuid Georgia aan land mochten. Er zaten veel Australiërs aan boord waarmee ik mijn voordeel kon doen, door me te laten influisteren wat de do's and don't zijn als ik over een paar weken voor twee maanden in Australië ga rondreizen. Er waren vooral veel "don'ts" (krokodillen, slangen, outback, …). Ik sprak ook twee kiwi's, die net als ik Dientes Circuit (op Vuurland) wilden gaan hiken, maar tegen dezelfde problemen als ik waren aangelopen. Ik heb hun kunnen verblijden met de kaarten die ik op mijn Garmin had voor de nieuwe poging die ze gingen ondernemen als we terug in Ushuaia zouden zijn. Het was duidelijk dat ik met de toestand van mijn knie ik niet zo veel meer zou gaan hiken...

In de briefing van de tweede dag op zee werden we er vast voorzichtig op voorbereid dat we één van de doelen van deze reis niet zouden gaan halen: het passeren van de zuidelijke poolcirkel, de breedtegraad die 66½° ten zuiden van de evenaar ligt. De reden was dat het ijs nog te dik was. Er was een passage die we konden nemen, maar die werd aan beide kanten ingesloten dik ijs. Door het continu bewegen van die ijsplaten bestond de kans dat we vast kwamen te zitten. Hoe jammer het ook was dat we de poolcirkel niet zouden bereiken, was het goed te begrijpen. Het betekende ook dat we andere dingen konden gaan zien, die we anders niet gezien zouden hebben. De toekomst zal leren dat die plekken de moeite waren.

We hadden tijdens de cruise nu zo'n 4000 kilometer afgelegd toen we voor het eerst land van Antarctica konden waarnemen, Elephant Island. Een eiland dat nog ruim 200 kilometer ten noorden van het schiereiland van Antarctica ligt. Onze eerste kennismaking Antarctica zou vanuit de zodiac zijn. We gingen cruisen naar Point Wild. Dit is het punt op dit onbewoonde, bergachtige en grotendeels met ijs bedekte eiland waar de bemanning van Shackleton toevlucht zocht nadat ze tijdens de beroemde Endurance-expeditie hun ingevroren schip waren kwijtgeraakt. De epische reis die ik eerder in dit verhaal kort heb beschreven. Op de betreffende plek waar de achtergebleven bemanning maanden op redding heeft moeten wachten en het krioelt het van de pinguïns en zeehonden, staat een borstbeeld van de kapitein van het schip dat de bemanning kwam redden. Het was heel vreemd om op zo'n afgelegen plek een vorm van cultivatie te zien. Later werd ons verteld dat het niet vaak voorkomt dat ze deze plek met het schip kunnen bereiken vanwege sterke winden en onstuimige zee, laat staan dat ze de zodiacs in kunnen. We hadden geluk.

Ons schip legde zijn anker voor een grote gletsjer en wij gingen er in de kleine bootjes op uit. Cruisen door een dikke slush van ijs. Omringt door prachtig gescupltuurde ijsbergen. Andermaal een soort pinguïn die we niet eerder hadden gezien: stormband pinguïns, al dekt de Engelse naam "chinstrap penguin" gevoelsmatig de lading  beter. Dat zie je vanzelf als je de foto's ziet. Van de gletsjer braken af en toe stukken af wat een indrukwekkend gezicht was. En gehoor. Terug aan boord was het lunch tijd en we voeren verder richting het Antarctische schiereiland. Er was in eerste instantie weinig animo voor de lunch, want voor het eerst waren dicht bij de boot walvissen te spotten. Ja, ik heb al eerder beschreven dat we walvissen hadden gezien, zelfs die heel zeldzaam gespot worden, en vanuit een zodiac niet ver van ons vandaan. Maar dat was meestal een enkele, redelijk ver van het schip en/of in slecht weer en maar voor heel even. Of ik had het alleen gehoord via het omroepsysteem dat er walvissen waren en tegen de tijd dat je op het dek bent, is er niks meer te zien. Nu waren er een paar dicht bij het schip voor langere tijd. Eindelijk een gelegenheid foto's te maken van deze bijzondere  dieren.

