Door Patagonië naar Ushuaia: "The end of the world" (but not for me)

18 december 2015 - Ushuaia, Argentinië

Ushuaia heeft iets speciaals als meest zuidelijke stad van de wereld. Voor de kritische lezer: Port Williams ligt inderdaad zuidelijker maar dat is schijnbaar geen stad. In Ushuaia heb ik alles bij elkaar best veel tijd doorgebracht dus ook daarom een aparte vermelding in de titel waard. Daarnaast, Ushuaia profileert zich als "het einde van de wereld" en aangezien ik er trots op ben dat dat voor  mij niet het geval was, voilà, uitleg over de lange enigszins pleonastische titel van dit verhaal. Allemaal voor later want ik was nog maar in El Chaltén.

Om de twee dagen in de omgeving van El Chaltén zo goed mogelijk te benutten deden we de voorbereidingen meteen na aankomst. Sommigen wilden met een excursie over een gletsjer wandelen, andere wilden gaan mountainbiken. Het zal niet uit de lucht komen vallen dat ik er voor koos om te gaan hiken. Hartstikke mooi en gaaf over een gletsjer wandelen, maar die ervaring heb ik al en wil de tijd liever besteden om wat (meer/anders) van de omgeving te zien. Een meerdaagse wandeling was geen (echte) mogelijkheid. Voor een mooie tour had je zeker 3 of 4 dagen nodig en we hadden er maar twee. Ik wilde weten of, hoe en waar ik dan dag wandelingen kon maken. Ondanks dat de crew hier al meerdere keren was geweest wisten ze helemaal niks te vertellen. "Ik denk dat daar de tourist information is, probeer het daar eens.", was het beste dat er uit kwam. Wel wisten ze waar drank het goedkoopste was en waar de grootste porties friet met de lunch - en alleen met de lunch - geserveerd werden. Eigenlijk zegt dat genoeg. Als je in een gebied als deze bent weet je één ding zeker: als het lunchtijd is wil je ergens tussen die prachtige bergen, meren, bossen en gletsjers zijn en níet in het dorpje. Maar goed, ik was natuurlijk niet de enige toerist die daar komt voor slechts een paar dagen en bij de toerist information konden ze prima vertellen wat de wandelingen te doen waren. Voor één van de wandelingen was het handig om met een shuttle gedropt te worden en dan terug te lopen. Voor omgerekend minder dan 8 Euro hadden we dat daar meteen geregeld en met een wandelkaart op zak konden we met een gerust hart ergens een hapje gaan eten. Niet voordat ik de crew enthousiast op de hoogte had gebracht wat we aan wandelingen hadden bedacht voor de komende twee dagen. Misschien dat ze dat dan bij een volgende reis kunnen delen met de deelnemers en eens wèl iets te melden hebben over een plek waar ze zijn. De Nederlander van de crew begon hard te lachen dat we per persoon bijna 10 Euro hadden betaald voor een shuttle morgen, terwijl we overmorgen met de truck van Dragoman op precies diezelfde plek voor precies diezelfde wandeling afgezet gaan worden. Ggggggoooood….. Ik heb ter plekke de eerste 400 decimalen van pi uitgerekend (dat klinkt wat origineler dan tot 100 tellen, en duurt langer), daarna ben ik naar buiten gelopen en heb lopen vloeken, dat wil je niet weten. Nee, dat wil je niet weten. Niemand van ons wist dat. In plaats van zich dat aan te trekken en te beseffen dat ze zwaar te kort schoten in informatievoorziening en wij per persoon voor Jan L*L 8 Euro hebben betaald, was dat grappig. Dat was f*cking grappig! Ik had me allang voorgenomen me de lol niet te laten verpesten door een paar figuren waarvan het me een raadsel is waarom zij ons door Patagonië moesten leiden. Lijden? Maar hier was het effe te veel. Steak en wijn hebben een hoop goed gemaakt.

De volgende dag bijtijds uit de veren. Na het ontbijt op pad met twee groepsgenoten. Doel van de wandeling was Laguna Torre, een A-B-A wandeling. Met andere woorden, de terugweg is dezelfde als de heenweg. Het was lekker weer en al na 10 minuten heb ik de pijpen van mijn broek afgeritst. Ook omdat het eerste stuk vooral omhoog was. Niet heel lastig of stijl maar wel temperatuur verhogend. Daarna was het vooral vlak. Het was niet zo druk, wat de schoonheid van plekken als deze ten goede komt. Al redelijk snel waren onder andere de steile bergen Mount Fitzroy en Cerro Torre en hun spitse pieken te zien. We liepen door bossen en langs watertjes, langs weides met gekleurde bloemetjes. Er liepen kevertjes en er vlogen vliegjes en vlindertjes. We keken uit op bergen en gletsjers. Het was genieten. Wandelen zoals wandelen bedoeld is. Tegen lunchtijd waren we bij het gletsjer meer. Er dreven een paar ijsschotsen in. We wandelden langs de rand van het meer naar een mooie plek om te lunchen. Dat het een mooie plek was om te lunchen vonden anderen ook; we waren daar niet bepaald alleen. Daarna was het tijd om rustig aan terug te wandelen. De terugweg was minder spectaculair. Het uitzicht bestond vooral uit grote vlaktes. Het was nog niet laat waarop we besloten een alternatieve route terug te nemen parallel aan de bergketen. Tevens omweg. De wandelkaart had ik niet bij waardoor we niet precies wisten wat de consequentie was. We liepen langs de pittoreske meertjes Hija en Madri met op de achtergrond de bergen en gletsjers met blauwe lucht en zonneschijn. Het was een stuk waar duidelijk minder mensen kwamen. Het laatste stuk was terug richting het dorpje El Chaltén en was hetzelfde stuk als we morgen zullen lopen. Vanaf dat punt was het toch nog twee uur. Bijna alleen omlaag. Net voor zes uur waren we terug in de hostel. We hadden 32 kilometer gelopen en bijna 1000 meter omhoog en weer omlaag gelopen en we waren best gaar. Ik was eigenlijk gebroken. Op was ik. Ik heb een kort tukje gedaan en ben alleen ergens gaat eten. Ik vond het fijn om even op mezelf te zijn. Ruim voor het donker was, lag ik te slapen in mijn stapelbedje.

Ik had heerlijk geslapen en ik was gelukkig goed hersteld. Klaar voor een nieuwe wandeling. Met de hele groep werden we met onze eigen truck een kilometer of 15 verderop afgezet. Van daar liepen we terug naar het dorp via de andere kant van de bergketen als we gisteren hadden gedaan. Met 22 man (m/v) zijn er verschillende wandelsnelheden en wensen om (foto)stops te maken dus in feite trok iedereen een beetje zijn eigen plan. Het was net als gisteren lekker weer. Iets bewolkter. Na een uur of twee wandelen door de bossen kwamen we aan bij de kruising van waar we gisteren terug zijn gelopen naar El Chaltén. Vandaag klimmen we eerst naar Laguna de Los Tres. Een steile klim waar je al gauw een uur zoet mee bent. Een aantal honderden meters omhoog over een korte afstand. Je kwam uit bij een gletsjermeer met prachtig uitzicht op Mount Fitzroy. De klim was pittig maar niet voor niks. Mooie uitzichten onderweg waarbij de lucht vulde zich met prachtige lenticulaire wolken. Beter bekend als ufo wolken. Eenmaal boven was het uitzicht zo mogelijk nog mooier. De prachtige kleur van het meer met de indrukwekkende en karakteristieke bergen op de achtergrond. Typisch zo'n plek waar een groothoeklens op je camera tot zijn recht komt. Eerst had ik een wind luw plekje gezocht om bij te komen en het indrukwekkende landschap in me op te nemen en een boterhammetje te eten. Daarna had ik wat rondgelopen om het geheel van verschillende hoeken te bewonderen. Via een klein wandelingetje had je uitzicht op het lager gelegen groene Sucia meer. Ook prachtig.

