De Falklandeilanden, Zuid-Georgia en Antarctica - Deel 1

28 december 2015 - Grytviken, Falklandeilanden

De cruise die ik ging doen duurde ruim drie weken. Een cruise naar de Falklandeilanden, Zuid-Georgia en Antarctica. Te boeken via Jan en alleman, maar de uitvoerder is Quark Expeditions. De eerste dag had niks met een boot te maken. We werden verwacht in een hotel vanaf waar we de volgende dag naar het schip gebracht zouden worden. De aanloop naar de cruise was voor mij interessant. Zo'n cruise loopt aardig in de papieren kan ik wel zeggen. Ik had gekozen voor de goedkoopste plek op het schip en had het geluk dat ten tijde van boeken de Euro/Dollar koers gunstig(er) was en ik een korting van een paar procent had bedongen. Van wat ik er voor betaald heb kun je nog steeds een best aardig nieuw autootje kopen. Hiervoor zat ik dan in een driepersoons hut met een patrijspoort. De reisbescheiden voor dit stuk van mijn reis ontving ik pas een paar weken voor aanvang. Hierop stond al een hut nummer vermeld en er zat een dek lay-out bij. Hieruit maakte ik op dat ik niet in die driepersoons hut met enkele patrijspoort zou terechtkomen, maar in een tweepersoons hut met twee grote ramen. Dat klonk niet verkeerd, maar navraag bij Kilroy leerde dat dit waarschijnlijk een fout was die nog wel gecorrigeerd zou gaan worden. Jammer…

Van het hostel waar ik een kleine week heb gezeten nam ik een taxi naar het hotel dat geboekt was door Quark. Een rit van zo'n tien minuten de stad uit. In dit hotel hadden ze zowel twee- als driepersoons kamers. Het leek me voor de hand liggend dat je in dit hotel de kamer deelt met degene(n) met wie je aan boord je hut deelt. Ik was geboekt in een tweepersoonskamer en hier ontmoette ik mijn waarschijnlijke hut buddy. Het was een inmiddels gepensioneerde Nederlander van middelbare leeftijd. De passagierslijst die bij de receptie lag leerde verder dat er in totaal vier Nederlanders aan boord zouden zijn. Zeker wist ik het nog niet, maar het vermoeden dat ik toch echt in een tweepersoons hut was terecht gekomen was nu wel heel groot. Met mijn kamergenoot heb ik in het hotel gekletst en gegeten om elkaar te leren kennen. Pas na acht uur, want daarvoor is het restaurant niet eens open. Ushuaia kende ik al wel en hoefde niet persé daar heen voor het avondeten. Het was gezellig. Ik had na een week weer iemand om mee te babbelen. In het Nederlands nog wel.

's Anderdaags, om drie uur 's middags werden we opgehaald om naar ons schip te worden gebracht. Tot die tijd kon ik me bezighouden met administratie, alvast nieuwjaarswensen de deur uit doen, en andere dingen doen waarvoor je internet nodig hebt. Of het er überhaupt is aan boord, wist ik niet, maar ik hoef er niet persé gebruik van te maken. Dus de aankomende drie weken in zijn geheel geen contact met vooral Griet. En ik moest het al drie maanden doen met slechts appen en bellen… Ik wilde ook alvast een vliegticket boeken om na mijn cruise zeker te weten dat ik Ushuaia uit kon op het moment dat ik dat wilde. Ik had de vliegtickets de afgelopen dagen in de gaten gehouden en alleen maar duurder zien worden. Ik had zowaar het geluk dat ze nu wat gedaald waren. Tel daar de tegoedbon bij op die we gekregen hadden als gevolg van het Hanoi-Bangkok debacle (zie eerder verslag) en uiteindelijk had ik best een mooie deal om naar Buenos Aires te vliegen.

Een bus bracht ons naar de haven. Daar lag ze, de Sea Adventurer. Eerdere dagen had ik al een vergelijkbaar schip zien liggen, maar die bleek het niet te zijn. Ons schip was dus pas afgelopen dag of nacht aangekomen. Geen klein, maar toch zeker geen groot cruiseschip. Er kunnen 122 passagiers aan bord (we hadden er 114) en 70 man bemanning. Het was geen ijsbreker maar kwam uit de sterkste klasse 'versterkte schepen'. Met mijn hotelkamer buddy liepen we het schip op richting onze hut. Waren we ook hut buddy’s? Alles leek er wel op. Dat betekende dat ik een gratis upgrade van 'triple with single porthole' naar 'double with two windows' ter waarde van 7000 Amerikaanse Dollar had gekregen. Het was me een raadsel waarom, maar ik vond het prima!

De hut was prima. Twee prima bedden, kasten om spullen in op te bergen, een klein maar toereikend badkamertje met wc en douche, een klein bureautje met wat stopcontacten en een tv. Hierop waren onder andere een film per dag, live de activiteiten in de main lounge en het dagprogramma te zien. Maar effe terug: kasten om spullen in op te bergen. Voor het eerst in een half jaar hoefde ik drie weken lang niet uit m'n rugzak te leven. Ongekende luxe! Dat was fijn! Het was heel plezierig om alles dat ik redelijkerwijs de komende weken nodig had uit mijn rugzakken te halen en die vervolgens ver weg te stoppen. Daarna deden we een rondje door het schip. Genoeg buitendek om met veel man te kunnen staan en een rondje om het schip te kunnen lopen. Een diner ruimte, een grote lounge waar activiteiten en briefings gehouden kunnen worden. Hier was tevens onbeperkt koffie, thee, chocolademelk en koekjes beschikbaar en er was een bar. Voor alle (alcoholische) versnaperingen moest in de buidel getast worden. Een fles goede rode wijn die op het Argentijnse vasteland voor een Euro of 3, 4 te krijgen was, kostte op het schip makkelijk 40 Dollar. Een blikje bier of fris, gewoon een blikje zoals je dat in een willekeurige supermarkt koopt, was 6 of 7 Dollar. Ik had vooraf het vermoeden dat het aan boord niet goedkoop zou zijn, maar ik vond dit wel veel om daar de lijn van een fles wijn per dag voort te zetten. Dat waren de voornaamste plekken aan boord. Er waren verder onder andere een bibliotheek, een klein barretje en een kleine gym aanwezig maar die heb ik niet eens van binnen gezien.