Tijdens de lunch was het weer beter geworden. De meeste bewolking was weggetrokken en de wind was grotendeels gaan liggen. Ideaal weer om op de buitendekken rond te hangen. Ik was eerst nog in m'n hut om foto's over te zetten naar m'n laptop, want geheugenkaarten raken snel vol! Er werd omgeroepen om naar buiten te komen en het schip werd zelfs stil gelegd. Buiten op het dek werd duidelijk waarom. Overal om ons heen waren walvissen. Voornamelijk gewone vinvissen en een paar bultruggen. Ik schatte dat er zo'n twintig moesten zijn, maar door de experts werd ons verteld dat het er rond de vijftig moesten zijn geweest. Niet alledaags, werd ons verteld. Als we op open zee waren geweest was dit al fantastisch geweest, maar nu waren we op een plek waar het schitterend weer was met een achtergrond van bergen en gletsjers. Doordat we stillagen was er bijna geen wind en je kon op het dek rondlopen in een T-shirt. Overal waar je keek zag je pluimen van de uitademende walvissen, fonteinen van meters hoog. Ze kwamen dicht bij het schip en geregeld kwamen de rugvinnen boven het water uit. Het was muisstil op de dekken waar we het met ruim 100 man (m/v) stonden gade te slaan. Het enige geluid was dat van massaal klikkende fototoestellen. De stilte werd alleen verstoord als een walvis onderdook en daarbij zijn staart aan ons toonde. Dat werd met veel enthousiasme ontvangen. Dit spektakel heet bijna anderhalf uur geduurd. Het was een schitterend tafereel. Dit is wederom één van die hele bijzondere hoogtepunten van mijn reis.

De opwinding bleef lang hangen aan boord. Dat paste goed bij deze avond, want het was oudejaarsavond. Na een lekker diner, zoals iedere avond, startte een feestje rond half tien. Het was een gezellig avond. Om twaalf uur werd de champagne geknald en toasten we met zijn allen op een goed nieuw jaar. Ik heb al eerder Nieuwjaar op bijzondere plekken gevierd, zoals in de wildernis van Nieuw Zeeland, maar deze zal toch de meest bijzondere plek zijn om Nieuwjaar te vieren. Terwijl sommigen een tijdje zijn doorgegaan ben ik niet veel later m'n bed in gekropen.

De bedoeling was dat we in de ochtend zouden aankomen bij Paulet Eiland, een klein cirkelvormig eiland met slechts 1,5 kilometer doorsnee in het noordoosten van het Antarctische Schiereiland in de Antarctic Sound. Het ijs was te dik om er te komen. Aan de kapitein heeft het niet gelegen, want hij heeft een paar pogingen ondernomen om  door het ijs heen te beuken. Gadegeslagen door ons op het dek. Alles om ons heen was wit. Witte bergen, witte ijsbergen, witte zee. Op het zee ijs liepen her en de pinguïns rond die zich duidelijk niet goed raad wisten doordat het schip, dat zich wel door andere stukken kon heen werken, letterlijk de grond onder hun voeten maaide. Ik had nu echt het gevoel dat we bij Antarctica waren. Maar er nog geen voet op gezet. Dat zou in de middag komen, nadat we koers hadden gezet naar Brown Bluff, aan het uiterste puntje dat nog vast zit aan het schiereiland. Onderweg passeren we ijsbergen zo groot dat je het nauwelijks realiseert hoe groot dat ze zijn. Tientallen meters hoog en nog vele malen meer meters doorsnee. En dan te bedenken dat het gedeelte boven water dat je ziet maar grofweg een derde van de hele berg is. Af en toe drijven er kleine ijsschotsen voorbij. Daar staan soms tientallen pinguïns op waardoor het net cruiseschepen voor pinguïns lijken. Eigenlijk wel een grappig gezicht.

Om al eerder beschreven reden dat niet altijd iedereen aan land mocht, voeren we eerst wat rondjes voor het  vaste land. Voor de vulkaan die er ligt, ligt een strand bedekt met as en keien. Het gesteente van de vulkaan heeft een duidelijke roodbruine kleur. Ezelspinguïns en Adéliepinguïns lopen her in grote getalen rond. Niet zoveel als beschreven op Zuid Georgia. Geen zeehonden hier. Pinguïns kunnen zeer goed en snel zwemmen en komen daarbij regelmatig boven water, wat het best te vergelijken is met hoppen door het water zoals dolfijnen dat doen in een dolfinarium. Een amusant gezicht (bij de pinguïns). Het werd duidelijk dat ze zich dan niet altijd bewust zijn van hun situatie want op een gegeven moment landde zo'n hoppende pinguïn in onze zodiac. Uiteraard totaal onverwacht en het was zo'n moment dat we met zijn allen naar die pinguïn keken en die pinguïn naar ons en het even duurde voor je je realiseert wat er gaande was. What just happened?