In een klein uur was ik beneden bij de kruising. Ik was inmiddels alleen aan het wandelen. Inmiddels had ik aardig gammele knieën van al die verticale meters. Nu nog dezelfde twee uur als gisteren naar het dorpje en nog meer naar beneden. Het totaal van vandaag was ongeveer 20 kilometer en wederom 1000 verticale meters. Ik was lang niet zo gaar als gisteren. Eigenlijk voelde ik me best goed. Goed als in voldaan. Na een hapje eten met een reisgenoot heb ik rustig wat series gekeken op mijn laptopje voordat ik tevreden in slaap ben gevallen. Ik wou al zo lang en zo graag naar Patagonië omdat het daar zo ontzettend mooi is. We gaan nog een hoop meer zien maar het punt dat ik kan beamen dat het absoluut zo is, had ik ruimschoots bereikt.

Met mooie herinneringen en prachtige foto's namen we afscheid van El Chaltén. De volgende stop was het 230 km verderop gelegen El Calafate, ook onderdeel van Los Glaciares National Park. Met 20.000 inwoners een stuk grotere plaats dan El Chaltén maar evengoed slechts uitvalsbasis voor dingen die in de buurt te doen of te bezichtigen zijn. De voornaamste is waarschijnlijk de Perito Moreno gletsjer. Daar gaan we morgen heen. We arriveerden vroeg in de middag in El Calafate en de rest van de dag was vrij te besteden. Naast huishoudelijke taken een uitgelezen kans om kerstcadeautjes te kopen voor de surpriseavond die er aan zit te komen. Leuk man. :-\  

Na een van de weinige en ook goede ontbijten die inbegrepen waren bij de overnachting, vertrokken we om 8 uur ’s morgens met een toeristenbus richting de Perito Moreno gletsjer. Dat was nog zo’n 80 kilometer van El Calafate en om er te komen namen we de toeristische route. Het was een rit door betrekkelijk verlaten gebied waar we enkele Estancia’s passeerden. Dat zijn de traditionele veehouderijen die er vele te vinden zijn in Argentinië en Chili. De Patagonische cowboys, oftewel de gaucho’s. Er werd uitgelegd hoe de Estancia’s functioneren en wat ze betekenen voor de omgeving en werkgelegenheid. De geïmporteerde schapen die rondlopen eten het gras, maar eten die met wortel en al waardoor het 10 jaar kan duren voor de begroeiing terugkomt. Er is zodoende veel kaalslag en laat een woestijnachtig landschap achter. Bij een nostalgische Estancia maakten we een korte stop. Het leek een stop terug in de tijd. Een mooi, oud, houten huis, zo’n houten karrewiel in de tuin, stapels al dan niet gekliefd hout en een bijl om aan te geven dat er spoedig verder gewerkt ging worden. De schapen liepen in en om het huis. Gelegen in een grote open steppe. Ver op de achtergrond de contouren van bergen. Tel daar het mooie weer bij op en het was een prachtig plaatje. Daarna reden we verder naar de Moreno gletsjer. Het was weer zo’n plek waar je niet van weet wat je gaat zien of hoe dichtbij je gaat komen dus al zo gauw de gletsjer te zien was werd er druk gefotografeerd. Het is een bijna hagelwitte gletsjer. De voorkant is wel 5 kilometer breed. Boven de gletsjer en de fjord waarvandaan de gletsjer komt, was het bewolkt. Niet grijs en grauw maar meer nevelig. Genoeg blauwe lucht rondom. We stopten eerst op een paar kilometer van de gletsjer. Aan een meer waar een paar kleine ijsschotsen in dreven. Vanaf een parkeerplaats klauterden we via een niet bepaald toeristische route naar beneden naar het meertje om het aanzicht te bewonderen. Daarna gingen we naar de gletsjer zelf. De gletsjer rijkt (bijna) tot aan een stukje land. Daar is een indrukwekkend bouwwerk van stijgers, plateaus en trappen gemaakt over de gehele breedte van de gletsjer, zodat je voor de gehele voorkant ervan kunt wandelen. Daarvoor hadden we een uur of twee. Althans, als je later met een bootje het meer op wilde om de gletsjer van een andere hoek te bekijken. In mijn eentje ben ik op pad gegaan om in die twee uur de gehele voorkant gezien te hebben, bergen foto’s te maken en nog ergens een lunch naar binnen te werken. Het is echt een mooie gletsjer. Af en toe breken er stukken van de gletsjer los. Stukjes toch. Dat ziet er best spectaculair uit. Een hoop gerommel dat wat weg heeft van het gerommel van onweer. Dan een waterval van naar beneden kletterend ijs. En dan de golven die rustig uitdijen tot het geheel weer terugkeert in een omvangrijk stilleven. Echte grote stukken heb ik jammer genoeg niet af zien breken. Toch is het geheel zo groot dat je je amper realiseert dat het al gauw om de nodige kubieke meters gaat.

Het boortripje langs de zijkant van de gletsjer was niet persé spectaculairder dan rondlopen aan de voorkant van de gletsjer. Het is vooral een ander perspectief. Zo zagen we meer plekken waar in de ijssculptuur-achtige vormen van de gletsjer heldere ijsblauwe kleuren te zien waren. Dus het stukje op de boot was een leuke en mooie aanvulling op de wandeling voor de gletsjer langs. Ik had weer een dag genoten. De 80 km terug naar El Calafate heb ik slapend afgelegd.

Los van het feit dat dit dunbevolkte gedeelte van het continent met haar prachtige natuur en landschappen al een genot was om door heen te rijden, was er nog één plek op het programma die niet kan ontbreken in een Patagonie reis: Torres del Paine, in Chili. Het is een relatief kleine berg massief inclusief gletsjers, meren en rivieren dat uitsteekt boven de omliggende steppe. Het is een populaire plek om een meerdaagse trek te maken. Graag had ik de trektocht gemaakt die de hele keten omtrekt. Daarvoor is typisch een dag of 8 à 9 voor nodig. We hebben er ongeveer 4 dus wij gingen de populaire en daardoor best drukke W-trek maken. De mooiste plekken van het park zijn onderdeel van de trek. Dit was één van die onderdelen van mijn reis waar ik erg naar uit heb gekeken.

Om er te komen was er eerst een rit van El Calafate naar Puerto Natales. Weer een grensovergang. Het was een uur of 4 rijden om de kleine 300 kilometer af te leggen. Je weet uiteraard nooit hoe soepel een grensovergang met een groep verloopt dus we waren vroeg op pad. In het 20.000 inwoners tellende Puerto Natales deden we boodschappen voor de komende dagen. Ook haalden we daar de twee gidsen op die ons op de meerdaagse wandeling door Torres del Paine begeleidden.