Om een uur of vier waren we aan boord gekomen en tot een uur of zes waren we bezig met rondsnuffelen, kennismaken met de crew, uitleg over hoe een dag er de komende weken typisch uit ging zien, veiligheidsinstructies en een heuse veiligheidsdrill. Dat laatste hopelijk voor niks. Daarna vertrokken we. Onderweg waren we. Onderweg naar de Falklandeilanden, Zuid Georgia en Antarctica. Met als ultieme doel om de zuidelijke poolcirkel over te gaan. Er hing merkbaar een uitgelaten sfeer aan boord. Bij ons, maar ook bij de crew. Tot de laatste seconden aan boord heb ik met moeders en Griet geappt. Niet erg dat het een aantal weken niet kon, maar wel fijn dat het dan van tevoren uitgebreid mogelijk was. Per slot van rekening bracht ik zowel de kerstdagen als Nieuwjaar door op het schip, ver weg van familie en vrienden. Vanaf de buitendekken zagen we achter ons Ushuaia kleiner worden. Vanuit een hoek dat ik het niet eerder had gezien. Nog altijd met de bergen op de achtergrond. Door het Beaglekanaal. Langs Port Williams. De Zuidelijke Atlantische Oceaan op.

Alle maaltijden waren inbegrepen. Om half acht was het etenstijd, zoals op de meeste dagen. De eetzaal was uitgerust met - uiteraard - vaste tafels en stoelen gegroepeerd in typisch plekken van 4 tot 10 eetplaatsen. Je schoof aan waar het je uitkwam en zo zat je in principe bij iedere maaltijd met andere reisgenoten aan tafel. Ontbeten had ik nog in het hotel en lunch in feite overgeslagen. A la carte was er iedere dag een keuze uit twee of drie voorgerechten, hoofdgerechten en toetjes. Kwaliteit en service waren uitmuntend, maar voor een eter zoals ik hield de hoeveelheid niet over. Als dit representatief was voor de hele cruise dan ging ik vaak een rammelend maagje hebben. Voor zo'n dure reis… Met een extra toetje kon ik de schade beperken. Omdat het de eerste dag van een epische reis was, had ik vandaag wel een flesje wijn aangebroken.

Na het eten werden de parka's uitgedeeld. Die kregen we. "Kregen" we. Een parka, ook wel pooljak genoemd, is gewoon een hele dikke, warme jas met capuchon. Formaatje past-straks-niet-in-mijn-rugzak. Zo zagen we er allemaal hetzelfde uit als we op pad gingen en met knalgeel zal dat wel lukken. In de lounge dronk ik de rest van m'n fles wijn op. Van alle opwinding van de dag was het daarna tijd om te gaan slapen. Hopelijk zonder zeeziek te worden. Dat lukte, maar van het deinen van het schip gedurende de nacht werd ik toch af en toe wakker. Dat gebeurde vooral omdat de bedden aan de smalle kant waren.

De eerste volle dag op zee. Opstaan, douchen en dan ontbijt. Dat ontbijt was goed geregeld. Het was een buffet ontbijt. De keuzemogelijkheden en de hoeveelheden waren ongekend. Cornflakes in alle kleuren, soorten en maten met halfvolle- of volle melk of yoghurt. Brood en crackers, bagels en muffins, omeletten, sappen, kazen in alle mogelijke geuren, vleesbeleg, zoet beleg, fruit en ik kan nog wel effe doorgaan. Alsof het niet genoeg was, was er iedere dag een 'breakfast special' variërend van gepocheerde eieren, pannenkoekjes of Franse toast. Als je daar niet met een volle maag vandaan kwam dan had je dat volledig aan jezelf te wijten. Dat was mij zeker niet overkomen.

Wat te doen, zo'n dag op zee? Daar was ik ook benieuwd naar. Dat werd goed ingevuld. De volledige bemanning viel in principe in drie categorieën te delen: de bemanning die er voor zorgde dat de boot voer en op de juiste plekken aankwam en de hotel-crew die ervoor zorgde dat de hutten schoongemaakt werden en er eten op tafel kwam. Deze groep was zo'n man (m/v) of 60 groot. Daarnaast was er de expeditie crew bestaande uit een man (m/v) of 10/15. Zij waren er om de zodiacs waarmee we aan land werden gebracht te besturen, maar een aantal van hen is ook expert op het gebied van (zee)vogels, zee biologie, geografie, geschiedenis, fotografie of andere relevante discipline voor een cruise als deze. Voor het luttele bedrag van zo'n 1000 USD kon je deelnemen aan kajakken op een aantal plekken, meestal in plaats van wat de rest dan deed. Sommigen van de crew waren er "slechts" om de kajaks te begeleiden en de zodiacs te besturen. Die experts, vaak gepromoveerden, gaven lezingen van typisch een uur. Hierbij hadden ze een beamer en een groot scherm tot hun beschikking waar ze naar hartenlust al dan niet vooraf voorbereide slideshows op konden laten zien. Van die lezingen waren er een stuk of drie/vier op een zeedag. Twee tussen ontbijt en lunch en twee tussen lunch en avondeten. Zo werden we uitgebreid bijgepraat over albatrossen die massaal achter ons schip aan suisden, pinguïns en zeehonden die we in grote getalen en soorten zouden gaan zien, het ontstaan en status van de eilanden/vaste land/ijsbergen die we gaan tegenkomen en bezoeken, heroïsche verhalen over Antarctica vaarders en ga zo maar door.