Wij gingen uiteindelijk ook aan land. Er was een broedende sneeuwstormvogel gespot. Om die te zien moest je een eindje lopen en wat klimmen. Dat was met mijn knie een hele opgave waarbij ieder keer dat ik met het been dat ik niet kon buigen achter een steen blijf hangen een scheut pijn door mijn been voelde schieten. Het had geen haast en onderweg was er vermaak van met name de Ezelspinguïns die een nestje maken van de losse steentjes die overal te vinden zijn. Ze waren druk bezig zo'n nestje te beschermen en het jonkie warm te houden en te voederen. En af en toe wat herrie maken, dat vooral gebeurde om andere pinguïns uit de buurt te houden die steentjes wilde jatten voor hun eigen nest. Veel zin had dat niet, maar het was me al opgevallen dat pinguïns niet de meest intelligente diersoort is. Onderweg naar beneden, nadat ik de stormvogel had gezien, waren we getuige van een steenlawine die van de vulkaan naar beneden kwam, maar niet indrukwekkend genoeg was om gevaar op te leveren voor ons. Terug aan boord kwam van de kapitein zelf de mededeling dat we definitief de poolcirkel niet zouden gaan halen. Definitief jammer. Maar niet getreurd.

De volgende stop was Mikkelsen Harbour. We voeren over nacht door de Antarctic Sound en voeren nu aan de westkant van het Antarctische Schiereiland. Het weer was wat somber maar goed genoeg om de omgeving te observeren. We landden op het kleine eilandje van het vaste land af waar naast een kleine Ezelspinguïn kolonie ook een oude hut en een radiotoren te vinden waren. Om ons heen besneeuwde bergen, sneeuwvelden en dikke pakken sneeuw, soms tientallen meters dik die tot aan het water kwamen. In de sneeuw waren een pinguïn snelwegen uitgesleten door de pinguïns die steeds dezelfde weg gebruiken. Grijze sporen in de witte sneeuw. In die sneeuw lopen was nog lastiger dan het vast grond al was. In de sneeuw zak je weg en moet je je been verder optillen om er doorheen te komen en dat was nou net wat niet ging. Het allerergste is als je verder in de sneeuw zakt dan ik kon voorzien en dat was nog pijnlijker. Ik zag in eerste instantie geen kans om het kleine klimmetje omhoog te doen om het beste uitzicht te hebben en de Weddellzeehonden te zien. Ik moest daarvoor een stuk oversteken van half gesmolten sneeuw met te veel plekken om weg te zakken en pijn te hebben. Met behulp van de expeditieleider kwam ik toch aan de andere kant en kon ik omhoog strompelen. Ik kon de omgeving beter zien en ik zag ook de Weddellzeehonden, die we nog niet heel veel gezien hadden. Naar beneden struinen deed ik met de ondersteuning van een vriendelijke Australische. Ik voelde me een heel oud mannetje. Terug aan boord klaarde het een beetje op en was er wat blauwe lucht. Nog snel wat foto's maken voordat we verder voeren en het weer bewolkter en grijzer werd. 

We voeren nu door de Gerlachestraat, een zeestraat die de Palmerarchipel scheidt van het Antarctisch Schiereiland. Vijf uur varen naar Portal Point, weer aan het vaste land van Antarctica. Een plek zonder uitgebreid wildlife en waar alleen verdwaalde pinguïn te vinden is. Een prachtig landschap. Op deze plek kon je genieten van Antarctische landschappen. Het weer was er perfect voor. Her en der was een beetje blauwe lucht te zien en brak de zon door, maar de vele tinten grijs kleurde het verder witte landschap. Sneeuw bedekte bergen en drijvende ijsbergen in alle vormen en maten. Op verschillende plekken waar de gletsjers over het water hingen, was in de breuken een heldere blauwe kleur te zien. Een schitterende plek. Om er het meeste uit te halen moest er wel gewandeld worden. Vlak is het nergens dus we moesten er voor twee heuveltjes op. In de dikke sneeuw. Dat omhoog had ik inmiddels een beetje onder de knie waarbij ik langzaamaan gewend raakte en de heftige pijnscheuten als ik weer eens verder wegzakte dan waar ik op kon anticiperen.  Naar beneden was lastiger, omdat je makkelijker wegglijdt. De enige oplossing om de beide rondjes te kunnen lopen was op de bips naar beneden glijden. Dat was niet echt de bedoeling omdat je daarmee een voor anderen goed bewandelbaar pad  verandert in een glijbaan. Toch hadden andere er wel begrip voor. Eigenlijk was het voor sommigen een motivatie om wandelingen te doen. Als ik het kon met mijn knie dan moest iedereen het kunnen.