Torres del Paine was nog 100 kilometer van Puerto Natales vandaan. Heel snel ging dat niet. Over dat stuk hebben we ruim 2 uur gedaan. Na wat administratie bij de ingang van het park konden we naar onze kampeerplek. De eerste nacht was op afstand van de bergen. De komende dagen zullen we er rondom en tussendoor wandelen. Het kamp was aan Lake Pehoe. De weersverwachting van de komende dagen waarin we de trek gaan doen was niet al te best, maar vanavond was het nog goed. Er was lichte bewolking en redelijk wat zon. Vanaf onze kampeerplek keken we over het meer naar het massief. De zonsondegang was weer eens prachtig. Het kleurenspel op de bergen en de wolken werd versterkt door de reflecties in het meer. Ik moest alleen nog m'n tas pakken voor de komende dagen. De trektocht was niet old-school met volle bepakking inclusief eten en tenten. We hoefden alleen een dagrugzak aangevuld met slaapspullen mee te nemen. Oftewel op pad met een kleine rugzak.

Om de wandeling te kunnen beginnen moesten we eerst een oversteek meet een veerbootje maken van ongeveer een half uur. Die legde aan bij kampeerterrein Paine Grande. Eigenlijk wel een heel groot kampeerterrein. Er staat tevens een enorme blokhut waar onder andere slaapzalen en een groot restaurant in zitten. Niet iets dat ik gewend ben tijdens trektochten. Tenten stonden voor ons al klaar. Handig, want velen waren bezig een tent op te zetten in de inmiddels permanent aanwezige stevige wind. Tegen een uur of elf verzamelden we voor de wandeling van de dag. Dat was naar de Grey Glacier. Zo'n 6,5 kilometer om er te komen en dan dezelfde afstand weer terug. Het was niet heel slecht weer maar het was flink bewolkt, en dat het regenvrij zou blijven was geen garantie. Zonder jas was het met de stevige wind te fris, maar met weer te warm. Het was een betrekkelijk eenvoudige wandeling. Om uiteindelijk op het uitkijkput de gletsjer te kunnen zien, moesten we nog een klein bultje over. Dat viel niet mee met een stevige kopwind. Op het uitkijkpunt zelf was de wind zo straf dat je letterlijk voorover kon hangen in de wind tot een graad of 60 zonder om te vallen. Het was onmogelijk je camera stil te houden om een foto te kunnen nemen. Eén van de gidsen wist achteraf te vertellen dat de wind daar 97 km/u was. Da's niet niks! Het uitzicht op de gletsjers was OK. We waren er nog een eind vandaan op het uitkijkpunt. In die wind daar staan was veel spectaculairder. Zo was het een goede actieve dag geweest. Hopelijk staat er voor de komende dagen als we langs de bergtoppen en in de valleien lopen mooier weer op het programma, maar eigenlijk wist ik wel beter.

Eten deden we blijkbaar in het restaurant in de grote blokhut bij ons kampeerterrein Paine Grande. Prima eten. Zeker. Alleen werd me nu pas duidelijk dat het een redelijk luxe trektocht zou worden: tenten die klaar staan, ontbijt en diner in een comfortabele blokhut. Dat is wat anders dan tenten meesjouwen en opzetten en blootgesteld aan het gure weer op een enkel pitje je verdiende maaltje klaarmaken, zoals ik gewend ben. En zoals ik eigenlijk vind dat het hoort. Bij een trektocht hoort 'back to basic'.

Ik was me er van bewust dat eventuele alcoholische versnaperingen die onderweg gekocht konden aan de prijs zouden zijn. Ik had dus zelf in Puerto Natales iets op de kop getikt met een aantrekkelijke alcohol-prijs ratio. Smaak en kwaliteit waren geen afweging bij de aanschaf. Ik ben er trouwens toch niet in thuis. Een stevige bite waarbij je denkt "yack, wat is dit?!" is precies wat volstaat. Zo stevig was het niet, maar het volstond toch.

Niet iedereen van de groep deed mee aan de W-trek. Daar waren extra kosten aan verbonden en ik kan me goed voorstellen dat die extra kosten het voor sommigen niet waard was. De volgende dag maakte iets meer dan de helft van de groep zich klaar om de W-trek te vervolgen. De rest maakte zich klaar om met de catamaran terug naar basecamp te gaan.

Vroeg of toch zeker bijtijds op, blijft een rode draad in m'n reis. Half zeven op en zeven uur aan het ontbijt. Binnen in de hut. Om acht uur op pad. Eerste een kleine 8 km over glooiend terrein richting de Franse Vallei. Met zo'n bergketen in een verder uitgestrekt vlak landschap kan het weer erg verschillen kort op elkaar. Niet te vergeten de wind die van tijd tot tijd stevig is. Aan de vallei-kant is het weer vanmorgen best mooi. Slechts licht bewolkt en genoeg blauwe lucht. Aan de Torres del Paine kant - waar wij zijn - begon de dag met een beetje dichtgetrokken lucht. Het klaart enigszins op gedurende de 2,5 uur die we er over deden om bij de Franse vallei te komen. Genoeg om al lopende van het landschap te kunnen genieten.

Onderaan de Franse Vallei ligt kamp Italiano. We zouden hier later terugkomen om onze tocht te vervolgen. Hier lieten we zodoende alles dat we niet nodig hadden de komende uren achter, zodat de weg omhoog makkelijker te doen was. Nergens was het heel steil, maar omhoog was het. Wat vroeg voor lunch - maar dat werd het toch - kwamen we aan bij de Franse Gletsjer. Een redelijk grote gletsjer in een mooie berg waar vrijwel continu wat naar beneden kwam. In een stroompje dus jammer genoeg niet dat er een halve gletsjer ineens naar beneden kwam. Dat zou spectaculair zijn. Voordat we klaar waren met het consumeren van de vanmorgen geprepareerde lunch trok de lucht dicht. Van de gletsjer was niet veel meer te zien. Onderweg verder de vallei in begon het zachtjes te regenen. Ik moest zelfs een jasje aan en iets op m'n bol zetten. De gids deelde mee dat we onderweg zijn naar een uitzichtpunt, maar dat daar met het huidige weer niet veel te zien zal zijn. Of we verder wilde. Niet iedereen wilde dat. De kans was groot dat we verder klauterden zonder daar iets voor terug te krijgen. Daarentegen, het kon zomaar opklaren en dan stond er een geweldig en indrukwekkend landschap op ons te wachten. Een aantal van ons besloten dat we verder wilden. De anderen draaiden om, om richting kamp Italiano terug te gaan. We liepen ongeveer een half uur verder tot we op een open plek aankwamen. Het was er koud en grijs en grauw. Het regende lichtjes. Als je lang genoeg wachtte woeien er genoeg wolken voorbij, dat je heel even wat van die typische steile rotsen kon zien. Je kon nog verder de vallei in, maar wij besloten terug te gaan. Er was niet veel hoop dat het weer op korte termijn beter zou worden. Een paar kilometer terug naar kamp Italiano. Hier haalden we degenen op die eerder terug waren gelopen en verzamelden de spullen die we een paar uur eerder hadden achtergelaten. Om 15 uur waren we weer op pad. Langs een rivier, soms door het bos en soms er net buiten, liepen we nog zo'n twee uur. Het was nog steeds druilerig terwijl het overal om Torres de Paine best lekker weer was.