Iedere dag was er na het avondeten in de main lounge een debriefing van de afgelopen dag en een briefing voor de aankomende dag. Hierin werd ingegaan op wat we die dag hadden meegemaakt en werd dat in de juiste context geplaatst. Het ging bijvoorbeeld over de route die we hadden afgelegd, de weersomstandigheden, ijsbergen of (wal)vissen die we hadden gezien. Dat gebeurde aan de hand van foto's, filmpjes, kaartjes of wat er ook voor nodig was om de boodschap over te brengen. De expeditieleider nam dit voor zijn rekening en de experts namen het woord als het over hun expertise ging. Het waren geen standaard praatjes, maar er werd echt ingegaan op wat die dag relevant was. Daarna hetzelfde recept voor de aankomende dag. Uiteraard stond je vrij om hier, en welke activiteit dan ook, aan deel te nemen.

De expeditie crew moedigde iedereen vaak aan om zoveel mogelijk tijd op de buitendekken door te brengen. Daar is waar het per slot van rekening allemaal te zien is. Het is niet de bedoeling om in de lounge over bijvoorbeeld walvissen te praten als ze in de buurt van het schip te spotten zijn. Tussen de lezingen in en voor de lunch ben ik het achterdek op gegaan. Daar suisden de albatrossen en stormvogels in grote getalen in de stevige wind. Los van de wind was het weer prima op het dek. We hebben veel zon en heldere luchten gehad. De vogels cirkelden in rondjes, feitelijk zonder met de vleugels te slaan, om en achter de boot. Ze moeten het puur van de wind hebben om in de lucht te blijven. Omdat er op het zuidelijk halfrond meer wind staat dan op het noordelijk, is dat de voornaamste verklaring waarom die vogels, die makkelijk 50.000 kilometer per jaar afleggen, voornamelijk op de zuidelijke helft van de aarde te vinden zijn. In één van de gangen op het hoofddek werd een lijst bijgehouden van welke dieren (vogels, zeehonden, walvissen, pinguïns, ...) op welke dagen gespot zijn. Voor mijn gevoel heb ik, bij wijze van, twee verschillende albatrossen gezien, maar volgens de lijst waren het er - ik zeg maar wat - vijf.

Dan de lunch. Die was net zoals het ontbijt op basis van buffet. De uitgebreide keuze van een ochtend was omgeruild voor bakken rijst, pasta en/of aardappelen, verschillende groentes, verschillende soorten vlees, sauzen en noem maar op. Wilde je liever een panini? Dan werd die voor je gemaakt? Soepje vooraf? Dan werd die aan je tafel geserveerd. Wilde je toast of brood? Geen probleem. Kaasplankje? Was er ook. Er waren altijd twee verschillende toetjes in de vorm van cakejes, tiramisu’s of andere heerlijke niet te weerstane zoete koek. Ik ben vast een hoop eten vergeten te benoemen, maar er was overvloed. Mijn zorg van gisterenavond dat ik misschien wel honger aan boord zou hebben was nu in zijn geheel verdwenen. Ik realiseerde me op dat moment dat ik een keuze moest maken: òf heel veel lekkers aan me voorbij laten gaan, gewoon genoeg te eten en daarmee mijn gewicht in toom trachten te houden, òf totaal ongegeneerd bunkeren en het er helemaal van nemen. De keuze viel vrij snel op de laatste optie. Na de lunch wist ik al niet waar ik over een paar uur m'n avondeten moest laten.

Na de lunch van de eerste volle dag aan boord stond alleen nog op het programma hoe de gang van zaken was als we met zodiacs gingen varen en aan land werden gebracht. We kregen een self-inflatable reddingsvest en een paar laarzen uitgedeeld voor de rest van de cruise die gedragen moesten worden in de zodiacs. Er werd uitgelegd dat we alles echt goed schoon moesten maken voor we in de zodiacs stapten zodat we de fragile en delicate ecosystemen niet verstoren. Zonder er over uit te wijden, Zuid Georgia heeft bijvoorbeeld een serieuze muizenplaag (gehad?) als direct gevolg van menselijke aanwezigheid. Zoiets wilden en moesten we zien te voorkomen.

Bijzonder voor de eerste dag was de kennismaking met de Oekraïense kapitein vlak voor het avondeten. Dat was in de main lounge waar je met de voor de ingang van een tafel eten kon genieten. De ene dag sushi, de andere snackjes, weer een andere cakejes, en zo was er iedere dag wel wat. Vrijwel iedere dag iets nieuws. Soms genoot ik daar van mee, maar soms was ik nog bezig de lunch te verteren voordat er überhaupt ruimte was voor het avondeten dat er niet lang na was.