We werden getrakteerd op een paar walvissen die zich goed lieten zien. Althans, als je op de goede plek was. Ik zag ze wat in de verte en ik had geen mogelijkheid me er heen te snellen. Er waren er zelfs die op dat moment in de zodiac zaten en er met hun neus boven zaten. Voor degenen die dat geluk niet hadden was er later op de avond, terug op het schip, een herkansing toen er wederom een paar gewone vinvissen om de boot aan het zwemmen waren. We werden royaal getrakteerd op walvisstaarten die links en rechts van de boot boven het water uitkwamen als ze een duik namen. Soms twee tegelijk. Dat blijft een prachtig gezicht. Er foto's van nemen lukte helaas niet heel goed, gezien de lichte schemer. Maar het zijn 'mental images' die ik niet gauw vergeten zal. Daarna was het tijd om aan m'n knie te denken. Die had het zwaar gehad vandaag en ik had er veel last van. Hut in, ijs er op en laten rusten.

Onderweg naar Petermann Island voeren we in de ochtend door de Lemaire Channel, een zeestraat van maximaal 1,5 kilometer breed en zo'n 11 kilometer lang waar water vaak onverwacht kalm is. Aan beide kanten zijn steile kliffen die het een prachtig aanzicht geven. Aangevuld met grote drijvende ijsbergen. Door het aangepaste lopen had ik nu ook last van pezen in mijn andere voet. Ik had niet veel andere keus dan deze passage vanuit de hut te bewonderen. Jammer, maar noodzakelijk. Kwam het nog echt van pas dat ik ramen in de hut had in plaats van een enkele patrijspoort. Mooi was het… Voor we definitief koers zetten naar Petermann Island was de koers enkel zuid. We voeren een dun ijsveld in en rond het middag uur bereikten we het zuidelijkste punt van de reis: 65.17° en een beetje Zuid. Eén graad en een paar minuten te weinig om de poolcirkel te halen… Ik ben het dek opgegaan om dit punt op het dek te 'vieren'. Het was grijs en koud. Het sneeuwde zelfs een beetje en er lag zodoende een dun laagje op de dekken. Het zag er dramatisch uit.

Daarna voeren we iets terug naar het noorden naar Petermann Island, een paar uur varen. We hebben hier een tijd stik gelegen omdat er te veel wind was om van boord te gaan. Toen dat uiteindelijk kon was het even goed nog steeds bewolkt, koud en guur. Voor de uitzichten hoef je niet van het schip. Ook waren er geen dieren te zien die we niet al gezien hadden. Zodoende besloot ik om aan deze landing niet deel te nemen en m'n knie te laten rusten. Cuisegenoten die wel waren gegaan vertelden me dat ik niet iets bijzonders gemist had. Of dat echt zo was, of dat ze dat zeiden om me gerust te stellen weet ik niet.

Voor we andermaal door de Lemaire Channel voeren in onze toch terug omhoog maakten we een stop in Plénau Bay. Aan de noordwest kant van de baai is een kleine passage die door een fuik effect bekend staat als een ijsberg kerkhof, waar ijsbergen uit vele uithoeken van allerlei grootte, maten en vormen vastlopen. Wij gingen hier zodiac cruisen om deze natuurlijke sculpturen zo goed mogelijk te kunnen aanschouwen terwijl er ook het nodige aan dieren te spotten was. Het weer was vergelijkbaar met het weer dat we hadden bij Mikkelsen Harbour: grauw maar toch open genoeg om de pracht en praal van de omgeving goed waar te nemen. Af en toe een de zon die zich probeerde te laten liet zien. Inderdaad waren er heel veel ijsbergen in de meest geweldige vormen, soms hele kathedralen van is, versierd met blauwe accenten. We konden weer een nieuwe zeehondensoort aan de lijst toevoegen: de krabbeneter. Ook was er weer een zeeluipaard die lag te luilakken en we van zijn beste kant wilden zien, maar daar liet hij/zij zich niet toe verleiden. Een leuke activiteit was met de zodiacs een ijsplaat opvaren zodat we konden uitstappen om op het ijs te lopen. Daar liepen ook een paar avontuurlijke en verdwaalde pinguïns te vinden die niet goed raad wisten met ons bezoek. Het vermaak was te kijken hoeveel moeite het kostte om de zodiac terug in het water te krijgen. Als je denkt dat het toevallig is dat tijdens het zodiac cruisen een pinguïn in je zodiac springt, hoe toevallig is het dan dat er al varend een vis uit de lucht in je zodiac valt! Ja ja, die heeft een overvliegende vogel uit zijn bek laten vallen, maar dat die in de zodiac landt…