Om een uur of vijf waren we in ons kampement, Los Cuernos. Het voelde niet als een zware dag terwijl we toch ruim 22 km gelopen hebben en zo'n 1500 verticale meters (one way) gemaakt hebben. Los Cuernos was een groot kampterrein tussen bomen en struiken met verder weinig plek om rond te hangen. Iets dat met het vervelende weer wel wenselijk is. Het was òf buiten in de lichte regen met de groep rondhangen òf alleen in de tent. Van beide het beste genomen en eerst een tukkie gedaan. Daarna de booze tevoorschijn gehaald om de tijd tot het eten te overbruggen in het gezelschap van de Dragoman groep. Eten was in de ene hut die er was. En die was niet groot. Vandaar dat je buiten moest rondhangen. Per groep mocht je binnen zijn om te eten. Daarna moest je terug naar buiten en kon de volgende groep eten. Dat eten was op zich prima. Al was dat pas tegen half negen. Dat vind ik laat. Anderen vroeg… Hoe dan ook was het daarna tijd om terug de tent in te gaan en te slapen. Na een mooie dag met niet zo'n mooi weer. Hopelijk morgen beter.

Voor mijn gevoel had ik niet zo best geslapen en ik had het idee dat andere kampeerders al vroeg aan het ouwehoeren waren. Ik keek op mijn horloge en zag dat het 9 uur was. Hmmm… ontbijt was om 8u! Blijkbaar is m'n tent maat uit de tent weten te komen zonder me wakker te maken. Niet onbedoeld, maar vooral niet bedoeld. Het leek me geen abnormale aanname dat je je tent maat wekt als hij dreigt te laat te komen voor een afspraak. Hij had een reden om daar anders over te denken. Ik stond snel op en binnen een paar minuten zat ik ook aan de ontbijttafel. Ze waren gelukkig nog niet zo lang bezig met ontbijten en ik kon nog aanschuiven.

Na een laat ontbijt ook een laat vertrek. Er stond maar een heel klein stukje wandelen op het programma voor deze dag. Slechts 11 km met bijna geen hoogteverschil. Wel weer in druilerig somber weer. En weer lekker weer in de omliggende valleien. Kampterrein was Las Torres. Nog een paar maatjes groter dan eerdere kampterreinen en deze is bereikbaar via de weg met auto of bus. Er zijn ook hotels, allerlei kioskjes en er lopen paarden met gaucho's en toeristen. Vanuit deze plek worden we morgen herenigd met de rest van de groep zodat we met zijn allen het laatste stuk van de Torres del Paine W-trek lopen. Ons kampement had redelijk veel faciliteiten. In ieder geval een eigen, grote tent waar we als groep in kunnen hangen bij minder weer. En dat was het geval. Omdat een koppel uit de groep graag in een slaapzaal wilde slapen was er een tent vrij waardoor ik alleen in een tent kon slapen. Zo kon ik weer eens rustig een middagtukkie doen.

De volgende ochtend werd ik wakker met het geluid van druppels die op de tent vielen. Vandaag was het toch echt de bedoeling om een mooi landschap te bewonderen. Eén van de meeste iconische van Patagonië. Die regen zat ik niet op te wachten. De afgelopen dagen daar al genoeg van gehad. Eenmaal uit de tent was die regen een stuk minder heftig dan het van binnen in de tent deed vermoeden. De lucht was niet donkergrijs, maar het was onduidelijk wat het weer de komende uren zou gaan doen. Herenigd met de achtergebleven reisgenoten trokken we de laatste dag van de W-trek de vallei in. Op weg naar de Three Towers. Zoals gezegd, één van de iconische plekken en uitzichten van Patagonië. Eerst een kilometer of acht richting kamp Chileno. Vooral omhoog maar goed te doen. Voor een groot gedeelte liepen we langs een veel lager gelegen rivier. Het laatste stuk omhoog was wel steil. Het kronkelende zandpaadje tussen de losse stenen was niet breed. Daarom deden we dat stuk in drie groepen zodat iedereen de ruimte had om omhoog te lopen en er ruimte was voor groepen die naar beneden kwamen te passeren. Het was nog altijd niet zo'n best weer en in de wind en de lichte regen was het behoorlijk koud om te wachten tot de derde groep waar ik in zat omhoog kon. Het was even wachten, of met de groep mee die werd aangevoerd door de Dragoman begeleidster. Helemaal niks van wat we aan het doen waren of nog gingen doen had enige vorm van competitie in zich. Toch liep ze als een klein kleutermeisje eindeloos te roepen dat zij in de beste groep zat. "Group number 2. We are the best! Woohoo!". Sjonge, jonge, wat een irritant wijf. Dan maar kou lijden en wat langer wachten. Ik heb het nog nooit zo graag koud gehad. Dat laatste stuk omhoog was inderdaad best pittig en daar deden we ongeveer een uur over. Al het wandelen van de afgelopen maanden zal zijn effect gehad hebben. We hadden mazzel. Hoe verder we richting ons einddoel kwamen, hoe beter dat het weer werd. De laaghangende bewolking trok weg. De hoog hangende bewolking trok open en er was ineens een vrijwel blauwe lucht met zon. Dat hadden we niet beter kunnen treffen. Het laatste stuk was niet meer zo pittig maar het paadje slingerde nog wat voor je bij het groene gletsjermeer aankwam met daarachter de Three Towers. Drie grote grijze steile rotsen die fier de lucht instaken als ware het drie torens. ;-)  Het zag er prachtig uit. Het aanwezige windje was enigszins guur. Ik zocht een wind luw plekje om mijn lunch te nuttigen en de omgeving in me op te nemen. De bergen, sneeuw en gletsjers in de omgeving waren goed te zien.

Alles bij elkaar zullen we een klein uur daarboven hebben doorgebracht. Min of meer het laatste hoogtepunt van de Patagonische pracht en praal van deze reis. In één ruk liepen we allemaal terug richting het kamp, de één wat sneller dan de ander. Het werd duidelijk dat we ècht geluk gehad hadden; achterom kijkend zagen we de lucht bij het gletsjermeer dichttrekken en de Three Towers waren al gauw weer in wolken verhuld. Ook waar wij heen gingen was het weer wat minder, maar dat maakte niet zo veel meer uit. Van het laatste Chileense geld kon ik bij één van de kioskjes een blikje bier halen. Na een kleine 20 kilometer en zo'n 1500 meter de hoogte in, een dik verdiend blikje bier. Tegen een uur of vier was de groep compleet. Onze kampeerplek voor deze avond was dezelfde als waar we voor de W-trek overnacht hadden. Dat was immers waar de achterblijvers hun basis kamp hadden. De rit daar naar toe was een hobbelige rit van toch nog 35 kilometer waar we zo'n anderhalf uur over deden. Onderweg zetten we onze W-trek begeleiders af die we bedankte voor de geslaagde trek. Terug in het kamp was het weer eens pakken en herpakken van al m'n spullen. Beter was het dat ik voor het eerst in vijf dagen kon douchen en dat het avondeten uit eigen keuken niet was beperkt tot één keer opscheppen. Ik had behoefte aan ongekend bunkeren.

Binnen in de truck was vanwege het nog altijd gure weer de beste plek om te vertoeven. Al zou kerst pas over een week of twee zijn, hadden we voor vanavond ook 'Secret Santa' op het programma staan. De truck werd in kerstsfeer gebracht en de snacks en alcohol kwamen op tafel. Glühwein en pisco sour, een lokale alcoholische versnapering. Niet persé lekker, maar effectbejag is niet altijd onbelangrijk. De kleinigheidjes ter waarde van een Euro of vijf werden volgens de vooraf getrokken lootjes verdeeld. Alcohol bracht meer vreugde dan de cadeautjes. Maar ja, het ging om het idee en wat verwacht je voor vijf Euro en voor iemand die je eigenlijk amper kent. Ik kreeg één koelkast magneet van de paus en één van de Moreno gletsjer. Ik gaf weg een sticker van 'Ruta 40' (de weg die we reden) met een Argentijnse vlag als achtergrond en een reep chocolade. Ik hoor de ontvanger nu nog juichen van enthousiasme. Dit was echt een activiteit naar mijn hart. Lang leve de pisco sour.