Na een nacht, een dag en nog een nacht varen kwamen we 's morgens al aan op de Falklandeilanden. We hadden zo'n 740 kilometer afgelegd sinds de haven van Ushuaia. Het weer was wat sober. We zouden in totaal drie landingen maken, twee vandaag en één morgen. De eerste was op Saunders Island, een eiland van ruim 12.000 hectare groot in het noordwesten van de eilanden groep. Een belangrijk eiland voor vogels. Hier zijn zo'n 11 duizend paren wenkbrauwalbatrossen te vinden vele duizenden paren van vier soorten pinguïns. In de zodiacs werden we aan land gebracht. Dat gebeurde per groep. Alle groepen waren vernoemd naar één van de bemanningsleden van de beroemde Antarctica-vaarder Shackleton. Ik zat in groep Crean. Ieder keer als we ergens aan land kwamen stond onze Canadese expeditieleider klaar om iedere zodiac persoonlijk te verwelkomen en van een korte instructie te voorzien. Een welkom, waar er wel of niet mochten lopen, wat er te zien was, waar we zeker op moesten letten en hoe laat we terug moesten zijn om aan terug boord gebracht te worden. Typisch had je 2 tot 3 uur de tijd om rond te lopen. Bij deze landing was de specifieke instructie om niet te veel op de paar aanwezige koningspinguïns te letten, maar vooral op de andere soorten, zoals de rockhopper pinguïn en de albatrossen. De koningspinguïn spreekt het meeste tot de verbeelding, maar die zouden we nog heel veel gaan zien, vandaar de instructie. Het was een redelijk bizar zicht om in een landschap dat erg doet denken aan Ierse of Schotse, met gras bedekte heuvels en rotsen (inclusief het grijze weer), schapen en pinguïns door elkaar te zien lopen! Het was sowieso onze/mijn eerste kennismaking met de pinguïns en broedende albatrossen. De albatrossen maken indruk vanwege hun grote omvang. En ze waren er meteen in grote getalen. We liepen een kilometer of wat het eiland op en met een klein stukje omhoog om de omgeving goed te overzien. Omringt door de duizenden pinguïns die ongestoord hun eigen gang gaan. Het waren uitermate vermakelijke taferelen. Als je pinguïns observeert en bezig ziet ga je toch denken dat kippen en schapen uitermate intelligente beesten zijn. Ze lijken doelloos, maar amusant rond te waggelen, staan ineens stil of besluiten achter een even doelloos waggelende (groepje) pinguïns aan te waggelen. Ik heb op dit gedeelte van mijn reis meer filmpjes gemaakt dan op ander stukken van mijn reis, omdat dit soort dingen niet in een foto te vangen zijn.

Speaking of, naast mijn compact camera had ik ook een inmiddels paar jaar oude spiegelreflex camera bij. Omdat ik veel onderweg ben en vooral voor tijden meerdaagse hikes had ik alleen een groothoek lens en een zoomlens met een heel grote range bij, een compromis lens. Mijn spullen waren Dinky Toys ten opzichte van wat ik allemaal om mij heen zag. De meest luxueuze en moderne camera's werden meegesleept met lenzen zo groot als sommige pinguïns. Mensen met meerdere camera's om de nek was geen uitzondering. Het was een workout op zichzelf om al die apparatuur mee te sjouwen. Ik vond de term amateurfotograaf voor mezelf ineens een over kwalificatie en zag mezelf meer als een kiekjesmaker.

Wat ons de komende weken nog te wachten stond wisten we niet, maar voor de eerste landing was het al een bijzondere ervaring. De grote getalen vogels die je niet alle dagen ziet op een plek op de wereld die normaal alleen tot de verbeelding spreekt. De kakofonie van al die beesten bij elkaar en toch niet te vergeten de geur waar je je soms niet kon onttrekken. Waar tienduizenden beesten op elkaars lip zitten, wordt ook door tienduizenden beesten gescheten.

Terug naar de boot en lunchen. Terwijl wij de lunch tot ons namen voer ons schip door naar West Point Island, jawel, aan de west kant van Falkland archipel. Hier was de tweede landing van vandaag. Op dit eilandje wonen zelfs mensen. Eén huis staat er. Nadat we de lokale albatros- en pinguïn kolonie hadden bezocht met een wandeling van iets van anderhalve kilometer gingen we met zijn allen op de thee bij die lokale bewoners. Zij hadden gewoon meer dan 100 kop en schotels om iedereen tegelijkertijd van thee te voorzien. Een tafel van een aantal vierkante meter groot was compleet gevuld met koekjes, cakejes en andere lekkernijen. Dit was high tea to the next level. Daarmee was de eerste dag op de Falklandeilanden. Om zes uur waren we terug aan boord. Terwijl we konden relaxen, van ons avondeten konden genieten en we de briefing kregen zette het schip koers naar de bestemming op de eilanden voor morgen: Stanley, aan de oostkant van de eilanden. Tijdens de briefing werd ons het interessante feit bijgebracht dat de eilandgroep in het verleden vast zat aan Zuid Afrika en dat het in zijn tocht naar de huidige locatie 180 graden gedraaid is.

Stanley is de hoofdstad van de Falklandeilanden. Er wonen zo'n 2000 mensen. We konden er rondwandelen tot de lunch waarna we de open zee weer op zouden gaan. Toen we er aan land werden gebracht merkte je dat je aan de deining van het schip best snel gewend raakte. Als je stilstond leek het alsof je aan het wiebelen was. Een rare gewaarwording. In Stanley is geen wildlife. Los van de zeehond die op de steiger waar we aan land kwamen lag te zonnen. Hoe afgelegen de eilandengroep ook ligt, in Stanley heb je de dingen die je in een dorp zoal hebt. Een supermarkt, een museum, een postkantoor, een politiebureau, een monument en een kroeg. Er waren wat andere dingen te doen die voor mij in de categorie 'wel leuk' stonden en die heb ik dan ook niet gedaan. Het is niet uniek voor Stanley om honderden kabouters in de tuin te hebben staan. Een bezoek aan het oorlogsmonument, het museum en een plaatselijke kroeg spraken mij en m'n hut buddy meer aan. Zowel het monument als het museum gingen over met name de Falklandoorlog. Een kijkje van dichtbij wat er in 1982 hier heeft afgespeeld. Algemeen bekend dat de Argentijnen de eilanden toen binnenvielen omdat zij vonden dat deze Islas Malvinas hen toebehoorden. De Britten vonden van niet. Zover ik me heb laten informeren is Argentinië op geen enkel moment sinds de ontdekking in 1592 eigenaar van de eilanden geweest. Toch kun je op het Argentijnse vaste land overal folder krijgen die uitleggen waarom Las Malvinas hen toebehoren. Evenals nog altijd op verkeersborden op willekeurige plekken langs de weg. Die heb ik veel gezien tijden het reizen door Argentinië.