Na een paar uurtjes cruisen, waarna het lichaam het toch wat koud had gekregen, zetten we koers naar wat velen een hoogtepunt vonden: Port Lockroy. Het is station dat in de eerste helft van de 20e eeuw een rol heeft gespeeld in de walvisvaart en de tweede wereld oorlog. Daarna heeft het een aantal decennia dienst gedaan als Antarctisch onderzoeksstation voor de Britten. Sinds het eind van vorige eeuw doet het vooral dienst als museum en postkantoor. Hier heb ik een paar kaartjes op de bus gedaan en er zijn maar een paar gelukkigen die een kaartje van deze plek van de wereld van me mochten ontvangen. Nee, het was dus niet dat postkantoor in Ushuaia die voor mij het post kantoor aan het einde van de wereld was. Ook was de stempel in m'n paspoort uit Ushuaia niet de plek aan het einde van de wereld. Dat was hier! Met het geld dat verdiend wordt in het souvenirwinkeltje wordt het onderhoud van de bezienswaardigheden betaald. Het museum was in feite een inkijk in hoe mensen hier indertijd, in de jaren '40, geleefd hebben: de slaapverblijven (met zelf geschilderde mooie vrouwen op de muur), de keuken, de woonruimte, de gereedschapsschuur, de radio ruimte en de ruimte waar (nog steeds)  apparatuur staat voor onderzoek naar de stratosfeer. Het zal een uitdaging geweest zijn om hier te wonen, zo afgelegen in zo'n klimaat. Wat nog meer bijzonder is aan het eilandje is dat er een aantal ezelspinguïns wonen en ook nesten. Wat het bijzondere is, is dat zij gewend zijn aan het samenleven en broeden met mensen om zich heen.

Het souvenirwinkeltje viel me wat tegen. Ik wilde (heel) graag iets kopen waar Antarctica opstond, maar niet iets met Port Lockroy er op, want dit is tevens één van de meest toeristische plekken op Antarctica. In absolute aantallen niet zo'n enorme getallen, maar toch.

Omdat we niet allemaal tegelijk op het kleine eilandje mochten, wandelde, strompelde ik eerst over het naastgelegen Jougla Point waar pinguïns en Weddellzeehonden te zien waren. Tegen nog altijd de schitterende witte Antarctische bergen op de achtergrond. Daar krijg je nooit genoeg van. Hier, en eigenlijk op een groot stuk van Antarctica, is de glorie van de Belgische Antarctische vaart terug te vinden. Het kleine eilandje waar Port Lockroy aan ligt, grenst aan het grotere eiland dat Antwerpeneiland heet. Dit ligt naast het eiland Brabanteiland en daarboven ligt Luikeiland. We zijn door de Straat van Gerlache gevaren. Dit is allemaal te danken aan de Belgische poolreiziger Adrien de Gerlache, die  in 1898 Antarctica met een expeditie had aangedaan.

Voor we wederom een barbecue op de buitendekken hadden met enkel koude gerechten, was er de polar plunge. Iedereen kreeg de gelegenheid om (aangelijnd) vanaf het schip in het ijskoude water te springen. Iets waar ik graag aan deel had willen nemen, maar met mijn zere knie durfde ik het niet aan. Ik zou er ronduit van gebaald hebben als ik zoiets al niet eerder had gedaan. In 2014 heb ik in Zweden een 'winter survival training' gedaan waarbij ik met mijn volle verstand in een uit een bevroren meer gezaagd wak ben gesprongen. Daar was geen warm schip en een warme douche bij de hand om na de koude duik warm te worden. Dus ja, het was jammer dat ik het niet kon doen, maar de ervaring had ik al op zak. Ik heb ruim een uur genoten van alle cruisegenoten die kleumend in de rij stonden tot zij hun sprong konden maken.

Normaal werden we ruim voor het ontbijt via het omroepsysteem al dan niet wakker gemaakt met een update over onze ligging of koers, de weersverwachting en andere relevante informatie. Meestal ruim voor zeven uur. Vandaag werden we al voor zes uur gewekt omdat er orka's rond de boot zwommen. Haasten kon ik niet maar na het volgen uit het raampje ben ik toch het dek op gegaan om ze daar nog ruimschoots te kunnen observeren. Het blijft prachtig om zulke beesten van dichtbij in het wild te zien. Het waren er ditmaal tussen de 5 en 10.