De Patagonië reis duurde nog twee dagen. Het enige dat er nog op het programma stond was naar Ushuaia rijden. Dat is - als gezegd - de meest zuidelijke stad op de wereld. Eindpunt van deze reis en verreweg de voornaamste plek ter wereld vanwaar Antarctica cruises vertrekken. Er was nog een kleine duizend kilometer te gaan om daar te komen vanuit Torres del Paine. Nog meer Patagonische landschappen om door heen te rijden. Ook moeten we met een pond de Straat van Magellaan oversteken. Die scheidt Patagonië van het aller zuidelijkste stuk van het Zuid-Amerikaanse continent: Vuurland, ofwel Tierra del Fuego. Een oversteek van zo'n 2 kilometer. Het is er één waar het kan spoken vanwege het vaak gure weer met harde winden. Het is geen garantie dat je er zomaar kunt oversteken. Met een beetje pech is het lang wachten voor het weer het toelaat dat er boten varen die je over zetten. Een onzekere factor dus.

Dat was pas over ruim 400 kilometer. We reden eerst weer naar Puerto Natales, vertrektijd 6 uur 's morgens. Boodschappen doen. Voor mezelf en voor de kookploeg voor vanavond waar ik dit keer in zat. Op de bergen die het aan het water gelegen Puerto Natales omringen lag een laagje verse sneeuw ter illustratie hoe gevarieerd het weer hier kan zijn. Nota bene is het hier nu zomer. Om 10 uur vertrokken we uit Puerto Natales. Weg van de bergen, de vlaktes door en steppes over. Af en toe een verloren bergje. Veel van de weg loopt langs meren en zeestraten die in dit stuk van het continent weelderig door het vaste land zijn geweven. Tot 13 uur reden we voor we stopten voor lunch langs de weg. Het woei er zo hard dat uit de truck komen niet aangenaam was en het voorbereiden van de lunch vrijwel onmogelijk. Zodoende speelde het hele lunch tafereel zich af in de truck en dat was best uitdagend.

Tegen half vier bereikte we de plek waar we de oversteek van de Straat van Magellaan namen. Die eindeloos lange weg door een gebied waar niks of niemand te bekennen was, getart door de elementen, kwam uit bij het water. Daar was ineens beschaving in de vorm van een enkel gebouw ter ondersteuning van de ferry activiteiten en een restaurant waar je wat kon nuttigen als je moest wachten. Wachten moesten we. Aansluiten in de rij die vooral uit vrachtwagens bestond. De rij achter ons groeide gestaag. Voor mijn gevoel was het weer niet zo extreem dat er geen bootjes konden varen maar ik geloofde best dat ze daar wisten wat ze deden. Onze truck stond te wachten terwijl de groep op zoek ging naar vermaak in het restaurant. Ik spotte een stopcontact en plaatste me ernaast om laptop activiteiten te doen zoals m'n dagboek bijwerken. De tijd gaat dan snel voorbij… Zo snel dat ik nog volop bezig was en de rest van de kookploeg besloot om alvast maar aan de voorbereidingen te beginnen van het avondmaal. De rest van de kookploeg was blijkbaar al een tijdje bezig. Na 2,5 uur kwam plots de mededeling dat de boot ging varen. Het was zaak iedereen snel aan boord van de truck te krijgen want anders kun je wachten op de volgende overtocht. We waren nog druk bezig met aardappelen schillen terwijl we met de boot werden overgezet. Dat verliep verder soepel en in een minuut of 20 waren we aan de overkant.

Het doel van de crew was nog zover mogelijk richting Ushuaia te rijden alvorens kamp op te zetten. In deze contreien is niet veel beschaving meer te vinden en betekent kamperen: wildkamperen. Even kreeg ik een déjà vu van mijn reis door Malawi. We reden vele kilometers op een zandweg waar we niet al te snel overheen hobbelden en bonkten terwijl we naast een perfect geasfalteerde weg reden die alleen nog in aanleg was en waar we niet op konden c.q. mochten. Zodoende kwamen we pas tegen 21 uur aan op een plek die zich er voor leende om er een kampement van te maken, al was het niet de plek die de crew op het oog had. In al die uren iets meer dan 500 km afgelegd. Het was er enorm wijds en open en er stond een harde wind. In zijn geheel geen beschutting. Tenten moesten met meerdere personen opgezet worden om te voorkomen dat ze weg woeien. Weg woeien, ja. Anders was het niet te doen. De truck werd dwars op de windrichting gezet om zoveel mogelijk de wind tegen te houden voor degenen die een poging wilde doen te koken. Er werd zelfs een zeil tevoorschijn gehaald die speciaal gemaakt was om het stuk van de onderkant van de truck tot aan de grond af te schermen. Verschil maakte het wel, maar of het er aangenaam van werd… De thermometer gaf slechts 5 graden aan. Het effect van de wind was daar nog niet mee verrekend. Het eten was uiteindelijk pas rond half elf klaar. Het was een lange dag geweest dus na dat eten was het meteen tijd om de tent in te duiken.

Het was een frisse nacht. Niet op de laatste plaats omdat ik er midden in de nacht achter kwam dat m'n tentgenoot alle ritsen had opengezet, inclusief de ritsen in het dak van de tent. Want ja, hij had niet voor niets zijn winterslaapzak voor -50 °C meegenomen. Mijn opmerking dat ik die niet had en ik het koud had werd niet in dank afgenomen. Gelukkig was het de laatste nacht in een tent met hem. Misschien wel de allerlaatste keer in een tent gedurende de rest van mijn reis?

Om 7 uur waren we weer op pad. Vandaag leek er veel op gisteren. Hetzelfde landschap, hetzelfde weer. Na ruim 300 km kwamen er weer bergen in het landschap. Door het slechte weer was er jammer genoeg niet veel van te zien. Niet alleen op de bergen lag sneeuw, maar dat lag ook op en naast de weg. Uiteindelijk reden we na in totaal 350 km Ushuaia binnen. Voor mij had Ushuaia vanwege de - afgelegen - ligging en haar 'functie' een beetje een epische status. Als een kind dat op schoolreisje gaat plakte ik tegen het raam om goed naar buiten te kunnen kijken. "Dus dit is Ushuaia...", dacht ik. Met een haven waar de schepen richting onder andere Antarctica vertrekken ligt de stad met zo'n 60.000 inwoners op zeeniveau, maar na de eerste honderd meter van de kust stijgt het snel en zodoende heb je veel steile straten. We reden meteen naar het hostel waar we één overnachting hadden en waar morgen officieel de trip eindigde.