In een heerlijk zonnetje bij een graad of 18 hebben we wat pinten gedronken voor we afscheid namen van de Falklandeilanden. Op naar Zuid-Georgia. De rest van de dag waren rustige uren op het schip. Ik heb de laatste afleveringen van de serie Dexter gekeken, waarvan de ontknoping me best tegenviel. Toch van de zes seizoenen genoten en me prima mee vermaakt gedurende mijn wereldreis op momenten dat ik wilde relaxen of niks te doen had.

Tweeëneenhalve dag open zee voor we aan de westkant van Zuid-Georgia aankwamen. Vrijwel puur oostwaarts ten opzichte van Ushuaia en de Falklandeilanden. In die tijd had ik lezingen over de geologie van Zuid-Georgia en Antarctica, over fotografie, over zeehonden, over pinguïns en over de heroïsche Antarctica vaarder Shackleton bijgewoond en de lezingen over algemene historie en albatrossen overgeslagen. Ik had aan mijn blog gewerkt en vast foto's gesorteerd en bewerkt, want tijdens de reis kon iedereen zijn (m/v) favoriete plaatjes uploaden en delen met de rest met een kans dat ze de reis-slideshow zouden halen. We gingen ver genoeg westwaarts dat we onze klokken een uur vooruit moesten zetten. Eigenlijk een dag later, maar liever op een slome dag op zee dan op een dag dat iedereen van de aankomende bestemming wil genieten.

Absoluut hoogtepunt waren de dolfijnen? vissen? walvissen die we op deze dagen tegenkwamen. Velen van ons stonden op de buitendekken toen enkele expeditieleden helemaal uit hun dak gingen. Ik zag niet ver van ons schip een paar vissen die ik in eerste instantie afdeed als dolfijnen. Het weer was op dat moment grauw en ik moet goed zoeken of ik het de moeite vond om er foto's van te maken. Bij de avondbriefing werd duidelijk waar de opwinding vandaan kwam. Het bleken Type-D orka's te zijn geweest. In eerste instantie voor mij nog geen reden om buitengewoon enthousiast te worden want orka's zouden we wel meer gaan zien. Echter, van deze zeldzaam gespotte Type-D orka's zijn van de afgelopen 10 jaar maar 15 bevestigde waarnemingen geweest. En wij zagen ze ook! Dat maakte me een stuk enthousiaster. Er werd gevraagd wie duidelijke foto's hadden kunnen maken zodat deze waarneming officieel gerapporteerd kon worden. Dit onderstreepte weer eens het semiwetenschappelijke karakter dat deze cruise had.

Inmiddels hadden we ronde 2300 kilometer afgelegd sinds het verlaten van Ushuaia. We werden niet met heel mooi weer ontvangen in Zuid-Georgia. Bewolkt en grauw was het. Niet heel koud. We waren aangekomen bij Elsehul, vrijwel het westelijkste gedeelte van het extreem afgelegen eiland. Een baai met een grote variëteit aan wildlife. Wederom verschillende soorten albatrossen, pinguïns die we nog niet hadden gezien en serieuze aantallen robben, waaronder pelsrobben en zeeolifanten. Aan land gingen we hier niet. Voor de ochtend stond een zodiac cruise op het programma om de baai te verkennen en de dieren te observeren.

Zuid-Georgia verdiend misschien wat extra aandacht. De Falklandeilanden en Antarctica zullen velen nog enigszins tot de verbeelding spreken, maar Zuid-Georgia waarschijnlijk niet. Het eiland waarvan het oppervlak ongeveer een tiende is van dat van Nederland is een bergachtig eiland dat vrijwel geheel bedekt is met sneeuw. Vanwege de bergen en valleien is er een ongekend aantal gletsjers. In de 18e en 19e eeuw was het eiland een uitvalsbasis voor eerst zeehondenjagers en later walvisjagers. Sommige walvis verwerkingsfabrieken zijn later omgebouwd tot scheepswerven en wat er tegenwoordig van over is, is wat de elementen er van gemaakt hebben nadat deze plekken verlaten zijn. Eén van de bekendste stations is Grytviken die tot 1965 in gebruik is geweest. Nu staat daar alleen nog een wetenschappelijk onderzoekscentrum en een museum in een verlaten walvis verwerkingsfabriek. Het eiland is ook een broedplaats voor honderdduizenden koningspinguïns en hangplek voor tienduizenden pelsrobben en zeeolifanten. Dit wist ik ook allemaal niet voor ik hier kwam, wat de overweldigende indrukken die ik hier heb opgedaan ongekend maken. Lees zelf maar en vergeet vooral de foto's niet.

Niet alle zodiacs konden de baai bij Elsehul meteen in, dus wij gingen eerst een stuk de open zee op. We waren nog maar net aan het zodiac cruisen toen hooguit 20 meter voor ons een walvis voorbij kwam. Dat ging zo snel dat ik het amper meekreeg en een ik geen foto's kon maken. Ik zag nog net de staart ondergaan. Wauw! Zo dichtbij! De walvis zagen we niet meer terug. Toch niet van dichtbij. We gingen de baai in. We voeren van inham naar inham. Overal was wat te observeren. Zeeolifanten, pelsrobben, koningspinguïns, macaroni pinguïns, albatrossen en wat andere vogels. Op een gegeven moment dook vlak voor onze zodiac een zeeluipaard op die in deze wateren schijnbaar niet vaak gezien worden. Hadden wij weer geluk. Tussen de pelsrobben lagen vele kleintjes. Hoewel pelsrobben rotzakken kunnen zijn, zien de allerkleinste er on-ge-lo-fe-lijk schattig uit. Ik kan me zo geen schattiger baby dier bedenken. Werkelijk waar. De zeeolifanten zijn een stuk minder schattig. Die zijn vooral enorm. Toch de mannetjes. Die kunnen tot 7 keer groter zijn dan de vrouwtjes. Het is een enorm polygame soort en schijnbaar gaat dat vaak gepaard met enorme seksuele dimorfie. In dit geval op basis van grootte. De bofkonten die de zwaarbevochte 'King of the Beach' worden mogen alle vrouwtjes op een strand bevruchten, tot wel 50 toe. Vaak kunnen ze die status maar een enkel jaar verkrijgen. De mannetjes die we zagen er een enorm uit, maar bleken toch nog maar jonkies te zijn. De volwassenen zijn er (voor lange tijd) op uit om eten te zoeken.