Tegen 10 uur gingen we aan land in Neko Harbour, een natuurlijke haven die haar naam heeft verkregen naar een walvisschip dat hier vaak ging liggen om de walvissen te verwerken. Het grijze en grauwe had plaats gemaakt voor blauw met slechts wat bewolking. Deze plek zag er fenomenaal uit. Er is een grote gletsjer die redelijk actief afkalft waardoor we het strand niet op mochten en alleen omhoog mochten lopen. Als er een groot stuk af zou breken dan wordt je makkelijk van het strand af gewassen. Het koste me veel moeite de klim omhoog te doen. De sneeuw was redelijk diep en onbetrouwbaar maar zo de moeite waard. Veel cruisegenoten vroegen steeds hoe het met m'n knie ging als ze me voorbij wandelden en dat was natuurlijk heel sympathiek. Maar als tientallen mensen dat keer op keer vragen wordt je dat een beetje beu. Eenmaal daar was het uitzicht misschien we mooier dan op sommige andere plekken die al zo prachtig waren. Het uitzicht was wijds, wijdser dan op andere plekken, de grijze tinten van de bewolking, de doorbrekende zon, de blauwe lucht die reflecteerde in de zee, de ijsbergen en ijsblokjes die rondreven en een landschap van witte bergen en de vele dikke gletsjers. De gletsjer waarnaast we omhoog wandelden was zo prachtig wit met pluimen die er uit zagen als de lekkerste room of schuim die je maar kunt bedenken. Uit alle vouwen en breuken van de gletsjer straalde helder blauw. Ons schip lag als een nietig legoblokje in het landschap om een idee te geven hoe groots het hier is. Voor als je er nog niet van overtuigd was dat je op Antarctica was liepen er een paar honderd pinguïns rond. Voor degenen die al mijn verhalen gelezen hebben vanaf het begin zal het inmiddels duidelijk zijn dat pinguïns hier, de overtreffende trap zijn van de gazelles in Afrika. Ik zou hier uren kunnen genieten van het uitzicht. Het liefst zonder al die andere mensen. Maar ik moest ook weer beneden ziet te komen en dat duurt voor mij langer dan voor alle anderen. Ik zag geen andere optie dan dat af en toe glijden op m'n billen te doen. Dat klinkt heel leuk, maar in feite is het een glijbaan zonder einde en het was niet altijd makkelijk om de glijsnelheid te controleren. Remmen met een been die je niet kunt buigen is niet handig en je wilt al helemaal niet gaan rollen. Maar ja, ik heb mijn best gedaan zo episch mogelijk te omschrijven hoe mooi het hier was en met mijn foto's probeer ik dat te onderstrepen. Het is alle pijn en moeite dubbel en dwars waard dit mee te maken.

Dit was zo'n plek waar we niet gekomen waren als we voor het bereiken van de poolcirkel hadden kunnen gaan. Een andere was waar we in de middag kwamen: Cuverville Island, tevens de laatste landing die we maakten in Antarctisch gebied. Wederom een wonderschone plek. Hier moesten we meer klimmen dan tot nu toe. Ook iets verder. Waarom dit voor mij niet optioneel was, ondanks de toestand van mijn knie heb ik denk ik ruimschoots beschreven. Dus daar ging ik weer. Met wederom de aanmoedigingen van de reisgenoten en crew. Sommigen die geen beschadigde knie hadden draaide om omdat ze het te lastig vonden. Inmiddels was het weer zo goed dat het vooral zonnig was. En windstil. Dat betekend dat ik op het uitzicht punt de meeste tijd zonder jas in een shirt met korte mouwen heb gelopen. We schatten de temperatuur op rond de 17 graden. Het uitzicht was als bij Neko Harbour, fenomenaal dus, maar dan anders. Er waren hier meer broedende (ezels)pinguïns waar we dicht bij stonden. Toch een aantal van de 60.000 die er in totaal op dit eiland zijn. Hier kon je goed observeren hoe de pinguïns van elkaar de steentjes jatten waarmee ze hun nest maken. Onder luid protest, maar ze konden niet van het nest af vanwege het ei waar ze op zaten dat niet (te lang) aan de kou blootgesteld kon worden. Heel vermakelijk. De glijbaan naar beneden was erg lastig vanwege de steilheid en de rotsen waarop de glijbanen uitkwamen - eigenlijk de wandelpaden door de anderen uitgelopen in de sneeuw. Aan boord van het schip realiseerde ik me dat ik natte billen had. Dat was vreemd, want een regenbroek was standaard uitrusting  als we het schip afgingen en die ik dus ook aanhad als ik naar beneden gleed. Ik had zoveel gegleden dat de binnenkant van mijn regenbroek helemaal was uitgesleten. Nou goed, het was vandaag toch de laatste landing.