Het was nu 11 december. De eigenaresse van het hostel was ontzettend enthousiast en vertelde graag over alle activiteiten en bezienswaardigheden in de buurt. Dat deed ze nog in het Engels ook. Voor de komende nachten in Ushuaia had ik een andere accommodatie geboekt. Niet wetende wat ze bij die accommodatie aan enthousiasme en kennis zouden hebben, absorbeerde ik zoveel mogelijk van haar tips, stelde zoveel mogelijk vragen en verzamelde zo veel mogelijk folders. De meeste reisgenoten hadden hooguit een dag of twee om in en om Ushuaia wat te ondernemen terwijl ik een volle week had. Boottochtjes maken om bijvoorbeeld pinguïns te gaan zien waren populaire activiteiten die veel toeristen ondernemen. Een serieuze boottocht begon voor mij over een week en ik achtte de kans dat ik toch wel pinguïns zou gaan zien groot, dus ik was niet geïnteresseerd om me daar bij aan te sluiten. Ik wilde wat anders. Ik wilde Dientes Circuit lopen. Een 4/5-daagse trek die vertrekt vanuit Puerto Williams. Dat is een plaats die nog iets zuidelijker ligt dan Ushuaia en waarvoor je het Beaglekanaal moet oversteken en 50 kilometer verderop ligt. Met amper 2000 inwoners voldoet Puerto Williams blijkbaar niet aan de definitie van 'stad' en blijft de eer om meest zuidelijke stad van de wereld te zijn behouden aan Ushuaia. De overtocht, die erg weerafhankelijk is, en waar je voor een enkeltje makkelijk 125 Euro neer legt. Ik wilde dus uitzoeken of ik daar Dientes Circuit kon gaan lopen. Het is een hele mooie, maar slecht bewegwijzerde route door uitdagend terrein waar onberekenbaar weer aan de orde van de dag is en waar erg weinig mensen komen. Daarom wilde ik het lopen. Maar ik wist niet hoe ik in Puerto Williams moest komen en ik had geen tent of kookspullen bij me. Daar moest ik achteraan.

Eerst moest de Dragoman-reis afgesloten worden. Dat deden we door in de avond in een steak restaurant te gaan eten. Het mocht vandaag wat kosten. Met z'n drieën deelden we er een fles wijn bij. En nog één en nog één zodat we uiteindelijk ieder een fles wijn leeg hadden. Het lamsvlees, de steak, het varkensvlees en de kip vers van de gril gingen er bij de meesten goed in. Het echte slot was in de lokale Irish pub. Met wat speeches en statistieken was hier het officiële einde van deze reis. Door de begeleiding kwam het niet, maar een heel mooi stuk van mijn reis. Terwijl sommigen doorfeesten liep ik met een paar anderen terug naar het hostel. Met sommigen van de groep die er de komende dagen ook nog zouden zitten heb ik nog afgesproken om 's avonds te gaan eten. Voor de rest heb ik mijn eigen plan getrokken. Ik was weer op mezelf aangewezen.

Na te hebben uitgeslapen, op mijn gemak te hebben ontbeten, volledig te zijn bepakt en de aanwezigen gedag te hebben gezegd, wandelde ik in 10 minuten naar het hostel dat ik had geboekt. Ik had eigenlijk behoefte aan ruimte voor mezelf maar hotels in Ushuaia zijn al gauw 150 Euro per nacht. Voor nog een hele week hakte dat me teveel in m'n budget. Voor een slaapplek in een (4- of 6-persoons) dorm in een hostel betaal je zelfs makkelijk 30 Euro per nacht. Het was hier nu zomer en vlak voor het echte hoogseizoen. Aan het weer merkte je dat niet altijd, maar wel aan de drukte in hostels en hotels. Toch was ik best tevreden met de rust in het hostel dat ik had uitgekozen. Overdag waren veel andere gasten er op uit en kon ik genieten van de rust in de algemene ruimte. Al werd die af en toe grof verstoord door de eigenaar en zijn werkneemster die het plots tijdelijk omdoopten tot disco, me meer dan eens rot schrikkend.

Veel tijd heb ik doorgebracht in het hostel. Lekker op het gemak. Tijd besteedde ik aan het bijwerken van m'n administratie, van 'n dagboek of werken aan m'n blog. De rest van de tijd wandelde ik wat door de ene winkelstraat van de stad, zocht ik uit wat ik wilde en/of kon doen in de omgeving, nam foto's van de omgeving, deed wat boodschappen en zocht uit hoe ik de komende tijd zou gaan invullen. Na mijn aankomende cruise had ik een dag of 10 voordat ik in Buenos Aires bij een groep ging aansluiten, waar ik nog geen invulling aan had gegeven. De zoutvlaktes waren veel te ver weg en veel te ver uit de richting. Puerto Madryn was een interessante optie, omdat daar pinguïns en walvissen te spotten zijn. Met de aanname dat ik van de aankomende cruise 'één en ander' kan verwachten besloot ik dat ik die dagen in Ushuaia ging doorbrengen. Niet om Dientes Circuit te lopen want dat ging niet lukken, was ik inmiddels achter. De enige agent die overtochten met de boot uitvoert heeft zijn papieren niet op orde (van Ushuaia naar Puerto Williams is ook een grensovergang) en vaart in zijn geheel niet. Sterker nog, de kantoortjes waren zelfs dicht. Maar er zijn wel andere interessante tochten te lopen. Zowel één- als meerdaagse. Daar kom ik wel uit.

In de week tot aan de cruise wilde ik wel alvast wat gaan doen in de omgeving van Ushuaia. Een week stilzitten in deze prachtige omgeving was niet de bedoeling. Ik had twee activiteiten uitgekozen. Eén was wandelen in het nationale park Tierra del Fuego en de andere was wandelen naar Lake Esmeralda. Het liefst op dagen dat het zonnig weer was. Het weer was als gezegd erg wisselvallig en tot nu toe niet heel goed geweest. Soms dacht je dat het opklaarde en verschenen op de achtergrond van Ushuaia de prachtige Alpen-achtige bergen maar voor je bedacht dat je eindelijk een goede foto kon maken was het alweer dichtgetrokken. Misschien inclusief regen of natte sneeuw. Zeker met wind. Me volledig laten lijden door wat weer-pagina's op internet zeiden had ik de twee beste dagen gekozen.

Het was dinsdag. Het zag er buiten goed uit. Er was zon! Ik had mijn tas met noodzakelijke spullen voor een dag op pad klaargemaakt, ontbeten en liep in een minuut of vijf naar de bus terminal. Bus station. Bus parking. Bus stopplaats. Hmmmm… gewone parkeerplaats waar ook kleine personenbusjes stoppen. Ik nam de vroegst mogelijke bus naar Tierra del Fuego National Park, om 9 uur. Het was maar een minuut of 20 rijden naar het park, ten westen van Ushuaia. Er waren maar een paar plekken waar het busje stopte en maar een paar waar je weer kon opstappen om terug te gaan naar Ushuaia. Ook was het aantal wandel mogelijkheden beperkt. Er waren minder dan een hand vol langere routes en een aantal kortere. De enige redenen dat je niet alles in één dag kon lopen was dat ze iets te veel uit elkaar gelegen waren en de laatste shuttle naar Ushuaia al om vijf uur vertrok. Ik koos ervoor om met de Costera Trail, ofwel de kust route, te beginnen. Die had de meeste mogelijkheden om erna eventueel nog wat anders te doen en die leek me gewoon mooi. Die route begon bij een postkantoor. Die bestaat onder de naam 'postkantoor aan het einde van de wereld'. Je kunt er een - officieuze - stempel van in je paspoort krijgen. Naast vanaf deze speciale plek een paar kaartjes naar het thuisfront te sturen, ging ik voor die stempel. Al heb ik daar achteraf spijt van. Het was voor mij helemaal niet het einde van de wereld, het was ook niet het meest zuidelijke postkantoor waar ik zou komen en de bijbehorende sticker in je paspoort is zo bombastisch dat ik de 2 Euro liever aan een fles wijn had uitgegeven.