Zo'n twee uur hadden we rondgedobberd. Een beetje koud begon het tegen die tijd wel te worden van het stil zitten in het bootje. Voornamelijk aan de handen want die kun je niet inpakken omdat je foto's wilt maken. Foto's maken is een uitdaging op zich. Met het sombere weer is er relatief weinig licht en de zodiac wiebelt de hele tijd. Dan wil je ook zoomen voor leuke close ups. Een lastige situatie. Toch met mijn museumstukken. ;-)  Terug aan boord tekende je jezelf in op de presentielijst en stond er altijd iemand klaar om je een warm doekje te overhandigen. Heerlijk.

Gedurende de lunch voeren we naar de volgende plek waar we wel aan land gingen, Bay of Isle. Na de lunch ging ik het dek op. Inmiddels was het weer verbeterd en was de lucht blauw. Wat een fantastisch uitzicht op het eiland! De besneeuwde bergen en de gletsjers onder de blauwe hemel kwamen perfect tot hun recht. Tel daar de sereniteit van de plek bij op en het is zo'n moment waarvan je wou dat die nooit voorbij ging. Van de afstand waarop de boot van het vaste land lag was nog niet eens te zien wat we daar gingen bekijken. Op veel van die bijzondere plekken die we bezochten, mogen maar een beperkt aantal mensen tegelijk aan land. Ook hier. Wij gingen eerst weer zodiac cruisen. Weg van het vaste land, richting Albatross Island. Hier zagen we grote albatrossen vliegen, met tot 3,5 meter spanwijdte de grootste zeevogels ter wereld. Ze vliegen soms meer dan 100.000 kilometer over de zuidelijke zeeën. Er waren ook stormvogels, piepers, en andere vogels. Zeehonden sprongen voor je lens uit het water als je een foto van het vast land wilde maken. Daarna voeren we richting het vaste land om daar aan land te gaan. Salisbury Plain heet het hier. Misschien wel de meest bijzondere plek van mijn hele reis. Hoe dichterbij we kwamen, hoe beter je zag hoe bedekt het hele strand was met al dieren. Koningspinguïns waren de voornaamste aanwezigen, al was dat niet meteen duidelijk. We konden een eindje wandelen over het strand, over grasvlaktes. Continu omringt door pelsrob gezinnetjes en afgedwaalde koningspinguïns. De koningspinguïns zijn een stuk groter dan de andere pinguïns die we gezien hebben  en om daar tussendoor te lopen is heel bijzonder. Ze zijn minstens zo onnozel als de andere. Salisbury Plain is een broedplek voor de pinguïns en er lopen vele kinderen rond. Die lijken geenszins op een volwassen pinguïns, zo in hun grijze, dikke donsdek die ze afwerpen om er als een volwassene uit te gaan zien. In dit proces kunnen ze er echt lelijk uitzien. Je kunt ze eindeloos observeren en fotograferen, zeker in dit prachtige landschap in dit prachtige weer. Een T-shirt onder de parka alleen was warm zat. Het stukje wandelen was ook een stukje omhoog. Klauteren door hoog, zeer zompig gras. Niet voor niks. Doordat je nu wat hoger stond had je pas een goed overzicht over de vlaktes. Hier zag je pas echt waarom dit zo'n bijzondere plek is. De hele vlakte staat volgepakt met koningspinguïns, ouders en jongen. Bijna 200.000 bij elkaar. De jongen staan als grijze slierten tussen de volwassenen opgesteld. Werkelijk waar, zover als dat je kunt kijken staan er pinguïns. Dat van dat prachtige landschap er omheen had ik denk ik al eens opgemerkt. Mijn hele wereldreis heeft me al naar veel mooie, bijzondere plekken gebracht. Deze cruise heeft me al naar mooie, bijzondere plekken gebracht. Dit was ongekend. Hier wil je nooit meer weg. Uiteraard moest dat toch. Een uur of twee hadden we rondgewandeld en genoten. Ruim 600 foto's en een paar filmpjes had ik gemaakt. Vol opwinding gingen we weer aan boord. Eten, briefing, en extra aandacht voor het toetje, want vandaag was het ook kerstmis. De volgende dag moesten we om 5:30u op, dus het was vroeg naar bed. Ondertussen voeren we naar de volgende bijzondere plek.

Zoals gezegd vroeg op. Eigenlijk was het al even geleden dat ik zo vroeg op moest. We waren aangekomen in Fortuna Bay aan de noordkant van Zuid-Georgia, op ongeveer een derde van het meest westelijke punt. Er was veel opwinding over deze plek. In de briefing werd me duidelijk waarom. In de meest epische  Antarctische expeditie van Antarcticavaarder Shackleton in 1914, is dit de plek waar hij strandde met zijn reddingssloep. Met die reddingssloep had hij met drie bemanningsleden de overtocht gemaakt over de Zuidelijke Atlantische Oceaan vanaf Elephant Island, dat aan de noordkant van Antarctica ligt. Een tocht van bijna 1500 kilometer. Dit was nodig omdat zijn expeditie schip vast was komen zitten en vergaan was in het ijs. Hij dacht dat ze in het geïmproviseerde kamp op Elephant Island niet gevonden zouden worden vanwege de afgelegen ligging. Met de omgebouwde sloep werd gepoogd een reddingsactie in gang te zetten voor de hele bemanning. Na een barre tocht van twee weken over zee werd met de sloep de walvisfabriek op Zuid-Georgia die ze wilde bereiken niet bereikt. Ze strandden in Fortuna Bay. In barre omstandigheden en zonder fatsoenlijke uitrusting moesten ze een pas over om de walvisfabriek te bereiken. Een wandeltocht van 5 kilometer waarover ze 36 uur hebben gedaan. De reddingsactie werd in gang gezet en de hele bemanning is uiteindelijk gered van Elephant Island.