In de avond werden spullen geveild, waaronder de Antarctica-vlag die de hele reis fier op de boeg van het schip had gewapperd, of een met de hand gemaakte kaart van de reis die we hadden gedaan. Ik realiseerde me vooraf al dat ik niet kapitaalkrachtig genoeg zou zijn om tegen anderen op te bieden. De routekaart is bijvoorbeeld voor 3000 Dollar weggegaan. Ik heb de veiling niet eens bijgewoond. We voeren weg van Antarctica en ik hechte er meer waarde aan om op de buiten dekken de laatste indrukken van Antarctica in me op te nemen. We voeren nu nog door een stuk waar aan weerszijde de prachtige landschappen te zien waren voor we die achter ons zouden laten. Er was maar een enkele andere medereiziger op de dekken. Het was rustig. Lekker rustig. Terwijl de bergen lager werden en de afstand tot het schip groeide en er alleen nog een paar ijsbergen om ons heen dreven in de ondergaande zon, realiseerde ik me dat dit min of meer het einde was van de meest bijzondere reis die ik ooit zal maken. Ik kan alleen maar hopen dat ik dit nog eens mag meemaken.

Tegen een uur of 11 's avonds ging de zon onder en dat was precies achter het schip. Er was geen mooier, passender en dramatischer einde van Antarctica te bedenken. Inmiddels waren de meesten naar buiten gekomen en we proosten er op. De inspanningen van het omhooglopen waren niet in de koude kleren gaan zitten en ik ben niet veel later moe en voldaan naar bed gegaan.

Ons Antarctisch avontuur was nog niet helemaal voorbij, al was het niet meer Antarctisch. We maakten nog een landing op Deception Eiland, een eiland dat deel uitmaakt van de Zuidelijke Shetlandeilanden dat net boven het Antarctische Schiereiland ligt. Leuk en mooi, maar het is zoiets als dat je na een paar weken in de Himalaya zegt: "Ho ho, we zijn nog niet thuis, we gaan nog naar de Ardennen!" No offense. Overigens heeft het eiland niet hier zijn naam aan overgehouden. Het eiland is de caldera (grote komvormige krater) van een actieve vulkaan die in 1970 voor het laatst is uitgebarsten. Uitbarstingen de jaren ervoor hebben de aanwezige onderzoeksstations zwaar beschadigd.  Het is één van de veiligste havens van Antarctica omdat het een bijna volledig omsloten, cirkelvormig eiland is, met een doorsnee van ongeveer 12 kilometer. In de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw heeft het eiland vooral dienst gedaan om walvisfabrieken te huisvesten, waarvan de restanten nog steeds te zien zijn. Tot aan de uitbarstingen eind jaren 60 van de vorige eeuw herbergde het vervolgens verscheidene onderzoeksstations van verschillende landen. Tegenwoordig doet het vooral dienst als toeristentrekpleister, mede vanwege aanwezig pinguïns en de warmwaterbronnen.

De caldera kan alleen ingevaren worden door een nauwe ingang die de Blaasbalg van Neptunus wordt genoemd. In het midden van de ingang ligt een grote steen maar net onder het water wat de toegang bemoeilijkt. Dit binnenvaren werd door ons allemaal vanaf de buitendekken gade geslagen. Wij voeren naar de noordwest kant van de baai waar Telefon Baai ligt. Hier is de krater te vinden van de uitbarsting van 1969. Het woei sterk wat het landen met de zodiacs op het zwarte strand lastig maakte. We liepen in groepen naar de kraterrand die er uitzag als een halve maan. De rest van de ronde werd ingenomen door een zwarte gletsjer. Met m'n knie ging het inmiddels wat beter waardoor ik wat makkelijk omhoog kon komen. Het hele rondje lopen over deze grote vulkaan duurde alles bij elkaar maar ruim een uur. Er werd haast gemaakt met ons terug aan boord krijgen want door de inmiddels hardere wind werd het steeds gevaarlijker om ons terug aan boord te krijgen. We voeren naar de oostkant van de krater waar we een stop maakte bij Whalers Bay. Vanaf het schip kon je de restanten van het walvisstation zien. Het was de bedoeling dat we aan land gingen. Ondanks dat de wind wat afgezwakt was, maar de anker van ons schip wilde in de met de uit as bestaande bodem niet blijven liggen. Dat betekende dat we officieel klaar waren met landingen. We gingen open zee op.  Dat merkte je goed aan het schommelen van het schip. Koers naar Ushuaia, terug naar het beginpunt van de cruise. Daarvoor moesten we ditmaal wel de Drake Passage oversteken. De zeestraat die de Grote Oceaan en de Atlantische Oceaan verbindt heeft een beruchte reputatie. In deze 800 kilometer brede straat stormt het vaak, gepaard met hoge golven, wat het lastig is voor schepen om de oversteek te maken. Naar het luidt waren wij een grote storm voorgebleven. Last van het schommelen had ik niet, maar alcohol viel minder prettig.