Daarna aan de wandel. Vlak nadat ik vertrokken was liep het storm in het postkantoortje en was ik blij dat ik er niet meer hoefde te zijn. Al deze mensen was ik ook voor op de wandeling. Het weer was zowaar nog steeds mooi: blauwe lucht en zon met een aangename temperatuur waarin ik zonder jas kon rondwandelen. De wandeling langs de kust was iets van 8 kilometer. Daar heb ik 2,5 uur over gedaan. Niet omdat het zo lastig wandelen was, maar omdat het uitzicht continu prachtig was. Groen gras langs de kust met gekleurde bloempjes op de voorgrond, bergen met besneeuwde toppen op de achtergrond en het Beaglekanaal ertussen. Ik kon eindelijk weer eens uitgebreid de tijd nemen om foto's te maken in plaats van dat te doen uit een rijdend voertuig of tijdens een groepswandeling. De wandeling kwam uit op een geasfalteerde weg. Van daaruit deed ik alle korte wandelingen die er waren. Er was er één die langs een grote bever dam ging, een paar door de bossen en één die bij het einde van 'Ruta 3' uitkwam. Daar stonden een paar grote autobussen met mensen die daar een wandelingetje wilde maken. Dus druk. Die kleine wandelingetjes waren niet fenomenaal, maar het wandelen was erg lekker. Gedurende de middag betrok het weer. Het betrok dusdanig dat ik mezelf niet hoefde te overtuigen nog ergens een beklimming te doen want met de uitzichten was het gedaan. Ik had geluk gehad in de ochtend. Het laatste wandelingetje bracht me naar het meertje Laguna Negra waar verder niemand te vinden was. Het was inmiddels rond 16 uur en daar pas nam ik de tijd mijn lunch te nuttigen. Na de 22 kilometer die ik vandaag gelopen had ging dat er goed in. Ik was ruim op tijd om, om 17 uur met de laatste shuttle de 14 kilometer terug naar Ushuaia te rijden, die niet ver van het meertje vertrok. Het was een geslaagde dag. Na een heerlijke douche in het hostel en een maaltje, was een flesje wijn en series kijken op m'n laptop een relaxte manier om de dag te eindigen.

Voor donderdag was ook mooi weer voorspeld. Op naar Laguna Esmeralda. Dat meer dankt zijn naam aan de kleur die het water heeft. Zo esmeralda als het maar zijn kan. Een meer dat je bereikt door eerst 15 km oostwaarts te rijden en daarna ongeveer 1,5 tot 2 uur te wandelen. Ook hier ging ik heen met een shuttle bus. Wederom met de vroegst mogelijke en dat was weer om 9 uur. Gelukkig was ik niet de enige, want dan was de shuttle niet gegaan. Uiteindelijk reden we met iets van zes man/vrouw een klein half uur oostwaarts van Ushuaia. Meteen op pad om zo snel mogelijk los te zijn van de medewandelaars. Dat moesten ze niet allemaal denken want dan liep je nog als groepje. Het was een vlotte route die niet in de aangegeven 2 uur, maar al in 1,5 uur geklaard was. Het was geen lastig stuk wandelen maar het was onmogelijk voeten schoon te houden. Er lag nog links en rechts sneeuw en waarschijnlijk waren er stukken grond die nog maar net van de vorst verlost zijn. Als gevolg waren er grote delen van het pad die veranderd waren in modderpoelen. Daar liep je niet zo even omheen dus het streven was om er doorheen te banjeren zonder dat de modder boven de enkels uit kwam. Dat lukte. Het eerste stuk was door bos. Dichter bij het meer werd het terrein stukje bij beetje opener. Het zonnetje dat zich vanmorgen liet zien had het de afgelopen uren moeilijk gekregen. Boven het meer hing bewolking die gelukkig meer en meer wegtrok. Voor het eerst in die dagen dat ik hier in de omgeving was waren de bergen in het prachtige landschap echt goed te bewonderen. Het was een aantal minuten klimmen, klauteren en wegwijzertjes zoeken langs een stroompje van smeltwater voor ik bij het meer uitkwam. Het was al een mooie dag voor ik bij het meer was aangekomen.

Laguna Esmeralda lag er prachtig bij. Door de opgetrokken bewolking ook de bergen er omheen. Omdat ik er als eerste was, was het uitzicht samen met de serene stilte een waar genot. In een half uur waren de anderen er ook maar als je met gelijkgezinden bent zoekt ieder zijn eigen plekje en is het nog genieten. Een half uur had ik er van genoten. Daarna begon het te jeuken. Er loopt achter het meer schijnbaar een pad dat de bergen in gaat en naar een gletsjer zou lijden. Dat ziet er steil uit… De route op m'n Garmin liep tot aan het meer en het stuk daar achter stond er niet op. Toch had ik het gehoord van die enthousiaste mevrouw in het hostel en had ik het gezien op een kaart. Het was nog voor de middag, dus tijd genoeg, en het weer was zo mooi. Ik moest verder. Ik zag de Duitser die ongeveer met me opliep richting het meer ook een poging ondernemen om aan de achterkant van het meer te komen. Dat was via de kant dat ik dacht dat er geen pad liep. Ik liep via de andere kant en zag enigszins tot m'n verbazing nog wat volk dat aan het meer op een klein wild-campingetje had overnacht. Om aan de achterkant van het meer te geraken was het af en toe al lastig om het paadje te volgen. Dat is vaak mede het gevolg van het feit dat het niet veel bewandeld wordt. Voor het omhoog ging liep je voorbij een paar beverdammen en stukken waar de invloed van bevers duidelijk te zien is. Veel dode en omgeknauwde bomen. Na wat stukjes bos waar je doorheen moest zigzaggen en waar je continu voorzetsels kon oefenen - om de boom, op de boom, achter de boom, via de boom, onder de boom - kwam ik niet verder dan grote rotsblokken overwoekerd met takken. Van een echt pad was niet echt meer spraken. Maar om omhoog te kunnen moest ik bij het stenenveld uitkomen dat er achter lag. Daar kwam ik uiteindelijk uit maar ik had niet de illusie dat ik over een pad aan het lopen was. De Duitser had het pragmatischer aangepakt en die was al door het stenenveld omhoog aan het klauteren. Waarheen je moest? Omhoog! Soms zag je iets dat eerder belopen leek en er stonden soms van die stenen mannetjes. De universele methode om met opgestapelde stenen aan te geven dat je nog de goede kant aan het oplopen bent. Al waren het kleine mannetjes. Dit stuk van de weg omhoog was het niks dan losse stenen. Dat ging over in een stuk dat her en der bedekt was met sneeuw tot het punt dat er alleen nog sneeuw lag. Omhoog is omhoog maar de gletsjer zag ik nergens en ik wist niet goed waar ik heen moest. Met die stenen mannetjes had je af en toe een bevestiging dat je de goede kant op ging maat eenmaal in de sneeuw houdt dat op. Het was me duidelijk dat de Duitser niet op zoek was naar de gletsjer maar dat hij wilde genieten van de inspanning en van de adembenemende omgeving. Op een gegeven moment zag ik hem terug naar beneden gaan. Een klein beetje jammer want ik was daar nu helemaal alleen in redelijk uitdagende omstandigheden. Een andere avonturier in de buurt is prettig voor het geval dat. Tegen de tijd dat de stenen voorbij waren en het stuk begon dat volledig besneeuwd was merkte ik twee sporen van voetstappen in de sneeuw. Die waren niet vers. Ik kon de conclusie trekken dat er niet veel mensen deze klim maken en dat de laatste die het gedaan heeft toch meerdere dagen geleden moet zijn. Ik volgde dit spoor een blinde hoek om. Het viel tegen omhoog te lopen in de sneeuw. Iedere stap was een trap met de neus van je schoen in de sneeuw om grip te hebben. Wegglijden was niet wenselijk op zo'n helling, want dan ga je. Soms zakte ik dieper weg in de sneeuw dan ik wilde en ik wilde daar niet bij door m'n enkel zakken. Ik liep inmiddels onder een strak blauwe hemel. Ik liep vol in de zon en kreeg er de reflecties via de sneeuw gratis bij. Warm genoeg had ik het zeker. Bij die blinde hoek aangekomen was de constatering zoals die zo vaak is bij een beklimming: o, het gaat in ieder geval nog verder tot aan die richel. Je begeeft je op het punt dat je van de ene kant toch al een hoop energie verbruikt hebt en je van de andere kant niet wilt opgeven. Maar ja, hoe ver ga je dan nog. In ieder geval nog wat verder. Hard werken was het. En veel rusten. Steeds weer naar het volgende richeltje. Steeds moeier. Steeds meer de gedachte dat ik beter niet weg kon glijden. Af en toe kon ik naar een randje van rotsen. Even vaste grond onder de voeten en tevens een ongelofelijk uitzicht op het Laguna Esmeralda dat nu ver beneden ligt en prachtige bergen overal eromheen. Ik heb verder geklauterd dan ik eigenlijk wilde. Het laatste stukje dat ik deed kon ik over rotsen lopen die boven de sneeuw uitkwamen. Zo kwam ik toch uit bij die gletsjer. Het zag er uit als een groot sneeuwveld. Mooi, maar niet heel spannend. Althans, voor mij heeft 'gletsjer' iets inherent spectaculairs. Het was er gaaf. Het was zo'n mooie plek. De sneeuw, omringt door bergen, de blauwe lucht, het zonnetje, de moeite die ik heb moeten doen hier te komen, het gevoel dat ik hier alleen op de wereld ben. Dit is één van de mooiste momenten van mijn hele reis tot nu toe. Ik heb daar gerust, gegeten en genoten.