De tocht van 5 kilometer over de pas is de wandeling die wij gingen doen. De opwinding onder mijn reisgenoten was me duidelijk. Zij hadden het historische besef duidelijk eerder dan wij. Shackleton deed het in mei, daar, in de winter. Wij deden het in december, daar, zomer. De omstandigheden waren niet echt te vergelijken, maar om ons toch een idee te geven had het weer besloten vandaag koud, winderig, guur en regenachtig te maken. Wij deden er minder dan vier uur over om de pas met een klim van 300 meter te beslechten. Op het hoogste punt werd een groepsfoto gemaakt. Een gure plek met koude wind en lichte regen die snijdend koud aanvoelt. Vanaf dat punt konden we af en toe door de wolken heen de vroegere walvisfabriek zien en liepen daarop af. We stopte even bij de waterval waar Shackleton zijn afdaling deed. De back-up expeditieleider en tevens historicus las hier de betreffende passage voor uit het dagboek van één van de bemanningsleden.

De walvisfabriek is omgebouwd tot scheepswerf nadat door overbevissing de walvis populatie te sterk was gedaald. Ook die functie heeft het niet meer. Het hele station, ter grootte van een paar voetbalvelden, is volledig overgenomen door met name koningspinguïns en pelsrobben. Toen wij er waren leek het overwoekerd door die schattige baby pelsrobben.

Om 10:30u kwam ons expeditie schip aangevaren. We werden opgepikt en konden van een vandaag toch dik verdiende lunch te genieten. Ondertussen ging het schip onderweg naar de volgende bijzondere bestemming. Dat was Grytviken. Ook een verlaten walvisstation, alleen bij deze is ook een museum en een Brits onderzoeksstation dat in de zomermaanden van het jaar geopend is. Dit is de enige plek op het eiland dat semipermanent bewoond is. Op het kleine begraafplaatsje dat hier is, ligt Sir Ernest Shackleton begraven. Als eerste toen we hier aan land kwamen hebben we ons rond zijn graf geschaard en een toast op hem uitgebracht. Daarna konden we vrij rondwandelen door de (redelijk intacte) overblijfselen van de walvisfabriek, inclusief rondleiding en een bezoekje brengen aan het museum. Hier stond onder andere een replica van de sloep waarmee Shackleton de juist beschreven overtocht had gedaan. Een bootje waarmee je bij wijze van spreken het kanaal nog niet mee op wilt. De personen die hier in de zomermaanden verbleven werden uitgenodigd op ons schip en we hadden een heuse barbecue op het dek van het schip. Een leuk idee, maar ik denk niet dat iemand iets warm heeft kunnen eten. De glühwein werd des te meer gewaardeerd.

Onze volgende stop was St. Andrews Bay. Alweer meer aan de oostelijke kant van het eiland. Een plek die Salisbury Plain zou kunnen overtreffen, maar door het druiligere weer miste het de absolute charme die Salisbury Plain had. Neemt niet weg dat dit weer een hoogtepunt was op het gebied van dieren observeren en de getalen waarmee ze aanwezig zijn. Twee enorme gletsjers op de achtergrond die afglijden van 2000 meter hoge bergen. Ook hier moest je een eindje wandelen om bij het hoogtepunt van deze plek uit te komen. Voor je daar was, was er meer dan genoeg vermaak. Hier waren verschillende soorten pinguïns die door elkaar heen waggeleden, jong pelsrobben die  met elkaar aan het spelen waren, albatrossen en andere vogels die keken of er wat te eten viel te halen en, meer dan we tot nu hadden gezien, zeeolifanten. Die kropen vooral graag boven op elkaar om een grote stapel te vormen, boerde er luid op los en schroomde zich er niet voor dat ze ontzettend kunnen stinken. Ze krabden zich zo nu en dan ongegeneerd om de jeuk van het vervellen tegen te gaan. Af en toe was er roering en dan begonnen ze met elkaar te stoeien. Dat doen ze door die grote, dikke lijven op richten en op elkaar in te beuken. Gepaard met luide boeren waarbij de damp uit de bekken kwam. Toch zijn die dikkerds niet degene waar je voor op moet letten. De snelle, territoriale en nieuwsgierige pelsrobben zijn meer een potentiele zorg. Die kunnen ongevraagd op je af komen om een paar tanden in je te zetten. De oplossing hiertegen is met bijvoorbeeld stenen op elkaar te ketsen en lawaai te maken. Toch is het niet fijn als ze zich in je richting in beweging zetten en ze niet meteen onder de indruk zijn van je lawaai maken. Dat heb ik zelf een paar keer ondervonden.

Afgeleid door het niet alledaagse vermaak, een doorwading en een klein klimmetje kwam ik toch aan bij de plek to be: uitzicht over de grootste kolonie koningspinguïns van Zuid Georgia, een geschatte 200.000 exemplaren. Het was niet moeilijk om hier honderden prachtige foto's te schieten. Overal waar je keek was iets interessants of vermakelijks bezig in een schitterende omgeving. Na een paar uur vermaak op deze plek was het tijd om terug aan boord te gaan. De dagelijkse routine: wij lunchen en het schip door naar de volgende plek. Zo kwamen we een paar uur later aan in Gold Harbour. Meer van hetzelfde klinkt niet zo enthousiast, maar ook hier gingen we aan land om een paar uur de omgeving en haar wildlife te observeren en in ons op te nemen. Op dit strand waren de zeeolifanten de voornaamste aanwezigen. Er waren vele groepen opgestapelde zeeolifanten te vinden - die wollows worden genoemd - waar af en toe wat reuring is. Omdat er één bijkomt, één weggaat of gewoon… Andere aanwezigen ware de inmiddels overbekende koningspinguïns, ezels pinguïns en albatrossen. Een grote hangende gletsjer op de achtergrond. Het weer was niet beter geworden. Af en toe sneeuwde het een beetje. Terug aan boord de routines van vele dagen: opwarmen, nagenieten, eten, briefing en een rustige avond, al dan niet met georganiseerd vermaak.