Het was ruim twee dagen op volle zee voor we in Ushuaia zouden komen. Uitzitten om het om het oneerbiedig te zeggen. Er waren nog verschillende lezingen waarvan ik er enkele heb bijgewoond. Verder ben ik druk bezig geweest met het bewerken van foto's zodat ik er nog wat in de officiële expeditie map kon krijgen. Ondertussen schommelde het schip er op los. Golven waren soms zo hoog dat ze ruim boven de ramen van onze hut uitkwamen. In het eetgedeelte was het aller netste  servies vervangen door wat praktischer en was antislip tafelkleed neergelegd. Dat voorkwam niet dat er regelmatig flessen wijn over de tafel vlogen en mensen onder de wijn zaten. Dat is me gelukkig gespaard gebleven. De één na laatste avond was er de Voyage Quiz Night waar we getest werden op de kennis die we hadden opgedaan tijdens. Vragen over waar we in welke volgorde geweest waren, wat voor soorten gesteente we waren tegengekomen, vragen over dieren en noem zo maar op. Ik sloot me aan bij wat andere grapjassen in een groep en het feit dat we onze groep 'midnight shag' noemde zegt genoeg. Ik weet nog niet goed wat ik daar me moet. Er werd in omgekeerde volgorde afgeteld tot de nummer 1 bekend was. We waren niet 15e, dus in ieder geval niet laatste. We bleken al gauw in de top tien te zitten. Dat was al niet slecht want ik was er van overtuigd dat er genoeg strevers aan boord waren en vooral veel mensen die over het algemeen beter opgelet hadden dan ik. Tot de top 3 waren wij nog steeds niet omgeroepen. Waren we vergeten? Of zou het dan…? En ja hoor, wij hadden de quiz gewonnen! Ha ha, wat een goede grap! Sommigen van de expeditie crew met wie we later een biertje aan het drinken waren zeiden ook dat ze niet verwacht hadden dat wij die quiz zouden winnen. Dat dachten wij zelf ook niet. :-)  Naast eeuwige roem kregen we een sticker en een badge van het schip waar we opzaten: de Sea Adventurer.

De laatste volle dag stond in het teken van afronden. Terwijl het schip nog altijd stevig heen en weer werd gesmeten. Ik vond het de moeite waard om dat vanaf een buiten dek te observeren, maar daar had ik het vanwege het gure weer gauw gezien. Rekeningen moesten betaald worden, een laatste briefing voor en over het aan land gaan, een afscheidsborrel met de kapitein en als afsluiter van het geheel een 20 minuten durende slideshow/filmpje gemaakt met al onze foto's en filmpjes. Ook materiaal van mij ertussen. Dit filmpje zal ik op een of andere manier ook delen. OP m'n blog of op Facebook. Er was veel ge -"oeoeoeoeoeoe", "ohhhhhhh" en "ahhhhhhh"-d tijdens het terugkijken. Het was een leuke, gezellige laatste avond.

Toen we 's morgens wakker werden lagen we in de haven van Ushuaia. Alleen nog een ontbijt. Daarna druk afscheid nemen voordat ieder zijn of haar eigen weg ging. We hebben ruim 6600 kilometer afgelegd naar de meest bijzondere en afgelegen plekken op de wereld. Ik heb nu op alle continenten voet op de grond gezet. Ik hoef er niet nog een hele alinea aan toe te voegen om in superlatieven uit te drukken hoe fantastisch dit was. We hadden geluk gehad dat we bijna alle landingen en zodiac cruises hebben kunnen doen die gepland stonden. Dat is zeker niet altijd het geval.

Sommigen bleven net als ik nog een paar dagen in Ushuaia hangen en met sommigen van heb ben ik 's avonds nog een hapje gaan eten. Ik strompelde met inmiddels een weer aardig werkende knie richting het hostel dat ik voor de cruise geboekt had. Met m'n dikke gele parka die ik nog voor ongeveer een kwart van mijn reis moet meeslepen. Het was in Ushuaia inmiddels hoogseizoen en dus druk. Gelukkig kon ik de hele week die ik hier nog zat in dit hostel blijven, inclusief de drie dagen die ik eerst had gepland om aan het hiken en kamperen te zijn. Met de staat van m'n knie geen goed idee. Dus een week rustig aan. Daarna meer avontuur. Dat is weer voor de volgende update.

Heel veel foto's. Sommigen lijken op elkaar, maar ik kan niet kiezen...

O ja, allemaal gelukkig Nieuwjaar!  ;-)

Foto’s

1 Reactie

  1. Rob Mekel:
    1 januari 2017
    Leuk Robert. Ik zou bijna vergeten dat we WEER in een nieuw jaar zitten.
    HAPPY NEW YEAR