Achter de bergen kwamen met momenten wolken en af en toe zelfs donkere wolken tevoorschijn. Wat het weer ging doen wist ik niet. Wat ik wel wist is dat ik hier niet wil zijn als het weer omslaat. Het was tijd om terug te gaan. Een aangename terugtocht. Ik voelde me super en de afdaling was naar het meer toe, dus iedere meter die ik liep was in een spectaculaire omgeving. De afdaling ging veel vlotter. Het weer was goed gebleven. Dicht bij het meer zat het zwaarste er op, al was de weg zoeken door 'beverland' soms lastig toen ik via de andere kant van het meer dan ik was heen gegaan, terug wilde. Nu alleen nog een paar uur rustig terugwandelen. Ik wilde bij het meer nog wat rusten en genieten. Liever daar dan bij de asfaltweg wachten op de shuttle bus. De sereniteit waar ik de hele dag zo van genoten had was abrupt afgelopen. Op de plek waar ik vanmorgen zo genoten had van Laguna Esmeralda was bevolkt door tientallen tot misschien wel honderd jongelui. Waarschijnlijk had iedereen zijn/haar kater uitgeslapen en moest er die dag toch nog wat gedaan worden. Wat het is weet ik niet, maar wederom leek het zo dat een prachtige plek in heerlijke rust in een prachtige setting gepaard moest gaan met de productie van een overvloed aan geluid. Roepen, schreeuwen en klote muziek draaien met een apparaat waar klote kwaliteit muziek uitkomt. Gelukkig heeft dit type mens geen behoefte de inspanning te doen om de plekken te komen waar ik de afgelopen uren vertoefd heb. Ik probeerde tussen de drukte van alle andere groepen door het stuk van het meer naar de shuttle te lopen. Ik ging harder dan de meesten en liep zo een hoop van die groepjes voorbij. Als je een groepje passeert leek het wel alsof het groepje dat tien minuten verderop liep de conversatie ook moest kunnen volgen. En maar ouwehoeren en maar ouwehoeren. Het was wachten op een groepje dat populair en vreemd exhibitionistisch gedrag vertoonde: terwijl je heerlijk in de natuur loopt, zo hard mogelijk klote muziek uit je smartphone laten schallen zodat de rest van de mensen ongevraagd van jouw muziek moet 'genieten'. O, wat was het een mooie dag, maar die laatste anderhalf uur waren toch een beetje een domper. Ik zal wel een oude lul zijn geworden…

Ik dacht dat de drukte kon betekenen dat de shuttle terug, waarop ik nog zo'n drie kwartier moest wachten, heel druk zou zijn. Dat was niet zo. Er reden blijkbaar veel bedrijfjes hier naar toe. Er waren maar een paar anderen die dezelfde shuttle namen. Ik hoefde niet eens te betalen. Geen idee of dat een foutje was of niet. We kregen zelfs een kopje koffie voor onderweg. In het hostel moest degene die daar werkte hard lachen om de blijkbaar erg rode kop die ik had opgelopen in de zon. Ik was ergens wat gaan eten en ben tevreden m'n stapelbedje ingekropen. Wow, wat een mooie dag. Het was misschien wel de mooiste eendaagse wandeltocht die ik ooit gemaakt heb. Erg gevarieerd. Ik heb vlak gelopen en omhoog, door bossen en vlaktes, door modder, over stenen, door gras door water en door de sneeuw. Over makkelijke paden, moeilijk te vinden paden en zonder paden. Wandelen, klimmen, klauteren en glijden. En dat met heerlijk weer in een prachtig landschap.

Het was tijd om afscheid te nemen van het hostel waar ik nu bijna een week heb gezeten. Ik ga stilaan beginnen aan wat zonder twijfel het meest bijzondere deel van mijn reis gaat worden. De komende drie weken ga ik met een cruiseschip naar Antarctica. We stoppen niet alleen daar, maar we gaan ook naar de Falklandeilanden en Zuid Georgia. Geen idee wat me allemaal te wachten staat maar dat moet bijzonder worden. Wat ik zeker weet, is dat voor mij niet Ushuaia het einde van de wereld gaat zijn, zoals Ushuaia zichzelf aanprijst. Hoe dat avontuur was, is voor de volgende update.

Houdoe!

Foto’s

2 Reacties

  1. Yoko:
    29 juli 2016
    Leuk om weer te lezen Bambi! Ik ben niet in zuid Amerika geweest (op een werkbezoek aan Buenos Aires na dan) maar kan me er wel iets bij voorstellen. En Patagonie spreekt natuurlijk tot de verbeelding. Ik ben ook benieuwd naar Antarctica en South Georgia (die laatste ook vanwege het verhaal van Shackleton) dus ik kijk er al naar uit!

    Groeten,

    Yoko
  2. Marij:
    16 september 2016
    weer een goed verhaal om te lezen, als ik jou was zou ik al je verhalen bundelen en er een mooi boekwerk van maken zoiets is eenmalig in je leven toch en je schrijft lekker zo ie zo je kunt je echt inleven in je verslag gr. Marij