Toch een tegenvaller vandaag. De afgelopen maanden had ik heel veel gehiket. Gemiddeld iedere derde dag een wandeltocht door de bergen met 1000 meter omhoog en weer omlaag. Vaak met een rugzak op. Dat deed ik na een aantal maanden waarin ik niks aan wat voor vorm dat training heb gedaan en er de nodige kilo's aan lichaamsgewicht bij waren gekomen. Gelukkig ging dat goed. Vandaag ging het fout. Bij zoiets eenvoudigs als een trap op het schip afgaan, voelde ik een knak in m'n knie en begon die pijn te doen. In de uren er op werd het veel erger. Ik kon mijn rechterbeen alleen nog gestrekt houden. De minste poging de knie te buigen deed ontzettend veel pijn, dus ook als je wilt gaan zitten. Hetzelfde gold voor ieder tikje of als ik met  het been bleef hangen. Daar ging ik een tijdje zoet mee zijn. Als het moest gebeuren dan liever nu, want ik had geen van mijn wandelingen willen missen. Zorgeloos was het niet, want om in een zodiac te kunnen stappen die ligt te deinen is een buigende knie noodzakelijk. Het spreekt voor zich dat ik tijdens deze bijzondere cruise naar deze bijzondere plekken, kosten wat kost alles wilde meemaken. Ongeacht de last of pijn die ik daar bij ondervond. Een paar nachten heb ik slecht geslapen van de pijn. Op de momenten dat we er niet op uit waren heb ik vele uren met ijs op m'n knie gezeten en het verband en de brace die ik van de dokter en een reisgenoot had gekregen hielpen zeker om de pijn enigszins te contoleren. Ik had zelfs een aantal dagen pijnstillers geslikt, iets dat ik niet gauw doe. De diagnose was overigens peesontsteking boven de knie: quadriceps tendinitis. Het was duidelijk dat ik mijn knieën de afgelopen maanden veel te zwaar belast had.

De volgende dag begon wat anders dan de andere. Er was geen (tijd voor een) uitgebreid ontbijt, maar het was de bedoeling dat we vroeg in de zodiacs gingen cruisen in Cooper Bay, aan de zuidoostelijke kant van het eiland.  Dit was de eerste keer dat een geplande activiteit niet door kon gaan. Uiteraard waren we voor alles dat we deden afhankelijk van de weersomstandigheden. Die waren tot dusverre altijd gunstig genoeg geweest om van boord en aan land te kunnen. Een belangrijke factor in de afweging is de deining. Niet alleen het schip zelf deint, de zodiacs die naast het schip liggen en waar we via een platformpje in moeten stappen deinen ook. Die deinen in hun eigen tempo en dat gaat typisch niet mooi synchroon met het schip. Als de deining te groot is, is het niet veilig om in de zodiacs te kunnen stappen. Vandaag was de eerste keer dat dat zo was. De aard van de cruise en de bemanning was niet dat we dan pech hadden, er werd dan gezocht naar een alternatieve activiteit. Zo voeren we naar het 20 kilometer verderop gelegen Larsen Harbour, dat een stuk meer beschut was. Hier konden we wel de zodiacs in om te gaan cruisen. Nog altijd geen mooi weer waardoor niet volledig te zien was hoe mooi het ook hier was. Het rotsen waar we langs voeren waren van verschillende soorten steen, duidelijk te zien aan de verschillende kleuren. Sommige stukken waren lang geleden zeebodem, schijnbaar een zeldzaam verschijnsel. Alles bedekt onder een licht deken van sneeuw. Het was dusdanig grauw dat je niet erg ver vooruit kon kijken, maar je van dichtbij wel kon zien. We cruisten langs de kustlijn en observeerden pinguïns, piepers en zeehonden. Ook een zeehond die we nog niet gezien hadden: Weddellzeehonden. Aan get einde van de baai was een gletsjer. Niet dat we die nog niet gezien hadden, maar er als je er in zo'n klein bootje naar toe vaart, is het nog net wat indrukwekkender. Het bijna monochrome en verlate landschap had iets dramatisch en had toch een zekere charme.

Na een uur of twee cruisen gingen we weer aan boord van het schip. Voor de verandering bleef het schip voor anker tijdens de brunch. De reden daarvoor was dat we de gelegenheid hadden om van het landschap te genieten als we ons verplaatsen naar de laatste bestemming op Zuid Georgia, de Drygalski Fjord. Een baai die ruim anderhalve kilometer breed en meer dan 10 kilometer lang is. Heel langzaam klaarde het weer op waardoor de bijzondere gesteentes en gletsjers overal om ons heen nog beter tot hun recht kwamen. Het waren de laatste momenten die we doorbrachten bij dit prachtige en bijzondere eiland. Als dank klaarde het nog wat meer op en bleven alleen wat wolken over die laatste aanzichten van het eiland nog spectaculairder maakten. We voeren de baai uit de open zee op en zette koers naar Antarctica. De laatste aanblikken van het eiland waren op de westkant, die we niet bezocht hebben. Het was duidelijk te zien dat de oostkant kant die wij bezocht hebben als uitermate herbergzaam bestempeld kan worden. De westkant is veel witter, kaler, kouder en guurder. 

...

Foto’s